Een korte video doet momenteel de ronde op X. Het toont een discussie op de re:publica24 conferentie, waar panellid Carolin Emcke onder luid applaus het idee van “voors en tegens” afwijst: “We worden voortdurend wijsgemaakt dat er over alle kwesties even waardevolle en redelijke en tegenstrijdige standpunten bestaan.”
Naar mijn mening is dit een gevaarlijke en nogal ondermaatse uitspraak, vooral op het gebied van technologie en innovatie.
Tesla, Space X en Elon Musk
Laten we even aannemen dat deze uitspraak fundamenteel waar is. De elektrische auto en Tesla zijn daar een heel goed voorbeeld van. Toen de strijdlustige Elon Musk volhield dat de elektrische auto de toekomst had en een elektrische roadster maakte met duizenden laptopbatterijen, werd hij door de hele auto-industrie uitgelachen.
Toen Elon Musk met Space X verklaarde dat herbruikbare raketten ruimtereizen betaalbaarder zouden maken, werd hij door de hele lucht- en ruimtevaartindustrie, inclusief NASA en ESA, uitgelachen. Een boostertrap op een vlot in zee laten landen? Onmogelijk.
Technologie is in beweging. Daarom is het idee van technologische openheid van centraal belang. Want openheid voor technologie heeft in het verleden altijd bestaan. Het is de oorsprong van alle innovatie.
Ligt alles vast?
Het is nu bewezen dat elektromobiliteit een formidabele oplossing is om CO2 en andere emissies te vermijden. Als de energie voor de voertuigen wordt opgewekt uit hernieuwbare of CO2-arme bronnen, zou dit het klimaat op de lange termijn zelfs helpen.
Het probleem is vergelijkbaar voor ruimtereizen. In het nulpunt van de zwaartekracht zouden fabrieken materialen en stoffen kunnen produceren die alleen met enorme inspanningen op aarde kunnen worden geproduceerd – en dan is er nog Musk’s idee om de mensheid naar een multiplanetaire toekomst te leiden. Alleen goedkope shuttles naar een baan om de aarde of verder kunnen de opkomst van een nieuwe industrie versnellen.
Het dilemma met waterstof
De transportrevolutie had ook kunnen werken met waterstof, maar de productiekosten van het energierijke gas zijn tot nu toe veel te hoog. Zelfs in het zware vrachtvervoer, waar velen een toekomst met vrachtwagens op brandstofcellen hadden voorspeld, is er een heroverweging geweest ten gunste van elektromobiliteit op batterijen.
Dit zou opnieuw kunnen veranderen
Een testinstallatie van het Oostenrijkse bedrijf RAG-Austria AG doet momenteel de ronde. Met behulp van een ontwikkeling van het Berlijnse bedrijf Graforce GmbH is het mogelijk om het elektriciteitsverbruik voor de productie van waterstof drastisch te verlagen. Het proces, dat methaanelektrolyse of plasmolyse wordt genoemd, splitst methaan (CH4) uit bijvoorbeeld aardgas in waterstof en vaste koolstof.
Het hoogtepunt: de vaste koolstof kan worden gebruikt als basiscomponent voor nieuwe producten zoals kunstmest. Dit komt omdat bodems nu steeds meer van de belangrijke koolstof verliezen door landbouw.
En de kosten?
Bovendien dalen de productiekosten voor waterstof in Europa van 6 tot 8 euro naar 1,5 tot 3 euro. Dat is minder dan de helft. In winderige landen zoals Patagonië of zonnige regio’s zoals de Golf zouden de kosten zelfs kunnen dalen tot minder dan één euro.
Zeg nooit nooit
Voordat de nieuwe plasmolyse bekend werd, zou ik het gebruik van waterstof in transport waarschijnlijk ook hebben afgewezen. Naast de met CO2 vervuilde stoomreformatie zou elektrolyse met hernieuwbare energie immers de enige andere optie zijn geweest. Beide zijn dure processen met nadelen die de brandstofcelaandrijving nauwelijks zouden bevorderen.
Het nieuwe proces bewees mijn ongelijk. Zeg nooit nooit. En blijf altijd optimistisch openstaan voor nieuwe ideeën.