Uit de Global Electricity Review 2023 blijkt dat wind- en zonne-energie in 2022 een recordaandeel van 12% van de wereldwijde elektriciteitsproductie hebben bereikt, waarbij de zonne-energieproductie met 24% is gestegen en de windproductie met 17%. Schone elektriciteitsbronnen, waaronder hernieuwbare energiebronnen en kernenergie, zijn nu goed voor 39% van de wereldwijde elektriciteit. Europese landen blijven koploper wat betreft de toepassing van wind- en zonne-energie.
Europese landen leiden de revolutie van hernieuwbare energie
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje lopen voorop bij de invoering van hernieuwbare energie in Europa. Duitsland heeft de grootste geïnstalleerde wind- en zonne-energiecapaciteit, gevolgd door Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Deze landen hebben zwaar geïnvesteerd in infrastructuur voor hernieuwbare energie, waarmee de weg is geëffend voor een groenere energietoekomst. Frankrijk, Italië en Polen hebben ook een aanzienlijke groei van de opwekking van hernieuwbare energie gekend en hebben aanzienlijke vooruitgang geboekt om hun klimaat- en energiedoelstellingen te bereiken.
IJsland leidt Europa in het gebruik van hernieuwbare energie, met een indrukwekkende 89% van zijn totale energievoorziening uit hernieuwbare bronnen, voornamelijk uit geothermische bronnen. Noorwegen volgt met 49% van zijn energie afkomstig van hernieuwbare energiebronnen, voornamelijk waterkracht. Andere Europese landen, zoals Albanië, Letland, Zweden, Finland en Denemarken, boeken ook opmerkelijke vooruitgang bij de invoering van hernieuwbare energie, waarbij de nadruk ligt op diverse bronnen zoals waterkracht, biobrandstoffen, afval, wind en zon.
Check hier de actuele energieproductie in heel Europa:
Het effect van wind- en zonne-energie op de wereldwijde uitstoot
Het rapport van Ember suggereert dat de groei van de productie van wind- en zonne-energie in 2022 de piek van de elektriciteitsemissies zou kunnen markeren, terwijl schone energie naar verwachting in 2023 aan alle groei van de vraag zal voldoen. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) stelt dat wind- en zonne-energie in 2030 41% van de mondiale energiemix moeten uitmaken om in 2040 netto-nul-emissies te bereiken, tegenover 12% in 2022. Deze verschuiving naar schonere energiebronnen is cruciaal in de huidige strijd tegen klimaatverandering en benadrukt het belang van voortdurende investeringen in infrastructuur voor hernieuwbare energie.
Ondanks de recordgroei in wind- en zonne-energie blijft steenkool wereldwijd de grootste bron van elektriciteit, met een productie van 36% van de wereldwijde stroom in 2022. Damilola Ogunbiyi, CEO van Sustainable Energy for All, benadrukt de noodzaak om het gebruik van wind- en zonne-energie te versnellen, en stelt dat “er veel meer moet worden gedaan om ervoor te zorgen dat ontwikkelingslanden niet achterblijven en vastzitten in een toekomst met een hoog koolstofgehalte”.
Een veelbelovende toekomst voor hernieuwbare energie in Europa
Naarmate de Europese landen hernieuwbare energie blijven invoeren, wordt het potentieel voor een groenere toekomst steeds duidelijker. Investeringen in hernieuwbare energieprojecten, ondersteunend overheidsbeleid en publieke bewustwording hebben bijgedragen tot de aanzienlijke groei van de opwekking van wind- en zonne-energie op het hele continent.