Veel Nederlanders zullen wel bekend zijn met Space Expo, in normale jaren goed voor ruim 100.000 bezoekers. Maar minder zichtbaar is wat er verder gebeurt op het Noordwijkse bedrijventerrein waar onder meer ESTEC, het technische hart van de European Space Agency ESA, is gevestigd. Binnenkort is dat allemaal anders. Doel is om een volwaardige ruimtevaartcampus te creëren die zich positioneert als een Europese Space Hub in de internationale ruimtevaartsector en de sectoren die baat kunnen hebben bij ruimtevaartgebaseerde oplossingen. Met grote spelers als ESTEC, de ESA Business Incubation Centre (ESA BIC) en het Galileo Reference Centre (GRC) als ankerpunten, maar tevens als de plek voor start-ups en kennisinstellingen als TU Delft, Universiteit Leiden, TNO en SRON.
<strong>De ambitie van NL Space Campus</strong>
Space Campus wordt een hotspot voor innovatieve start-ups, scale-ups en gevestigde bedrijven die daar onder andere gebruik maken van de door ESA en GRC aangejaagde diensten. Het toepassen van ruimtevaarttechnologie en -data krijgt er op een cross-sectorale manier de volle focus. Op die manier ontstaat een open en innovatief ecosysteem waarbij verschillende bloedgroepen samenkomen en waarbij de campus de aanwezige organisaties faciliteert en stimuleert om samen te werken en kennis te delen, elkaar te versterken en groei te versnellen.
Space Campus zal gefaseerd groeien. Klein, lean en mean beginnen om vervolgens stap voor stap verder te groeien en te bouwen aan een steeds volwaardige campus.
De nieuwe stappen hebben zowel gevolgen voor het campusterrein als voor het ecosysteem dat er als cluster omheen gaat ontstaan. In de ‘Regiodeal ESTEC en Space Campus Noordwijk’ is in 2018 voor het eerst de ambitie geformuleerd om het Space Business Park te transformeren en daarmee ESA ESTEC sterker te verbinden aan het Nederlandse space ecosysteem. Hierdoor moet een sterke European Space Hub ontstaan en worden er nieuwe nationale en internationale high tech en space bedrijven aangetrokken.
Directeur-bestuurder Esther Peters van – nu nog – Space Campus Noordwijk heeft zich het afgelopen jaar samen met het netwerk rond de Space Campus ingezet om tot een gezamenlijke visie op de campusontwikkeling te komen. En met succes, want eind vorig jaar is de Gebiedsvisie en de business case voor het modulaire hart van de campus (‘het Basecamp’) unaniem goedgekeurd in de gemeenteraad van Noordwijk en kan de uitvoering van start. “Voor de invulling van al onze ideeën hebben we nog vele jaren nodig, maar komend jaar gaan we de nieuwe campus al neerzetten als dé ontmoetingsplek voor de ruimtevaartsector, zowel digitaal als fysiek. We gaan voor een stapsgewijze ontwikkeling van de inhoudelijke programmering en van de fysieke doorgroei. In het begin zal dat misschien gebeuren met tenten en foodtrucks in plaats van officiële bebouwing, maar reken maar dat we ons zullen laten zien. Er moet reuring komen!”
Het afgelopen jaar is daarvoor al een strategisch meerjarenplan vastgesteld, is er gestart met de community building en is er een samenwerking met de Leiden-Delft-Erasmus universiteiten aangegaan door de aanstelling van een LDE Liaison officer Space Campus. Die zorgt ervoor dat ook de universiteiten sterker aan de campus worden verbonden en de interactie van ESA ESTEC met de universiteiten wordt versterkt. Peters: “De wereld verandert steeds sneller en we staan met elkaar voor grote uitdagingen. Ruimtevaarttechnologie biedt talloze mogelijkheden om deze aardse uitdagingen aan te gaan. Overheden, kennisinstellingen en bedrijven moeten daarom steeds intensiever en slimmer met elkaar samenwerken. De Campus is het platform daarvoor. Door samenwerking te stimuleren en te faciliteren en door de mix van bedrijven en functies – denk aan zowel R&D als business -, kan de campus uitgroeien tot een hotspot voor innovatie in de toepassing van ruimtevaarttechnologie en ruimtevaartdata.”
Het kloppende hart
NL Space Campus zal uiteindelijk zowel een fysieke plek zijn met een aantal bepalende spelers uit de branche als het platform waar de Nederlandse en internationale ruimtevaartsector elkaar ontmoet om kennis te delen en toe te passen en om het grote publiek ervan te laten meegenieten. Space Expo heeft daarbij de ambitie om op de campus door te ontwikkelen naar een Space Experience. “De NL Space Campus als het kloppende hart van een gemeenschap van ondernemers, onderwijsinstellingen, onderzoeksorganisaties, overheidsorganisaties en andere maatschappelijke stakeholders”, zegt Peters. “Toevallige en minder toevallige ontmoetingen leiden tot innovatie. Het is de kunst dat toeval te ‘organiseren’. We gaan zorgen dat al deze partijen elkaar hier spontaan en op afspraak kunnen ontmoeten om elkaar vooruit te helpen.”
“Toevallige en minder toevallige ontmoetingen leiden tot innovatie. Het is de kunst dat toeval te ‘organiseren’.”
Esther Peters
De doorontwikkeling van de Space Campus is mede mogelijk dankzij de Regiodeal waarbij het Rijk 15 miljoen euro investeert in een International Meeting Facility op ESTEC. Daarnaast investeren de provincie Zuid-Holland (8 miljoen) en de gemeente Noordwijk (3 miljoen) stevig mee in de campusontwikkeling. Renate Beausoleil, senior beleidsmedewerker Aerospace en Smart industry van de provincie, heeft er hoge verwachtingen van. “Zuid-Holland wordt als Europese ruimtevaartregio ook nu al hoog aangeslagen, we beginnen niet bij nul. Maar de ontwikkeling van de campus moet daar een extra boost aan geven. Dat gaat veel verder dan Noordwijk, de campus staat in directe verbinding met andere sterke onderdelen in de provincie: zo’n 80% van alle ruimtevaartactiviteiten in Nederland bevinden zich in onze provincie.”
Brug slaan
Veel van die activiteiten zijn gekoppeld aan de drie Zuid-Hollandse universiteiten (“LDE”: Leiden, Delft en Erasmus Rotterdam), die sinds kort op de campus hun eigen vertegenwoordiger hebben in de persoon van Peter Batenburg. Met deze positie wil Space Campus, samen met de drie instellingen een brug slaan tussen kennis en de toepassing daarvan. Batenburg: “Grote instituten zoals ESA ESTEC, SBIC en het Galileo-referentiecentrum zijn onlosmakelijk verbonden met de Space Campus. Samen met de universiteiten heeft Nederland een sterke internationale reputatie opgebouwd op het gebied van ruimtevaarttechnologie en onderzoek.”
Beausoleil kijkt intussen uit naar de ontwikkeling van het ‘Basecamp’, midden op het open terrein aan de zuidoostelijke kant. “Mede dankzij de shared facilities en de bedrijfshuisvesting die daar zijn voorzien kunnen de eerste ontmoetingen er straks plaatsvinden. En dat is een absolute voorwaarde voor het succes van de campus. Onder aan de streep kan elke ontmoeting leiden tot innovaties en nieuwe bedrijvigheid. Economisch en maatschappelijk is dat van groot belang.”
“Elke ontmoeting kan leiden tot innovaties en nieuwe bedrijvigheid. Economisch en maatschappelijk is dat van groot belang.”
Renate Beausoleil
Eén geheel
Verantwoordelijk wethouder Roberto ter Hark van Noordwijk ziet dat ook als het grootste verschil tussen het bestaande bedrijventerrein en de toekomstige campus. “Nu kunnen we er veel meer één geheel van maken. De bedrijven die er nu al zitten zijn in feite samen met ESA ESTEC, GRC en de SBIC, de eerste campusbewoners, maar dankzij de extra voorzieningen zullen we er veel meer organisaties, PhD-studenten, start-ups en noem maar op mee deze kant op kunnen trekken. Ook vanuit het buitenland. Nu is het nog een verzameling bedrijven, straks is het één grote ontmoetingsplek.”
Ter Hark ziet drie fases voor zich. “Als eerste stap zullen we – dit jaar nog – het middenstuk tot leven brengen. Daarna kijk ik uit naar het zoveel mogelijk openstellen van het kenniscentrum van ESA ESTEC. Het hek dat daar nu nog omheen staat begrijp ik natuurlijk ook wel, maar ook bij ESA zien ze in dat juist door kennis te delen en werkelijk onderdeel te worden van ons ecosysteem de allermooiste dingen kunnen gebeuren. Uiteindelijk – en dat is de laatste fase – zie ik hier de internationale kennishub ontstaan die ervoor gaat zorgen dat de hele wereld weet dat je voor ruimtevaart niet meer om Noordwijk heen kunt.”
“Nu is het nog een verzameling bedrijven, straks is het één grote ontmoetingsplek.”
Roberto ter Hark
Niet alleen voor ruimtevaart trouwens, vult Esther Peters meteen aan. “Innovaties uit de ruimtevaart zie je vaak een toepassing krijgen in ons dagelijks leven. Zonder ruimtevaart hadden we geen tefallaagje in onze pannen gehad. Klimaatmonitoring is ondenkbaar zonder satellieten, de navigatie in onze auto is er direct uit ontwikkeld en zo kun je nog wel even doorgaan.” Anders gezegd: ruimtevaarttechnologie en ruimtevaartdata bieden oplossingen voor aardse uitdagingen. “We willen van wetenschap naar wereldmarkt. Research vertalen in oplossingen voor de grote problemen van deze tijd. Je ziet dat bijvoorbeeld heel duidelijk terug in het ESA BIC programma. Dit accelerator programma heeft expliciet als doel briljante ideeën, prototypes en concepten versneld en met meer succes naar de wereldmarkten te brengen.” Een ander voorbeeld is Groundstation DotSpace dat ook onderdeel uitmaakt van Space Campus en onder andere het gebruik van ruimtevaartdata in andere sectoren stimuleert.
Relevanter maken
Ook voor directeur Harm van de Wetering van Netherlands Space Office (NSO) is dat een van de drie doelen die hij met de opbouw van de campus gerealiseerd wil zien: beter gebruik op aarde van de data afkomstig van de satellieten. “Daarnaast kan de campus ons relevanter maken voor internationale ruimtemissies, met alle wetenschappelijke en maatschappelijke nieuwe kennis van dien en kan het Nederland helpen een sterkere ruimtevaartsector op te bouwen.”
Van de Wetering noemt ESTEC met bijna 3000 high tech professionals “the best kept secret” van Nederland. “Het is het vierde R&D centre van Nederland. Als je ziet wat daar allemaal gebeurt. Er komen elk jaar meer dan 100.000 zakelijke bezoekers naar toe, allemaal bronnen van nieuwe kennis; hoe mooi zou het zijn als je die iets langer kunt vasthouden op de campus dan nu het geval is. En ja, dan kan een restaurant of een gemeenschappelijke ruimte iets plats lijken in vergelijking met de grote inhoudelijke ontwikkelingen, maar wel essentieel in het uiteindelijke succes.”
De NSO-directeur verwacht ook veel van de international meeting facility die met geld van de Regiodeal wordt gecreëerd. “Deze functionaliteit op het ESTEC-terrein zal bijdragen aan de aanzuigende werking richting ESTEC en biedt ook weer kansen voor de Space campus om die bezoekers aan zich te binden.” Het NSO zelf overweegt een kantoor op de campus in te richten, in het toekomstige Basecamp. “Zo kan NSO ter plaatse binnen- of buitenlandse partijen ontvangen en uitleg geven over de Nederlandse ruimtevaart-aanpak en de programma’s die NSO beheert ter versterking van de ruimtevaart in Nederland.”
Allesbepalend
Een allesbepalende rol op de NL Space Campus is er voor ESA ESTEC, het grootste ruimtevaarttechnologiecentrum van Europa. Geen wonder dat directeur Franco Ongaro een van de eerste pleitbezorgers was van het idee van een Space Campus. “Op die manier kan de Nederlandse en internationale ruimtegemeenschap nog meer profiteren van onze nabijheid”, licht Ongaro toe. “Ons belang is om nog relevanter te worden binnen deze sector. We kijken ernaar uit een levendige industriële en start-up community dicht bij ons in de buurt te krijgen.”
ESA ESTEC startte 15 jaar geleden de eerste ESA Business Incubator en verhuisde na enkele jaren naar het huidige campusterrein. Ongaro: “Het gaat ons vooral om het uitwisselen van ideeën en kennis, maar ook om te laten zien dat ons werk ten goede komt aan de gemeenschap waarin we leven en dat we daarvoor erkend worden. Daarnaast kan de nieuwe campus ervoor zorgen dat nieuwe high tech bedrijven worden aangetrokken, ook van buiten Nederland.”
De opmerkingen over het ‘afbreken van de hekken en muren rondom ESA ESTEC’ wil Ongaro graag nuanceren. “Kijk gewoon naar de feiten: in normale tijden ontvangt ESA ESTEC meer dan 100.000 zakelijke bezoekers per jaar. Daarnaast komen er ook op Space Expo meer dan 100.000 toeristen, dagjesmensen en schoolkinderen per jaar. En dan hebben we het nog niet over de 9000 bezoekers van onze jaarlijkse Open Dag. Meer dan duizend van onze medewerkers werken ook voor de bedrijven die al gevestigd zijn op Space Campus. Onze experts staan dagelijks in contact met de meeste ruimtevaartbedrijven in Europa en onze laboratoria staan klaar om te helpen voor alles wat niet commercieel beschikbaar is. Vergeet ook niet wat dat voor de regio betekent: 3000 medewerkers en hun gezinnen die allemaal onderdeel zijn van het leven in en om Katwijk en Noordwijk. Ik denk dus eerlijk gezegd niet dat een hek een belemmering is voor de vrije uitwisseling van ideeën en kennis. Dat gebeurt nu al volop.”
Inspiratie
Het is duidelijk dat de missie om van Space Campus een succes te maken inmiddels breed gedeeld wordt, zowel bij publieke als private partijen. Dat geeft een vruchtbare bodem voor het thema ‘slim samenwerken’ dat volgens Esther Peters doorslaggevend zal zijn voor de nabije toekomst. “Het kan alleen slagen door een slim samenspel tussen de verschillende stakeholders en in nauwe samenwerking met het sterke cluster om ons heen. We mogen onszelf gelukkig prijzen dat ESTEC op ons grondgebied staat. Er werken nu al veel internationale bedrijven samen met ESTEC en ook voor hun is het interessant om hier een basis te hebben en onderdeel te zijn van ons ecosysteem. Met ook weer alle kansen van dien voor de BV Nederland.”
Met de goedkeuring van de Gebiedsvisie is een belangrijke stap gezet. Maar daarmee is de ideale campus er nog niet. Niet voor niets is al inspiratie opgedaan op campussen als Harwell in het Verenigd Koninkrijk, High Tech Campus in Eindhoven en Leiden Bioscience Park. “Allemaal met heel verschillende omstandigheden natuurlijk, maar wat telkens blijkt is dat een campus meer is dan de optelsom van benodigdheden. Het gaat ook om het creëren van een cultuur van onderling vertrouwen, zodat die ontmoetingen waar iedereen het nu over heeft daadwerkelijk effect gaan sorteren. En dat is waar we hier vanaf dag 1 aan bouwen.”
“Een campus is meer dan de optelsom van benodigdheden. Het gaat ook om het creëren van een cultuur van onderling vertrouwen.”
Esther Peters