De energietransitie is in volle gang. We proberen met man en macht de uitstoot van CO2 en andere vervuilende stoffen te verminderen. Dat lukt in de meeste sectoren steeds beter, maar voor de scheepvaart blijft het lastig. Daarom wordt in de haven van Rotterdam, de grootste haven van Europa, hard gewerkt aan mogelijke oplossingen. Zo zijn Heerema Marine Contractors, Havenbedrijf Rotterdam en Eneco voornemens om dit jaar een walstroominstallatie te plaatsen in het Rotterdamse Calandkanaal. Schepen meren aan en gaan aan een gigantische stekker. Hierdoor krijgen zij stroom vanaf de kade zodat de motoren uit kunnen. Dat zorgt niet alleen voor minder CO2, maar ook voor minder geluid, fijnstof, stikstofoxide en zwaveloxide.
De schepen van Heerema stoten op de vaste ligplaats in Rotterdam zo’n 15.000 ton CO2 per jaar uit. Dat is ongeveer net zo veel als vijfduizend auto’s samen. Er zijn wel alternatieve manieren in ontwikkeling om schoner te varen, bijvoorbeeld elektriciteit, waterstof of biobrandstof. De CO2-uitstoot wordt ook al verminderd als een schip in de haven voorzien wordt van walstroom.
Energie rechtstreeks van windmolens
De ligplaats voor de schepen van Heerema is in het Calandkanaal in Rotterdam. Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen, bouwen, installeren en vervoeren van offshore-faciliteiten voor de olie- en gasindustrie. Langs het Calandkanaal staan op dit moment tien windmolens van Eneco. “Wij gaan de schepen rechtstreeks koppelen aan de windmolens”, zegt Vincent Doedée, Mr. Sustainability bij Heerema Marine Contractors. Hierdoor gebruikt de bemanning in de haven duurzame energie voor bijvoorbeeld verlichting, ventilatie en koeling aan boord. “Het gebruik van walstroom is niet nieuw, maar deze combinatie is uniek”, vertelt hij.
Om zo veel mogelijk stroom op te kunnen wekken, gaat Eneco de tien windmolens die er nu staan vervangen door negen krachtigere turbines. “Deze wekken twee keer zo veel stroom op”, stelt Stefan van Doorn, project developer bij Eneco. “De stroom die de windmolens opwekken gaat direct naar de schepen.” Al hebben de windmolens ook een verbinding met het stroomnet. “De stroom van de windmolens die de schepen niet gebruiken gaat naar het net. Als het niet hard genoeg waait, kunnen de schepen als back-up ook stroom van het net gebruiken”, zegt Van Doorn.
Minder geluidsoverlast
Een walstroominstallatie is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de buurtbewoners. “De generatoren aan boord zijn erg groot en maken veel geluid”, geeft Doedée aan. “We blijven onder de norm van 55 decibel, maar het laagfrequent geluid draagt soms erg ver. Het is een motor die ver op de achtergrond draait. Dat kan als overlast worden ervaren door sommige omwonenden.” Volgens Van Doorn is de walstroominstallatie niet geruisloos, “maar produceert die veel minder geluid dan een motor. Daarnaast draagt het geluid minder ver.”
Walstroom als een dienst
Walstroom heeft verschillende voordelen voor bedrijven, bemanning, buurtbewoners, het milieu en daarmee de haven in zijn geheel. Doedée: “Ik ben dit project ongeveer twee jaar geleden begonnen samen met mijn collega Erik van Hintum, een oud-kapitein.” Al snel bleek dat het project niet alleen mogelijkheden bood voor Heerema zelf, maar dat het veel potentie heeft om te groeien. De schepen van Heerema liggen immers niet altijd in de haven, op dat moment zouden andere schepen gebruik kunnen maken van de installatie.
Walstroom toegankelijk maken voor een groter deel van de haven vinden ook het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam belangrijk. “Het gaat dan om walstroom als een dienst”, stelt Jarl Schoemaker, senior adviseur Environmental Management bij het Havenbedrijf. “Als een bedrijf zelf een walstroominstallatie aanlegt en deze vervolgens alleen zelf gebruikt is dat vaak niet rendabel genoeg. Walstroom op een commerciële manier aanbieden zodat ook andere schepen de installatie kunnen gebruiken is op lange termijn financieel interessant. Daarnaast inspireert het anderen ook om aan de slag te gaan met duurzame energie.”
Gezamenlijk bedrijf
Om walstroom als een dienst aan te kunnen bieden, hebben Eneco en het Havenbedrijf Rotterdam samen een bedrijf opgericht. Shore Power BV gaat niet alleen Heerema van walstroom voorzien, het moet als walstroom-hub gaan functioneren. Voor de opstartfase is de gemeente Rotterdam voornemens om een subsidie te verstrekken van ongeveer €2 miljoen. “Als het bedrijf straks voldoende klanten en omzet heeft, gaat het de verstrekte subsidie weer terugbetalen”, zegt Ryan Cornelisse, adviseur energietransitie bij de gemeente Rotterdam. “Lukt dat niet, dan blijft het gewoon een subsidie.”
Deze vorm van subsidie past goed bij de gemeente Rotterdam. “Er is in het coalitieakkoord van de gemeente sterk ingezet op de energietransitie. Daarom was er voor vier jaar zo’n €150 miljoen beschikbaar voor projecten op dit gebied”, zegt Cornelisse. Negentig procent van CO2-uitstoot in de stad komt uit de haven, “dus het is logisch dat we een deel van het geld inzetten voor de haven”. Daarnaast draagt het volgens hem bij aan een versterking van de positie van Rotterdam als Maritime Capital of Europe.
Zowel de gemeente als het Havenbedrijf hebben een faciliterende rol in de samenwerking rondom de Rotterdamse walstroom. “Wij helpen bijvoorbeeld met het opzetten van samenwerkingsmodellen, met de aanvraag van vergunningen en bij het opzetten van een businesscase door bijvoorbeeld extra afnemers te vinden”, legt Schoemaker van het Havenbedrijf uit.
Businesscase ingewikkeld
Een businesscase maken voor dit soort projecten is echter niet makkelijk. “Samenwerken is één ding, maar transparantie is een tweede”, stelt Schoemaker. “Die transparantie is wel nodig om een businesscase op te zetten die voor alle partijen interessant is. Om de businesscase rond te krijgen, is volledige optimalisatie nodig. Dat vergt dan ook veel vertrouwen. Hoe we dit met Heerema en Eneco hebben gedaan is een mooi voorbeeld van hoe het zou moeten met dit soort transitie-vraagstukken.”
De bedrijven zetten zich in ieder geval volledig in om een succes te maken van dit project, voor het klimaat en voor hun portemonnee. “Eneco is een commercieel bedrijf, wij willen onze investering natuurlijk terugverdienen”, zegt Van Doorn. Dat geldt ook voor Heerema. Al is de businesscase volgens Doedée nog redelijk voorzichtig. “De terugverdientijd van de investering is op papier nu nog vijftien jaar. Als meer bedrijven gebruik maken van de installatie kan deze tijd nog verkort worden.” Daarnaast ziet Eneco mogelijkheden om kabels vanuit het windmolenpark naar andere terminals in de haven te leggen. “De turbines wekken genoeg energie op om meerdere schepen tegelijk van stroom te voorzien”, vertelt Van Doorn.
Duurzame haven komt eraan
Het gezamenlijke doel van de partijen is deze walstroominstallatie zo optimaal mogelijk gebruiken en het concept verder uitwerken in de rest van de haven. Schoemaker: “De scheepvaart moet naar schone en klimaat neutrale brandstoffen en energie. Walstroom is een onderdeel van de oplossing, ook voor zeeschepen die in de toekomst batterijen aan boord hebben.” Volgens Doedée van Heerema zullen duurzame brandstoffen de CO2-uitstoot van schepen drastisch verminderen. “Daarnaast denk ik dat kleine schepen op den duur volledig elektrisch kunnen varen. Daarvoor moet de productie van batterijen wel duurzamer worden. Wij kijken zelf ook naar batterijen aan boord, maar dan voor andere toepassingen. Ook kijken we naar synthetische brandstoffen, het opvangen van CO2 aan boord en waterstof om wellicht op de lange termijn volledig CO2 neutraal te worden.”
Al is walstroom volgens Doedée wel nodig om de haven te verduurzamen. “De nieuwe Europese Commissie heeft de ambitie uitgesproken walstroom veel sterker te gaan stimuleren en bestaande verplichtingen aan te scherpen. Ook in de Nederlandse Green Deal zeevaart, binnenvaart en havens wordt ingezet op walstroom. Onder andere door vrijstelling van alle belasting op elektriciteit. Dat is een hele belangrijke voorwaarde omdat scheepsbrandstoffen volledig accijnsvrij zijn”, stelt hij.
Cornelisse voegt toe: “Het is een belangrijk punt waar wij als lokale partijen iets kunnen doen om de CO2-uitstoot van de internationale scheepsvaart te verminderen. Iets waar wij niet altijd invloed op hebben omdat het veelal internationaal plaatsvindt.” Eneco bekijkt het in een breder kader. “De missie van Eneco is duurzame energie van iedereen. Dat betekent dat we niet alleen grote centrales neerzetten in het land, maar juist lokaal energie opwekken samen met klanten. Duurzaam opgewekte energie willen we dan ook in de buurt gebruiken. Daar is dit project een mooi voorbeeld van”, zegt Van Doorn.