Sinds het begin van de coronacrisis is het een gangbare term geworden: hybride onderwijs. Wat ermee bedoeld wordt is dat de docent een mengvorm weet te vinden tussen klassiek, fysiek onderwijs en een digitale variant daarop. De praktijk van het afgelopen jaar is vaak dat, op alle niveaus, de betreffende docent de les die normaal in de klas gegeven werd, voor een webcam afsteekt – als de technische verbindingen dat tenminste toelaten. Of dat de docent voor de klas staat, met de helft van de kinderen voor zijn of haar neus en de andere helft thuis achter de webcam.
En dat is niet ideaal, zo hebben alle betrokkenen inmiddels wel door. Docenten missen de interactie, kinderen haken af omdat ze de concentratie niet kunnen opbrengen, ouders maken zich zorgen over de gevolgen voor de cognitieve en sociale ontwikkeling van hun kinderen. Alle reden dus voor een aanpak van die noden, zeker omdat we voorlopig nog niet af zijn van deze mengvorm in het onderwijs.
‘Een uitdaging van jewelste’
De 42 scholen voor voortgezet onderwijs in de 21 Brainportgemeenten beginnen daarvoor nu een project dat zowel aan de technische als de meer inhoudelijke kant verbetering moet brengen. Rector Claire Arts van het Eckart College noemt het ‘een uitdaging van jewelste’. “Het is een technisch vraagstuk en een didactisch vraagstuk tegelijk: hoe bedien je een klas binnen en buiten de schoolomgeving even goed? En hoe speel je dat klaar zonder dat je je volledig op één van beide doelen kunt richten? Immers, we zitten nog wel even met een situatie waarin delen van de klas binnen zullen zitten en andere delen thuis.”
Arts heeft haast met een oplossing: “We willen het wiel opnieuw uitvinden terwijl de auto gewoon doorrijdt. Wat daarbij komt is dat we het hebben over een kwetsbare doelgroep, die alle aandacht verdient.” Maar tegelijk wil ze werken aan een structurele aanpak. “Natuurlijk zal de druk na de coronacrisis wel even afnemen, maar ook dan kan het handig zijn om de middelen voor hybride onderwijs goed in de vingers te hebben. Dat geeft ons mogelijkheden die we nu niet kennen – of niet gebruiken. Het geheel draagt bij aan een slagvaardiger onderwijs,ook voor de toekomst.”
Aan de technische kant denkt Arts aan de instelling van een soort mobiel ‘A-Team’ dat van school naar school trekt om technische ondersteuning te bieden bij de uitvoering van het digitale deel van het hybride onderwijs. “We maken daarbij gebruik van de middelen die er zijn, maar zullen misschien ook zelf onderdelen moeten bouwen. Bovendien zal er op sommige momenten acute ondersteuning nodig kunnen zijn.” Voor de docenten die dat nodig hebben komt er ook een praktische cursus didactiek.
Verzamelde kennis
Arts rekent op de inbreng van de 42 scholen. Met een deel daarvan is het overleg al gestart. “We zijn bezig een structuur in te richten om elkaar te blijven informeren en kennis uit te wisselen. Op die manier kunnen we gebruik maken van de verzamelde kennis van al onze collega’s.”
Het project krijgt €175.000 steun van Metropoolregio Eindhoven en zal worden begeleid door Brainport Development. Arts: “Wij hebben simpelweg de tijd niet om dit allemaal te organiseren, dus het is heel fijn dat Brainport de operationele zaken oppakt om ons te ontlasten.” De scholen investeren ook zelf al in techniek en didactiek; dit extra geld kan dat proces versterken.