Nederland wekt steeds meer groene stroom op, het leidt op zonnige en/of winderige dagen tot een overschot aan elektriciteit waar we niets mee doen. Deze piek zorgt er op sommige plekken nu al voor dat groene stroom niet meer teruggeleverd kan worden aan het elektriciteitsnet. In het best gelezen verhaal van afgelopen week, betoogde Martien Visser dat dit slimmer kan.
Innovation Origins bespreekt vandaag het probleem met Jasmijn Kleij. Kleij is innovatieanalist smart energy systems bij TKI Urban Energy (topconsortia kennis en innovatie). Onder de vlag van Topsector Energie brengt deze instelling Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen samen die willen samenwerken rond duurzame energie of warmte. Met hulp van TKI zijn er de afgelopen jaren al zo’n 500 innovatieprojecten rond onder meer zonne-energie en duurzame warmte gestart. Kleij houdt zich hier vooral bezig met projecten rond slimme energiesystemen.
Ook zij ziet aan de negatieve prijzen voor energie tijdens zonnige dagen dat er een overschot is aan groene energie. Dat overschot wordt overigens alleen maar groter, want er komen steeds meer zonnepanelen en windmolens bij. Hoe lossen we dit op? Kleij helpt ons meteen uit de droom: één oplossing voor het energie-overschot bestaat niet. Dit komt onder andere omdat ons elektriciteitsnetwerk vroeger bedacht is als één groot systeem met centrale opwek in bijvoorbeeld kolencentrales. “Nu we steeds meer gebruik maken van duurzame bronnen is de opwek veel decentraler en fluctueert het aanbod in energie meer. De oplossingen die je nodig hebt om hiermee om te gaan kunnen lokaal heel erg verschillen. Dus er is geen ideale oplossing voor de energietransitie”, volgens Kleij.
Oplossingen hangen samen met de situatie
Zo is het best mogelijk dat een bedrijventerrein met verschillende bedrijven en energiebehoeftes genoeg heeft aan een zogenaamd smart grid om pieken op te vangen. “Zo’n smart grid is niets fysieks. Het zit in software in de meterkasten die vraag en aanbod van groene energie slim aanstuurt. Op zo’n bedrijventerrein is op veel verschillende momenten energie nodig. Wanneer het ene bedrijf geen stroom verbruikt maar wel opwekt, kan dit worden gedeeld met de buren die het wel nodig hebben. Of er dan echt helemaal geen opslag – in de vorm van bijvoorbeeld een batterij – nodig is, daar zijn de meningen over verdeeld. Ook hierbij is het erg afhankelijk van de specifieke situatie.”
Waar sommige bedrijventerreinen misschien genoeg hebben aan slimme software om de pieken groene stroom op te vangen, heb je hier in woonwijken waarschijnlijk wel opslag voor nodig. Kleij: “In woonwijken ben je veel minder flexibel. Mensen hebben vaak op hetzelfde moment energie nodig, terwijl het er niet altijd is. Dus zul je iets anders moeten bedenken om een overschot op te slaan voor later.”
Stroom uit de accu van je e-auto in huis gebruiken?
Ook Kleij ziet het, net als Visser, niet gebeuren dat we heel snel overstappen op thuisbatterijen. Toch moeten we batterijen in huis niet meteen afstrepen als oplossing in de energietransitie. We rijden straks allemaal elektrisch toch? Dus waarom de energie uit de accu van de auto niet in huis gebruiken als de zon niet schijnt? Volgens Kleij is dit makkelijker gezegd dan gedaan. “Het klinkt natuurlijk ideaal. Er zit al een accupakket in de auto dus je hoeft geen extra batterijen aan te schaffen. En met alleen woon- en werkverkeer staat de auto lange tijd en blijft er genoeg energie in de accu om in huis te gebruiken.”
Alleen, zo simpel is het helaas niet. Zo kunnen auto-accu’s (nog) niet terugleveren aan het net. Technisch is dit best op te lossen, maar volgens Kleij houden autofabrikanten dat nu (nog) tegen. “Net zoals Apple niet wil dat je zelf aan producten sleutelt, willen autobedrijven niet dat er met de batterij wordt gerommeld. Ze hebben dit softwarematig helemaal afgesloten. Dat heeft te maken met garantie op de batterij en de veiligheid. Ze willen natuurlijk niet dat een laadpaal in de fik vliegt of dat een batterij ineens minder lang meegaat”, legt Kleij uit.
Dat is niet de enige hobbel, weet Kleij. Want ook als e-auto’s straks wel kunnen terugleveren aan het net, zijn er nog veel organisatorische vragen. “Hoeveel elektrische auto’s heb je nodig in de woonwijk om pieken op te vangen? Hoe regelen we het laden? Wie stuurt het aan? Dit kunnen laadpaalfabrikanten, autofabrikanten of onafhankelijke aggregatoren zijn die dit oppakken op basis van prikkels uit de energiemarkt. Hoe we dit het beste kunnen inrichten wordt veel onderzoek naar gedaan. De consensus is dat het technisch allemaal mogelijk is, maar het ontbreekt hiervoor nog aan goede wet- en regelgeving.”
Netverzwaring is langzaam en duur project
Voorlopig dus geen thuisbatterij of stroom uit je EV tappen dus. Maar overschotten groene energie bij windparken of zonneweides opslaan in batterijen zou best een optie kunnen zijn, denkt Kleij. “Daarmee gaan we lang niet alles op kunnen vangen. Maar studies laten zien dat 80 procent haalbaar is. Dat is genoeg voor een kleinere netaansluiting. Bovendien kun je zo ook netverzwaring uitstellen omdat peak loads niet in één keer het net in gaan.”
Ook dat is een veelgehoord probleem: netcongestie. Op sommige plekken kan het net de hoeveelheid groene stroom die wordt teruggeleverd niet aan, de enige oplossing hiervoor lijkt netverzwaring. “Op die plekken kunnen gewoon geen nieuwe zonneparken of windmolens ingepast worden. Maar de wachttijden voor netverzwaring kunnen tot een paar jaar oplopen, dat is een langdurig probleem. Dit staat de energietransitie in de weg want vanuit verschillende regionale energie strategieën (RES) is er wel ambitie om meer duurzaam op te wekken.”
Naar energiesysteem op lokaal niveau
Om de nodige verzwaringen op te vangen, moet Nederland sneller handelen, vindt Kleij. “Het flexibeler aansturen van de markt moet anders. Nieuwe partijen op de markt hebben een licentie nodig en moeten aan veel regels voldoen. Ook mogen netbeheerders nu niet handelen op de energiemarkt, ze zijn streng gereguleerd door de overheid. Terwijl zij zien wat er op het net gebeurt, hiermee zou je vraag en aanbod wel beter kunnen afstemmen. Dit leidt vooral vanuit de innovatieve sector tot frustratie, wet- en regelgeving veranderen te traag.”
Het energiesysteem is complex en nieuwe regels kosten tijd. Hierin is het volgens Kleij belangrijk dat we het energiesysteem anders benaderen. Nu regelen netbeheerders en energieleveranciers het systeem van ‘bovenaf’, terwijl het beter zou zijn om ‘onderaan’ te beginnen. Ze ziet dit al steeds meer gebeuren in de praktijk waar bewoners in woonwijken energiecoöperaties oprichten. “Omdat groene stroom decentraler en lokaler wordt opgewekt, krijg je steeds meer initiatieven die vraag en aanbod van onderaf organiseren. We moeten het energiesysteem anders gaan zien. De focus moet meer naar een decentrale organisatie op lokaal niveau. Dat is nog een hele opgave.”