Het huidige wetenschappelijke onderwijs is hoofdzakelijk traditioneel en wordt aangeboden per discipline. “We weten veel niet, behalve dat er heel veel verandert. Dat zorgt ervoor dat het voor universiteiten lastig is om studenten goed voor te bereiden op de banen van de toekomst. Bij problemen die nu spelen in de maatschappij, komt de oplossing niet vanuit één discipline. Er moet steeds intensiever samengewerkt worden. Dat moet je dus je expertise maken. Dat het oké is dat dingen veranderen, omdat je weet hoe je problemen kunt aanpakken”, steekt Sabine Uijl van wal.
Disciplines samenbrengen
Uijl is onderwijsstrateeg bij de kennisalliantie van drie universiteiten en een academisch ziekenhuis (EWUU). Binnen de alliantie worden van oudsher gescheiden disciplines – technologie (TU/e), life sciences (WUR), sociale- en geesteswetenschappen (UU) en gezondheid (UMC Utrecht) – samengebracht.
Complexe problemen
Neem de energietransitie. De technische oplossingen, zoals zonnepanelen en windmolens, zijn er inmiddels. Maar, waar plaatsen we die windmolens? Nederland is een dichtbevolkt, klein land en niet iedereen zit te wachten op zo’n gigantisch apparaat in zijn achtertuin. En wellicht zijn andere vormen van energie veel efficiënter, zoals waterstof, maar zijn bedrijven daar niet in geïnteresseerd om dat ze al geld hebben gestopt in andere vormen van energietransitie. Uijl: “Bij alle hedendaagse vraagstukken komen maatschappelijke, technologische, economische en ethische aspecten kijken.”
Het doel van het samenwerkingsverband tussen de universiteiten is om onderwijs aan te bieden dat aansluit bij de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Dringende maatregelen nemen om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te bestrijden, bijvoorbeeld. Of: een einde maken aan armoede in elke vorm, overal.
Inner development goals
“De vraag is vervolgens hoe je dit soort grote, morele onderwerpen op een concrete manier aan onderwijs koppelt”, legt Uijl uit. “De basis van onderwijsontwikkeling bestaat uit wat wij de ‘constructive alignment driehoek’ noemen: een leerdoel, een activiteit en een toetsing die op elkaar zijn afgestemd. In het kader van transitieonderwijs, waar we hier over spreken, is dit voor docenten een flinke uitdaging. Om docenten te helpen dit in hun onderwijs toe te passen is het idee van de Toolbox voor Transitiemakers ontstaan. De alliantie en het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) van de UvA zijn samen met docenten een toolbox aan het ontwikkelen waar docenten lesmateriaal uit kunnen halen en inspiratie op kunnen doen.”
Om studenten op te leiden die kunnen bijdragen aan deze uitdagingen, neemt de kennisalliantie de Inner Development Goals (IDG’s) voor de Toolbox voor Transitiemakers als uitgangspunt. Deze doelen zijn opgesteld aan de hand van de SDG’s. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek is gekeken wat er nodig is in leiderschap en persoonlijke ontwikkeling om SDG’s te realiseren. Denk aan sociale- en cognitieve skills, maar ook zorgen voor elkaar en de wereld.
“De basis van onderwijsontwikkeling bestaat uit wat wij de ‘constructive alignment driehoek’ noemen: een leerdoel, een activiteit en een toetsing die op elkaar zijn afgestemd. In het kader van transitieonderwijs, is dit voor docenten een flinke uitdaging.”
Sabine Uijl
Leeractiviteiten, lessen en toetsmateriaal
De lancering van de toolbox staat gepland voor juli dit jaar. Het wordt een plek waar docenten terecht kunnen voor kant-en-klare leeractiviteiten, lessen en toetsmateriaal allemaal gericht op het vormgeven van maatschappelijke transities. Uiteindelijk zal de toolbox een ontmoetingsplek worden voor alle docenten die met transitieonderwijs bezig zijn.
Aan alle lessen en activiteiten hangt een toetsing. Pas dan heeft het voor docenten ook echt nut om lessen uit de toolbox in het curriculum van een opleiding op te nemen, aldus Uijl. Die toetsing vormt ook direct de grootste uitdaging bij de ontwikkeling van de toolbox. Want: hoe koppel je een waardeoordeel aan de vaak abstracte leerdoelen?
Eén van de IDG’s is bijvoorbeeld dat een student zich tot zowel zichzelf als anderen kan relateren met “vriendelijkheid, empathie en compassie”. In de toolbox is dat verwerkt tot een activiteit waarin studenten leren luisteren en reageren op hun medestudent. “Op die manier wordt een veilige omgeving gecreëerd om vrij te spreken, wat resulteert in productieve interactie en een diepere verbinding tussen spreker en luisteraar. De toetsing wordt gevormd door een zelfreflectie aan de hand van vragen zoals: ‘Ik kon me blijven focussen op wat de ander zei’, ‘Ik oordeel niet tijdens het luisteren’ of ‘Ik stel me non-verbaal open op naar de ander zodat deze gestimuleerd wordt te delen.’ Een waardeoordeel geven, zoals een cijfer, is voor zo’n leerdoel niet de juiste vorm”, legt Uijl uit.
Co-creatie met docenten
De toolbox is een initiatief van Uijl en Ilja Boor van de UvA. Samen met docenten vullen ze de online gereedschapskist. In februari vindt de derde co-creatie plaats met een groep van dertig docenten. In april gaan docenten elkaars tools uitvoeren. In juli gaat de website met ruim dertig tools live. De toolbox is voor iedereen toegankelijk.
Het doel uiteindelijke doel van de Toolbox voor Transitiemakers is om studenten beter voor te bereiden op een snel veranderende, onzekere wereld. “Dat is echt een taak van de universiteiten die we serieus moeten nemen. Ik zou het iedere student gunnen om in ieder geval een keer buiten hun eigen universiteit een vak te volgen en samen te werken met studenten vanuit andere disciplines.”