Nieuwe technieken, producten en systemen volgen elkaar tegenwoordig in rap tempo op, maar voordat al deze innovaties het daglicht zien gaat er een heel proces aan vooraf. Proefopstellingen, testen, aanpassen en weer testen om zo tot een werkend prototype te komen. Philips heeft op de High Tech Campus verschillende prototyping werkplaatsjes samengevoegd tot drie nieuwe service werkplaatsen. Vandaag en morgen gooien ze de deuren open. Belangstellenden kunnen een kijkje komen nemen in de keuken van het bedrijf.
Bij de service werkplaatsen op de High Tech Campus is alles gericht op productontwikkeling. Een elektronische, mechanische en montage werkplaats, begeleiden innovatie tot product. Het grootste gedeelte van de tijd maakt Philips zelf gebruik van de werkplaatsen. Of voor eigen productontwikkeling of in opdracht van klanten die iets specifieks van Philips vragen. Maar 30% van de tijd is de werkplaats ook beschikbaar voor partners.
“Dit kunnen kleine bedrijfjes zijn die zelf niet over de benodigde middelen beschikken. Wij hebben hier de ervaring en de middelen. Omdat wij het trucje al vaak hebben gedaan, kunnen we een hoge vorm van kwaliteit leveren. Daarom kan het voor sommige bedrijven aantrekkelijk zijn om het prototyping gedeelte aan ons uit te besteden.” Aan het woord is Frank Rutten van Philips Innovation Services. Hij leidt vandaag een groepje geïnteresseerden rond.
“Heel simpel gezegd komt iemand met een idee, dat wordt vervolgens op papier gezet en bij de service werkplaats wordt het in elkaar gezet.” Dat kan van alles zijn. Rutten houdt een apparaatje met draaiknoppen en twee slangetjes omhoog: “Dit is een kolfpompje om borstvoeding te kolven. Voordat zo’n product de markt opgaat moet je zeker weten dat het pompje afslaat bij een bepaalde druk. Het moet compleet veilig zijn. Hier wordt dit allemaal getest. Maar het kan ook gaan om behuizingen van bijvoorbeeld computers, er komt hier echt van alles voorbij.”
Op de schets die ze binnenkrijgen, pakken sommige zaken anders uit dan verwacht: “We kunnen de tekening dan terugsturen, maar we kunnen zelf ook creatief zijn en proberen een oplossing te vinden. Dat kan allebei. Vooral op mechanisch gebied is het soms improviseren.” Een medewerker – al 40 jaar in dienst – roept achter een machine uit: “Je krijgt ook tekeningen van klanten, soms zijn die niet al te best. Dan moet je zelf maar met een oplossing komen.” De machines in de ruimte ogen antiek, kolossen van apparaten. Wanneer je dit ziet gaat je gedachte niet meteen uit naar high tech innovatie. Maar toch gebeurt het hier, ver voordat het product in de winkel ligt. Hier worden ideeën bijgeschaafd en de grenzen van wat mogelijk is uitgetest.
Op de zesde verdieping van het Philips-gebouw op de High Tech Campus bevindt zich de elektronische werkplaats. “Producten worden steeds kleiner, sommige elektronische circuits zijn niet meer met het blote oog te bewerken. Dit gebeurt onder de microscoop. Verder staan er hier speciale gereedschappen om fouten in de circuits of in de soldering op te kunnen sporen. Want deze fouten opsporen is nog altijd veel goedkoper dan een heel nieuw product of onderdeel laten maken.”
Achterin de ruimte zit een medewerker – turend in een microscoop – te werken. “Dit wordt een sporthorloge, het is nu al ongelooflijk klein. Maar in een volgende fase wordt het nog kleiner. Eerst ondergaat dit stukje een duurzaamheidstest, als-ie daardoorheen komt gaan we naar de volgende fase.”
Producten of technieken die niet naar de volgende fase gaan blijven op de zogenaamde plank liggen. Dat kan liggen aan het product, de techniek of de markt. “Soms werkt de techniek perfect, maar is er nog geen markt voor. Bijvoorbeeld wifi, die techniek werkt goed. Maar wanneer er geen toepassingen voor zijn, zoals computers die het ondersteunen, kun je er weinig mee. Zo hebben we hier ook een aantal technieken waar nog geen concrete toepassingen voor zijn.” Rutten mag van deze technieken en producten niets laten zien. “Geheim van de kok.”