Eerder deze maand berichtten we over de terugkeer van de cultauto van de jaren vijftig, de elektrisch aangedreven KARO-Isetta van de Duitse autofabrikant Artega. Aan de introductie ging een lang juridisch geschil vooraf. De kleine driewieler zou oorspronkelijk al in 2019 onder de naam “Microlino” op de markt komen. Om precies te zijn was het de bedoeling dat de productie in 2018 van start zou gaan, nadat het Zwitserse bedrijf Micro Mobility de auto had gelanceerd op de Autosalon van Genève in 2016.
De tweezitter zou in Italië worden gebouwd door TMI. Die onderneming werd echter door het moederbedrijf Tazzari Group verkocht aan Artega. Dat bedrijf wilde op zijn beurt zijn eigen “Karo” bouwen. De “showdown” kwam uiteindelijk op de IAA 2019, toen beide bedrijven hun respectievelijke versies van de nieuwe Isetta presenteerden: De Microlino in hal 4, de Artega Karo in hal 5.
Micro Mobility reageerde prompt en begon onmiddellijk na de IAA een gerechtelijke procedure tegen Artega. Dat leidde ertoe dat de rechtbank in München zowel de Microlino als de Karo verbood. In november 2019 eindigde het juridische geschil eindelijk en Micro liet Artega de “Karo” bouwen en wereldwijd distribueren. Micro zal ook zijn Microlino bouwen – maar dan met een andere partner, het in Turijn gevestigde bedrijf CECOMP. De Italianen lanceerden al in 2011 de elektrische auto “Bluecar” en waren ook betrokken bij de Lancia Delta Integrale en de Golf 1.
Wachten moet de moeite waard zijn
Terwijl de KARO-Isetta al in april van dit jaar op de weg te zien zal zijn, zal de optische tweeling waarschijnlijk pas in 2021 het licht zien. Micro Mobilty wil nog steeds details verfijnen en onder andere ook de rijeigenschappen verbeteren. “Het chassis zal volledig worden herzien en zal niets gemeen hebben met de oude Microlino,” verklaarde Merlin Ouboter, CMO van Micro Mobility tegenover www.e-engine.de. Er zijn ook crash-tests gepland, hoewel deze niet verplicht zijn voor deze voertuigcategorie.
“De Microlino 2.0, zoals wij het ontwerp intern noemen, zal vele malen beter zijn dan de huidige versie. Een veel betere handling, betere ergonomie, betere herstelbaarheid en ook beter in grote aantallen te produceren”, benadrukte Ouboter. “Dus geduld zal zich lonen, ook al kunnen we bijna niet wachten om de Microlino eindelijk in serieproductie te nemen.”
In de basisversie, waarvoor volgens het bedrijf al 16.000 reserveringen zijn gemaakt, kost de Microlino 12.850 euro. De duurste versie kost ongeveer 17.450 euro. De actieradius van de kleine stadsauto wordt 125 kilometer met een 8kWh accu en 200 kilometer met een 14,4kWh accu. De topsnelheid is 90 km/u. De batterij kan binnen vier uur worden opgeladen via een standaard stopcontact dat je in elk huis hebt.
Of de Microlino dan wel de KARO-Isetta uiteindelijk de race om de grootste populariteit wint, zal door de kopers worden bepaald.
Andere IO-artikelen over mobiliteit leest u via deze link.