Author profile picture

Scheuringen in de buikslagader (aneurysma’s) zijn vaak dodelijk; vandaar dat patiënten met verwijdingen van hun aders heel vaak op controle moeten komen. Onderzoek van vaatchirurg Marc van Sambeek moet ertoe leiden dat scheuringen beter te voorspellen zijn, waardoor patiënten minder vaak op controle hoeven en er veel geld bespaard wordt. Van Sambeek werkt voor het Catharinaziekenhuis en is deeltijdhoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Vandaag – vrijdag 15 december – houdt hij zijn inaugurele rede.

Van Sambeek is de negende hoogleraar in het Catharina Ziekenhuis; het heeft daarmee de meeste hoogleraren van Nederland die verbonden zijn aan een algemeen (niet-academisch) ziekenhuis.

Van Sambeek richt zijn onderzoek in eerste instantie op de buikslagader. “Samen met de universiteit zijn we een groot onderzoek begonnen om op patiëntniveau nauwkeurige voorspellingen te kunnen doen. Omdat scheuring van een aneurysma meestal dodelijk is, komen patiënten nu met grote regelmaat op controle. Door onze techniek kunnen we in de nabije toekomst de groei van aneurysma’s beter voorspellen waardoor patiënten minder vaak op controle hoeven te komen. Hierdoor dalen de kosten. Maar nog belangrijker: het aantal patiënten dat tussen de controles toch een scheuring krijgt zal dalen, waardoor minder mensen zullen overlijden aan een aneurysma.”

Ook op het gebied van vernauwingen van de halsslagader wil Van Sambeek op termijn stappen zetten. “De richtlijnen schrijven voor dat we patiënten met een ernstige vernauwing van de halsslagader allemaal moeten opereren. Maar slechts één op de negen operaties voorkomt een herseninfarct. In ons onderzoek kijken we niet naar de onderzoeksresultaten uit het verleden, maar juist naar zogenoemde patiënt-specifieke parameters.” Zo kan een onderzoeker bij patiënten die een TIA hebben gehad bekijken of er microbloedingen aanwezig zijn in de vernauwing: de voorspellers van een herseninfarct. “Hiermee zouden we dan veel beter kunnen bepalen welke patiënten wel en welke patiënten juist niet een operatie moeten ondergaan”, zegt Van Sambeek.