Uit een uitgebreid onderzoek blijkt dat zelfrijdende voertuigen over het algemeen veiliger zijn dan door mensen bestuurde auto’s. Ze blinken uit in routinetaken en verminderen kop-staartbotsingen. Zelfrijdende auto’s hebben echter moeite met bochten en omstandigheden met weinig licht, wat wijst op gebieden voor technologische verbetering in de zoektocht naar veiligere wegen.
Het onderzoek, uitgevoerd door de University of Central Florida, analyseerde botsgegevens van 2.100 autonome voertuigen en 35.113 door mensen bestuurde voertuigen in Californië tussen 2016 en 2022. De bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, illustreren dat zelfrijdende auto’s over het algemeen veiliger zijn dan hun menselijk aangedreven tegenhangers, vooral in routinematige rijscenario’s. De uitgebreide dataset van het onderzoek biedt een solide basis voor de conclusies en benadrukt zowel de sterke als zwakke punten van autonome voertuigtechnologie.
Sterke punten van autonome voertuigen
Autonome voertuigen vertoonden een duidelijke verbetering op verschillende belangrijke gebieden in vergelijking met auto’s die door mensen worden bestuurd. Het meest opvallend was het lagere aantal ongevallen in werkzones, tijdens verkeerssituaties en tijdens ‘pre-accident bewegingen’ zoals afremmen en rechtdoor rijden. Kop-staartbotsingen, een van de meest voorkomende soorten ongevallen, kwamen aanzienlijk minder vaak voor bij auto’s die zelf rijden. Dit kan worden toegeschreven aan de geavanceerde sensoren en algoritmen die autonome voertuigen in staat stellen om hun omgeving beter te analyseren en erop te reageren, waardoor ze potentiële gevaren beter kunnen vermijden dan menselijke bestuurders.
Uitdagingen in bochten en bij weinig licht
Ondanks hun algemene veiligheidsvoordelen hebben autonoom rijdende auto’s te maken met aanzienlijke uitdagingen bij het nemen van bochten en het rijden bij weinig licht, zoals bij zonsopgang en zonsondergang. Uit het onderzoek bleek dat de sensoren die worden gebruikt door autonome voertuigen het vaak moeilijk hebben in deze scenario’s, wat leidt tot hogere ongevallencijfers. Vooral het nemen van bochten vereist complexe besluitvormingsprocessen waarbij de rijstrook moet worden geselecteerd, het pad moet worden berekend en het voertuig moet worden bestuurd. Als gevolg hiervan zijn zelfrijdende auto’s vaker betrokken bij ongevallen onder deze omstandigheden dan menselijke bestuurders.
Technologische beperkingen
Het onderzoek onderstreept de noodzaak van verdere technologische vooruitgang om de beperkingen van zelfrijdende auto’s aan te pakken. Verbeterde algoritmes, betere sensoren en een verbeterde infrastructuur zijn cruciaal om de uitdagingen die in het onderzoek naar voren kwamen te overwinnen. Missy Cummings, directeur van het George Mason University’s Autonomy and Robotics Center, benadrukt het belang van deze technologische verbeteringen om de veilige inzet van autonome voertuigen te ondersteunen. De bevindingen benadrukken ook de noodzaak van uitgebreidere ongevallenrapportage en gegevensverzameling om de veiligheidsprestaties van zelfrijdende auto’s beter te kunnen beoordelen.
Publieke perceptie
Hoewel het onderzoek overtuigend bewijs levert van de veiligheidsvoordelen van autonome voertuigen, blijft de publieke perceptie sceptisch. Uit een enquête van Arity bleek dat slechts 23% van de Amerikanen gelooft dat autonome auto’s de beste optie zijn om de verkeersveiligheid op de korte termijn te verbeteren. Deze scepsis kan van invloed zijn op beleidsbeslissingen en het tempo waarin autonome voertuigen worden ingevoerd. Beleidsmakers moeten deze bezorgdheid van het publiek afwegen tegen de potentiële voordelen van autonome technologie en ervoor zorgen dat de veiligheidsnormen en regelgevende kaders gelijke tred houden met de technologische vooruitgang.