Twaalfhonderd kilometer moeten zonnewagens in de Cruiser-klasse van de Bridgestone World Solar Challenge komend najaar in één ruk zien af te leggen. Deze nieuwe regel, waardoor teams tussen de start in Darwin en de finish Adelaide nog maar twee keer mogen opladen, heeft volgens Solar Team Eindhoven een grote impact op het ontwerp van zijn nieuwe zonnegezinsauto.
Een gezinsauto maken waarmee een grote stap wordt gezet naar schonere mobiliteit, dat is en blijft het doel van Solar Team Eindhoven (STE), formuleert PR-manager Marije Sesink, studente Sustainable Innovation. “We zien de auto echt als een powerbank op wielen, met een grotere batterij en steeds meer energie om te delen. Wat kunnen we met dat overschot doen, hoe kunnen we die energie nuttig gebruiken?”
Hoe het team die vraag uitwerkt, blijft vooralsnog geheim. Het complete design, inclusief de nodige nieuwe features waaraan de ploeg volgens Sesink werkt, wordt traditiegetrouw binnenskamers gehouden tot de autopresentatie (naar verwachting begin juli). Wel kan het publiek de komende maanden wat sneak peeks verwachten van het exterieur van de auto, belooft de woordvoerster.
Geen vreemde eend
Geen geheim is dat STE opnieuw een gezinsauto op zonne-energie bouwt, met wederom een aerodynamische druppelvorm als basis voor het design. Qua uiterlijk wordt de nieuwe vierwieler volgens Sesink dan ook geen heel vreemde eend in de bijt in het Eindhovense zonnewagenpark, “maar er zit wel een aantal grote veranderingen in”.
Of de opvolger van Stella Vie opnieuw vijf zitplaatsen telt, blijft voor de buitenwacht wel nog even de vraag. Vaststaat dat het team in Australië in elk geval maar met maximaal vier personen mag rijden – een van de andere nieuwe regels in de Cruiser-klasse van de World Solar Challenge van dit jaar. Sesink lacht mysterieus: “Maar dat wil nog niet zeggen dat we geen vijfpersoons auto zouden kunnen maken”.
Meest opvallende verandering in het reglement is echter genoemde beperking in oplaadmomenten voor de Cruiser-teams. Deelnemers starten in Darwin met een volle batterij en mogen daarna, op weg naar Adelaide, tussentijds nog maar twee keer opladen. Voorgaande editie mocht het team onderweg nog elke nacht opladen. “Het grootste stuk dat we straks moeten kunnen rijden, is daarmee twaalfhonderd kilometer – zelfs bij slecht weer”, schetst Sesink.
Grote impact
En dat brengt serieuze uitdagingen – en afwegingen – met zich mee. Ter illustratie: Stella Vie kan 650 kilometer op één batterij rijden, “op een zonnige dag komt daar 350 kilometer bij via het zonnepaneel op het dak. Dan kom je op duizend kilometer”. De deelnemende cruisers zullen dus onherroepelijk moeten worden uitgerust met een forsere batterij om de eindstreep in Adelaide te kunnen halen, “dat heeft een grote impact op hoe je auto eruit gaat zien. Maar het biedt ook kansen, zeker in onze visie van de auto als powerbank op wielen”.
Een andere grote verandering is dat de zogenoemde practicality-score (oftewel: hoe praktisch is een auto?) opnieuw zwaarder gaat meetellen en dit jaar zelfs voor de helft het eindklassement bepaalt. Het Eindhovense team mag daar tijdens eerdere edities steeds de nodige punten op hebben gepakt, “je weet gewoon nooit precies hoe de jury van dit jaar gaat beoordelen”.
En sowieso: voorgaande teams zijn stuk voor stuk heel succesvol geweest, “dat biedt nog geen garanties”, beklemtoont Sesink. “Het geeft natuurlijk wel vertrouwen, maar we moeten nog steeds net zo hard werken als de vorige teams en alle andere teams die meedoen. De lat ligt hoog.” Of team 2018-2019, na alle eerdere ontwikkelingen en neergezette prestaties, nog kan verrassen? Sesink lacht opnieuw geheimzinnig: “Ik dénk het wel”.
Productie
Op 1 maart hoopt Solar Team Eindhoven te starten met de productie van zijn zonnewagen, die grotendeels plaatsvindt bij Brainport Industries Campus, vlakbij Eindhoven Airport. “Daar hebben we een grote hal, met diverse faciliteiten, tot onze beschikking waar we goed uit de voeten kunnen met de grote mallen voor onze auto.” De beoogde nieuwe zonnewagen wordt uiteindelijk wel in de eigen werkplaats, in TU/e-gebouw Momentum, geassembleerd.
De afgelopen september gestarte ploeg is met zijn 27 leden iets groter dan het vorige team. Geen overbodige luxe met genoemde nieuwe regels van de WSC en daaruit voortvloeiende uitdagingen, stelt Sesink. Iets meer dan twintig andere cruiserteams over de hele wereld zetten momenteel hun tanden in dezelfde uitdagingen, zo blijkt uit de voorlopige deelnemerslijst die deze week bekend werd gemaakt.
Waar sommige concurrenten volgens Sesink aan de slag zijn gegaan met al eerder gebouwde auto’s, stampen de Eindhovenaren opnieuw in driekwart jaar een compleet nieuwe auto uit de grond. En dat kan, zoals altijd, niet zonder externe steun. Zo is een online crowdfundingcampagne opgezet waarbij supporters onderdelen van de auto kunnen sponsoren (in ronde 1 variërend van een zonnecel tot de koplampen); daarnaast is het team al sinds zijn start volop in gesprek met potentiële sponsoren vanuit de industrie. Want alle reeds vergaarde naamsbekendheid ten spijt, “je moet steeds opnieuw met mogelijke partners in gesprek”.
Niet dat het studententeam in september al een heel compleet en scherp verhaal had, erkent ze. “Maar dat zie ik als een voordeel – we willen juist met bedrijven in gesprek over wat zíj interessant zouden vinden. We willen goed kijken naar ontwikkelingen in de automotive-industrie en bijvoorbeeld naar waar startups als Lightyear en Amber mee bezig zijn. Zo proberen we echt een onderdeel te zijn van de Brainport-regio.”
Bron: Cursor
Foto: © Bart van Overbeeke