©Ben Houdijk/Boymans van Beuningen
Author profile picture

Een knapperend haardvuur op een gastvrij landgoed van een regentenfamilie. Op de gebeeldhouwde schoorsteenmantel staat ‘esse non videri’. Motto en gespreksonderwerp: Zijn. Geen uiterlijk vertoon. Niet lijken, niet schijnen, maar zijn. Daar moest ik aan denken in Rotterdam begin deze maand bij de opening van het vernieuwende nieuwe Depot van Museum Boijmans van Beuningen.

Dát het er staat is essentieel voor de toekomst van de stad. En vernieuwend is het zeker. Een nieuwe museale beleving, grotendeels gefinancierd met privaat geld. Nu komt dat laatste wel vaker voor. Maar hier gaat het om het eerste publiek toegankelijke kunstdepot ter wereld. Een nieuw concept dat ineens de complete collectie activeert die musea altijd voor het overgrote deel onzichtbaar opbergen. Met een nieuw verdienmodel bovendien, door het depot in te zetten als publiekstrekker en ruimte te verhuren voor privécollecties en evenementen. En dat in combinatie met een geheel nieuwe stedelijke ervaring. Zoiets is sinds Crystal Palace toen de wereld nog in één gebouw paste niet meer vertoond. Dat werd onderhand ook wel weer eens tijd dus.

Sluimerende behoeften en verlangens

Creativiteit in architectonisch denken speelt hierbij een cruciale rol. Bij MVRDV draaien ze er de hand niet voor om, maar het is bepaald niet vanzelfsprekend voor een dergelijk groot collectief gebouw de sluimerende behoeften en verlangens van bewoners en bezoekers goed te lezen en een daarbij passende vorm en materialisatie te vinden. Enig in zijn soort. Niet gelijkend op enig ander. Nieuw op wereldschaal.

De Pot – kent u een spraakmakend gebouw zonder rake bijnaam? – biedt zowel voorbijgangers als bezoekers een gewaarwording die verder reikt dan instagrammable. Er ontstaat een gevoel van oneindig en ongewoon waardoor je onwillekeurig meer bewust raakt van jezelf en het getoonde. Ook ’s nachts.
Er komt veel bij elkaar in dit hyperhedendaagse multifunctionele collectiegebouw. Restauratieateliers. Een vrij toegankelijk dakbos trekt de natuur naar binnen, herbergt een restaurant en biedt uiteraard een spectaculair uitzicht. En dan de weerspiegeling van de stad. Wie had gedacht dat dat zo goed zou werken? De uitkragende spiegelende bolling vangt zomaar de handtekening van de Rotterdamse skyline. Het maakt een bezoek van begin af aan tot een indrukwekkende ervaring die intensiveert hoe dichterbij je komt en die zich voortzet in het surrealistische interieur. Het woord serendipiteit schiet te binnen.

Vertragende weerstand

Niet zo nieuw is de complexiteit van de totstandkoming. Met de gebruikelijke enorm vertragende weerstand tegen verandering in het algemeen en tegen dit soort sociaal economisch stimulerende stedelijke innovatie met architectuur, kunst en cultuur in het bijzonder. Dat hier zowel het initiatief als – in sterke mate – de weerstand vanuit het gevestigde culturele en architectonische veld zelf komt, blijft me verbazen. Het is zonneklaar, zeker nu het er eenmaal staat dat het depot onze waarneming en ervaring verbijzonderd, boven de anekdote uittilt en zo bijdraagt aan een zinvol en rijker bestaan voor individu en samenleving. Esse non videri.