„We moeten wel zorgen dat Nederland de technologie voor de hyperloop in de toekomst zelf gaat leveren, en niet kwijt raakt aan de Chinezen bijvoorbeeld.” Dat zei minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) van Infrastructuur en Waterstaat tijdens een interview afgelopen week met Innovations Origins na de presentatie van de laatste testresultaten van de toekomstige supersnelle zweefmetro Hyperloop van het Delftse bedrijf Hardt. We vroegen de minister hoe ze aankijkt tegen de mogelijke aanleg van dit supersonische netwerk voor zweefmetro’s in Europa.
Hoe verwelkomt u deze nieuwe vervoersvorm, de hyperloop, van Hardt?
„Ons ministerie is er vanaf het begin bij betrokken geweest: al vanaf de allereerste, prille ideeën. En we blijven natuurlijk gewoon support geven aan de ontwikkeling van de hyperloop van Hardt op de onderdelen waar ons ministerie dat kan. De technologische ontwikkelingen zullen ze echt zelf moeten doen. Maar wij denken wel mee over wat ze nodig hebben voor wat betreft wet- en regelgeving en Europese contacten. Ik ben ook heel blij dat het gelukt is om eurocommissaris Violeta Bulc van Transport hier naartoe te halen [om de onthulling van het laatste testresultaat van de hyperloop van Hardt bij de TU Delft zelf te aanschouwen, red.]. Want je moet het in Europa écht samen gaan doen.”
U bent ook verantwoordelijk voor allerlei verkeersaangelegenheden. De economie groeit. Het aantal auto’s groeit. Het wegennetwerk slibt dicht. Wordt de hyperloop de oplossing tegen de files?
„Nou, in dat licht zie ik het eigenlijk helemaal nog niet. We zijn een ontzettend dicht bevolkt, druk landje. Om nou massaal overal hyperloops aan te leggen tot in onze binnensteden? Dat zie ik niet gauw gebeuren. Maar ik vind het wel belangrijk om bij de ontwikkeling van de hyperloop betrokken te zijn voor de langere afstanden. De hyperloop kan een alternatief zijn voor het vliegen op de niet al te lange afstanden. En ja, dan moet je echt naar een Europees netwerk op de lange termijn kijken. En dan moet je er natuurlijk voor zorgen dat je als Nederland het liefst ook die technologie kan leveren. Dat we die dan niet door de Chinezen bijvoorbeeld laten weg kapen.”
U bent sociaal geograaf, van huis uit en heeft dus waarschijnlijk meer dan de gemiddelde Nederlander een beeld van de manier waarop wij onze leefomgeving gebruiken. Heeft u een idee van de manier waarop de implementatie van de Hyperloop van Hardt het Nederlandse landschap zou kunnen veranderen? Dat gaat er dan dus heel anders uitzien door de aanleg van al die bovengrondse buizen.
„Daar zijn we natuurlijk óók nog niet uit. Want je kunt een bovengrondse en een ondergrondse variant hebben. We hebben natuurlijk ook al de buisleidingenstraat in Nederland waar nu alleen maar goederen en gevaarlijke stoffen doorheen gaan. Dus die variant is ook nog denkbaar. En het is denkbaar dat je het bestaande tracés van het spoor of van de weg gebruikt. Maar dat weten we allemaal nog niet. Daar is het echt nog véél te vroeg voor. Als je het buizennetwerk onder de grond aanlegt, is dat voor de veiligheid óók weer een pluspunt. Maar ja. Dat heeft ook weer nieuwe uitdagingen omdat het natuurlijk ook duur is als je het onder de grond gaat doen. Dus dat zijn allemaal dingen waarvan nog moet blijken hoe die uitpakken. Het is echt nog veel te vroeg om daar iets over te zeggen.”
Op een kaartje met het hyperloop-netwerk [zie afbeelding onderaan de tekst] van de toekomst lieten de ontwikkelaars van de hyperloop van Hardt zien dat je supersnel van de ene Europese stad naar de andere kan reizen, in drie uur van het ene naar het andere uiterste. Heeft dat invloed op onze manier van leven? Gaan we straks veel makkelijker naar Parijs of Milaan dan nu?
„Nou ik vind vooral de doelstellingen met de drie nullen die ze er bij hebben van belang: nul emissie, nul slachtoffers en nul vertraging. Dat is ook mijn nationale doelstelling. Dus als de hyperloop van Hardt daar aan bij kan dragen… We hebben bij de luchtvaart bijvoorbeeld écht nog wel een uitdaging om aan die doelen te voldoen. Nou ja, dan zou het best iets kunnen worden [met de hyperloop, red.]. Maar natuurlijk niet in een heel fijnmazig netwerk. Het gaat echt om flinke afstanden die je dan moet overbruggen.”
In plaats van vliegen bijvoorbeeld dus?
„Ja, eerder in plaats van vliegen dan iets anders. Je moet niet aan iets binnenstedelijks denken.”
Waarbij een voordeel is dat je met de Hyperloop geen last van vertraging hebt.
„Ja. Want in de luchtvaart zijn vertragingen ook écht een issue.”
En dan nu de hamvraag: de aanleg van een hyperloop-netwerk gaat superduur worden. Voert de regering al gesprekken over het op termijn reserveren van budget daarvoor, zoals in de Meerjarenbegroting voor Infrastructuur (MIRT)?
„Nee. Daar is het nog veel te pril voor. Maar ik heb wel vanaf het begin af aan gezegd tegen de jongens: ‘je moet ook zorgen dat je er private partijen in geïnteresseerd krijgt. Want als die er geen brood in zien, heb je een heel moeilijk verhaal op de lange termijn. Er moet echt gewoon een gezonde business case onder kunnen liggen. Nou ja. Daar slagen ze goed in door Tata Steel en [de belangenorganisatie van technologische bedrijven , red.] FME bijvoorbeeld erbij te betrekken. Ik denk dat dit de kansen ook alleen maar vergroot om uiteindelijk tot een betaalbaar concept te kunnen komen.”
Moet je dan ook denken aan transportbedrijven zoals KLM, of de NS? Want iemand moet het bedrijf voor de exploitatie van de hyperloop van Hardt gaan uitbaten.
„Dat zou heel goed kunnen. De NS is er ook al bij betrokken. Dus die zien er ook potentie in. Zij willen in ieder geval ook aangehaakt blijven. Maar die bedrijven moet je zeker ook mee laten denken.”