Foto: Marc Plum
Author profile picture

Kwetsbare ouderen zijn in de maatschappij vaak op zichzelf aangewezen. Ze komen alleen thuis te zitten en mantelzorgers kunnen niet altijd aanwezig zijn. Daar heeft Masi Mohammadi, hoogleraar Smart Architectural Technologies aan de Technische Universiteit van Eindhoven, iets op bedacht. Door slimme technologie in huizen van senioren met dementie te plaatsen, worden zij eraan herinnerd om op te staan en op tijd iets te eten. “We willen ouderen in hun kracht zetten.”

Dit slimme huis is voornamelijk gericht op dementerende ouderen. “Veel te vaak komt het voor dat mensen met dementie alleen wonen. Wij willen deze mensen helpen door een stimulerende omgeving voor ze in te richten.” Om dat zo goed mogelijk te doen werkt Mohammadi met een kunstmatig intelligentiesysteem dat leert van het gedrag van ouderen en mantelzorgers. “Vaak helpen mantelzorgers ouderen zich dingen te herinneren. Dan vragen ze keer op keer aan de ouderen: Zullen we gaan lopen, zullen we gaan eten? Het systeem leert daarvan en past deze herinneringen zelf ook toe.”

Er is inmiddels een proefwoning gebouwd. De proefwoning richt zich voornamelijk op twee problemen waar mensen met dementie vaak mee zitten: een verstoord dag- en nachtritme en een onregelmatig eetpatroon. In de middag wordt er bijvoorbeeld een beeld-geluid-signaal gestuurd om senioren eraan te herinneren dat ze een boterham moeten eten. En dat niet alleen. “Er zullen ook geuren door het huis heen worden verspreid van gebakken brood. Vervolgens worden de ouderen dan met pijltjes op de vloer naar de keuken geleid.”

Ouderen omarmen slimme technologie

Het lijkt erop dat ouderen en mantelzorgers de nieuwe technologie al beginnen te omarmen. “Nadat er een artikel verscheen in het Eindhovens Dagblad kreeg ik al e-mails binnen van mantelzorgers met de vraag om hen te helpen. Ik heb ze helaas moeten teleurstellen, maar dit geeft wel aan dat er vraag naar is.”

Als technologie op een ‘empathische’ manier wordt toegepast zullen ouderen er niet voor terugdeinzen, denkt Mohammadi. “Er bestaat een verkeerd beeld over ouderen en technologie. Mensen zeggen vaak dat ouderen minder openstaan voor technologie dan jongeren. Maar als we nu kijken naar wie technologie omarmen, dan zijn het vaak de ouderen. Ze zijn daarbij wel kritisch. Ze willen niet volledig ingepakt en omringd worden door technologie. Maar dat is een verstandig perspectief.”

Brabant als een van de koplopers op het gebied van data

Het slimme huis is niet het eerste domotica-onderzoek van de Technische Universiteit van Eindhoven. Mohammadi merkt op dat Brabant een van de provincies is die vooroploopt als het gaat om slimme technologie. “Wij hebben in 2014 een onderzoek uitgebracht dat keek naar de stand van domotica in ons land. We hebben daarbij ook gekeken naar verschillen tussen provincies. Daar kon je zien dat Brabant actief op dit domein is.” De provincie , aldus Mohammadi,  besteedt aandacht aan het ontwikkelen van kennis op het gebied van slimme zorg. Ook zorginstellingen in de provincie lijken enthousiast te zijn. In ons platform Empathic Living Labs werken we met enkele Brabantse zorgorganisaties en woningcorporaties samen.

De samenleving klaarstomen voor domotica

Hoewel er al veel vooruitgang is geboekt met het project, is het slimme huis nog niet toepasbaar in de samenleving. “Daar is het systeem nog niet voor ingericht”, legt Mohammadi uit. “Waar moeten ouderen naar toe als er een slim apparaat kapot gaat? Als je auto kapot is, ga je naar de automonteur op de hoek. Maar met domotica is het veel lastiger om ergens terecht te kunnen. Ik heb twee proefwoningen in Eindhoven gemaakt en merkte dat de ouderen mij gingen bellen als een toepassing niet werkte. Ze konden simpelweg nergens anders terecht.”

Ook moet er nog beter worden nagedacht over de gepersonaliseerde signalen die worden afgegeven. “Signalen kunnen namelijk ook een tegengesteld effect opwekken. Als een persoon een stem hoort die vertelt dat hij of zij naar de keuken moet gaan dan snappen sommige ouderen niet waar de stem vandaan komt en dan worden ze angstig. Dan zijn we juist verder van huis.”

Naast het ontwikkelen van technologie, is het volgens Mohammadi belangrijk om de maatschappij in de ethische discussie rondom technologie te betrekken. “Ouderen accepteren technologie sneller als het op een empathische manier wordt toegepast.” Zoiets als de Data Week in Den Bosch, waar veel aandacht wordt besteed aan dit onderwerp, is volgens Mohammadi dan ook van belang. “We moeten kijken naar wat mensen willen en vooral nog kunnen. En als we duidelijk voor ogen hebben wat dat is, dan kunnen we de techniek daarop aanpassen. En niet andersom.”

Lees ook de andere artikelen uit deze serie:

Mensen moeten nadenken over wat cyborg-zijn betekent

Weerstations en apps brengen gemak en verbeterd inzicht voor boeren

We staan met een been in het onderwijs, met het andere in de samenleving