Impression Einstein Telescope
Author profile picture

Een consortium, waaronder de Universiteit Twente (UT), gaat een koelsysteem ontwikkelen voor de Einstein Telescope (ET). De ET is een observatorium dat zwaartekrachtgolven zal meten en mogelijk in het zuiden van Nederland wordt gebouwd.

Waarom dit belangrijk is

De ET wordt binnenkort in Europa gebouwd, waarbij Nederland – in een gezamenlijke aanvraag met Duitsland en België – een van de kandidaten is. Dit observatorium belooft meer details te onthullen over de geschiedenis van het heelal.

Het consortium – Demcon kyoz en Cooll maken ook deel uit – ontvangt €2,6 miljoen over drie jaar via het Nationaal Groeifonds. Met dit geld wordt een drietraps koelsysteem ontwikkeld dat werkt met verschillende soorten koelvloeistoffen: neon, waterstof en helium.

Gravitatiegolven meten

Waarnemingen van zwaartekrachtgolven door bestaande observatoria en de nieuwe Einstein Telescoop worden gedaan met laserstralen. Deze worden in twee richtingen tien kilometer lange tunnels ingestuurd en aan de uiteinden door spiegels weerkaatst om op het beginpunt door een detector te worden opgevangen. Het meetsignaal is afhankelijk van het verschil in de weg die de twee laserstralen afleggen. Universitair docent Michiel van Limbeek legt uit: “Een passerende zwaartekrachtgolf beïnvloedt dat verschil op het meetsignaal. Daaruit kun je informatie halen, bijvoorbeeld over hoe die zwaartekrachtgolf is ontstaan.”

Om het onderzoek te financieren is de R&D-regeling in het leven geroepen als onderdeel van het ET-valorisatieprogramma met een financiële bijdrage van het Nationaal Groeifonds. De regeling kent vijf calls; de eerste was voor trillingsvrije koeling, die nodig is om metingen veel nauwkeuriger te maken. Die call is toegekend aan het consortium uit Twente.

Het koelproces

Het koelproces begint bij -195 °C, de temperatuur die wordt bereikt met vloeibare stikstof. Er zijn twee tussenstappen nodig om de laatste, lastigste stap naar -263 °C te bereiken: het koudste punt in het koelsysteem. Uiteindelijk zullen ze drie kopieën van het koelsysteem bouwen, één voor onderzoek aan de Universiteit Twente en twee voor de ETpathfinder in Maastricht, waar het meeste onderzoek voor de toekomstige telescoop plaatsvindt.