De Griekse start-up Recytrust ontwikkelt slimme afvalbakken voor glas, aluminium, papier en plastic waaronder een weegschaal zit die via een internetplatform bijhoudt hoeveel afval erin zit. Als de bakken vol zitten, worden ze geleegd. De inhoud wordt verkocht via een online veiling aan een afvalverzamelaar die het papier, plastic, aluminium of glas verkoopt of hergebruikt. „Na een proef bij twee grote organisaties in Griekenland is duidelijk dat er markt is voor de slimme afvalbak”, zeggen de ingenieurs George Steggos (ceo) en Marilena Makrinikola (coo).
Wat motiveerde jullie om Recytrust op te richten?
„We wilden de mensen in ons land erop wijzen dat hun afval geld waard is. Als je een product in de supermarkt koopt, betaal je ook voor de verpakking, zoals een fles of een blikje. Die hebben dus waarde. Want je hebt daarvoor betaald. Die kun je in plaats van ze op een afvalberg te gooien, ook gebruiken voor de productie van nieuwe artikelen. In Griekenland ontbreekt een goede infrastructuur om afval doelmatig te verwerken. Het wordt niet verbrand, zoals in Nederland, maar belandt ergens op een berg die land in beslag neemt. De ruimte voor afvalbergen is ook eindig. Ook daarvoor is het recyclen van de verpakkingen een oplossing. Belangrijk is dat de bedrijven die zich bij ons systeem aansluiten er geld mee verdienen. Tijdens een online veiling [zie video onderaan, red.] wordt de grondstof aangeboden en verkocht aan de hoogste bieder. Die kan het doorverkopen of zelf verwerken voor de productie van energie of materialen die eventueel langer meegaan dan het oorspronkelijke product. Plastic van weg gegooide flessen bijvoorbeeld kan ook gebruikt worden om stoelen van te maken. Stoelen hebben een langere levensduur dan flessen. In zo’n geval is er geen sprake van recycling maar upcycling.”
Wat was het grootste obstakel dat jullie moesten overwinnen?
„We moesten de mensen in Griekenland onderwijzen in het nut van het recyclen van afval. Tijdens de eerste proef met het afvalbakkensysteem bij twee bedrijven in Griekenland reageerden sommige werknemers afwerend. Ze zaten er niet op te wachten en hadden zoiets van: ‘laat mij hier buiten’. Sommigen zeiden zelfs dat ze de pas die je nodig hebt om de vuilnisbak te openen niet wilden hebben. Maar na de proef was 70 procent ervan overtuigd dat het inzamelen en scheiden van afval meerwaarde heeft: omdat ze zagen dat het geld oplevert. Ander probleem is dat Griekenland achterloopt op landen als Nederland waar het gaat om ‘Internet of Things‘. In het gebruik van smart producten moeten ze nog helemaal geschoold worden. Terwijl de afvalbak vol IoT zit.”
Wat was jullie grootste doorbraak tot nu toe?
„Dat we een proef bij twee grote klanten afgerond hebben waarna we ons realiseerden dat we daadwerkelijk een markt creëren voor afval waaraan onze klanten geld verdienen.”
Wat kunnen we komend jaar verwachten van Recytrust?
„Dit jaar ronden we de testfase af. We willen we ons klantenbestand uitbreiden en ook in andere landen actief worden.”
Waar willen jullie staan over vijf jaar?
„Dan willen we over de hele wereld actief zijn. Ons product is zeer geschikt voor landen waar een goede infrastructuur voor afvalverwerking ontbreekt.”
Ontwikkelingslanden bijvoorbeeld?
„Bijvoorbeeld. Er zijn veel landen waar ons product gebruikt kan worden. Hoe groter ons netwerk wordt, hoe groter de hoeveelheid grondstoffen zoals plastic en aluminium wordt die we kunnen veilen. Dat maakt het voor opkopende partijen nog interessanter om zaken met ons te doen.”
Wat voegt jullie product toe?
„Onze weegschaal weegt tot op tien gram nauwkeurig hoeveel van een bepaalde soort afval er in de vuilnisbak zit. Die accuratesse maakt dat we het afval van onze klanten kunnen veilen zodat zij eraan verdienen. Daarbij leveren we onze klanten een duurzaamheidsrapport waaruit blijkt hoe zij hun afval recyclen of upcyclen. Dat kan omdat we de data hebben van de afvalbakken die automatisch doorgeven hoeveel er in zit dat verkocht kan worden. Omdat we weten waar het afval vandaan komt en waar het naar toe gaat, ontstaat er een block chain: de herkomst van onze grondstoffen is altijd bekend.”