Hoe gaat Nederland de komende jaren het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen? In de automotivesector gaat het over allerlei alternatieven. Moet iedereen aan de elektrische auto? Of rijden we straks rond in waterstofauto’s of maken we gebruik van synthetische brandstoffen? Niemand lijkt het gouden ei in handen te hebben. Maar iedereen weet wel dat deze overgang niet van de een op andere dag geregeld is.
Om deze overgang te versnellen zet TNO het Innovation Centre for Sustainable Powertrains (ICSP) op. Martijn Stamm, marktdirecteur TNO Traffic & Transport, zei dit vandaag tijdens het debat “Realistische Routes naar Parijs” op de Automotive Campus in Helmond. In dit TNO-onderzoekscentrum werken verschillende partijen uit het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen samen om ideeën te testen en sneller naar de markt te brengen. “Dit initiatief is gebaseerd op het Powertrain Test Centre op de Automotive Campus in Helmond. Hier doet TNO zelf allerlei onderzoek doet op het gebied van koolstofarme duurzame brandstoffen zoals waterstof of biobrandstof, brandstofceltoepassingen, maar ook op het gebied van verduurzaming van bestaande verbrandingsmotoren.”
Onderzoek op dit gebied is ontzettend complex en vraagt om dure faciliteiten om ideeën te testen en valideren voor de markt. “Deze faciliteiten zijn voor bedrijven alleen niet te betalen”, legt Stamm uit. “Wij willen er als onderzoeksinstituut ook voor zorgen dat we het ecosysteem rond dit onderwerp versterken. Door samen te werken met allerlei partijen in verschillende constructies willen we een bijdrage leveren aan de BV Nederland. Goede ideeën moeten niet tien jaar op de plank blijven liggen, we willen technologieën binnen 1 à 2 jaar naar de markt brengen. Ook de overheid is het met ons eens dat dit probleem zo groot en complex is dat hier extra aandacht voor moet komen.”
Wie er precies zullen investeren en om hoeveel geld het gaat, kan Stamm in dit stadium nog niet zeggen. “Het gaat om grote partijen uit de industrie, maar ook overheden die enthousiast zijn over onze plannen. Hier hopen we binnenkort meer duidelijkheid over te kunnen geven. Maar iedereen ziet dat er iets moet gebeuren. Als TNO proberen we op deze manier verschillende partijen bij elkaar te brengen. Het gaat om ongelofelijk veel specialistische kennis en ook veel kunde.”
Ook Stamm denkt niet dat er in de automotive industrie maar één oplossing is om van fossiele brandstoffen af te komen. “We proberen allerlei verschillende dingen uit, waterstof, elektrificatie, maar doen ook nog onderzoek naar het verduurzamen van de huidige verbrandingsmotor. Een tussenoplossing naar een Fuel Cell met waterstof, zou een auto zijn die werkt met een verbrandingsmotor. Misschien krijgen we wel iets heel anders”, legt hij uit. Collega’s van Stamm doen bijvoorbeeld onderzoek naar biobrandstof op basis van zeewier. “Hier in Helmond kunnen we testen of dit toepasbaar is. Want hoe reageert een motor die hier niet op is afgesteld? Misschien komen er wel schadelijke stoffen uit de uitlaat.”
Het is volgens hem belangrijk om alle opties te onderzoeken en ideeën of nieuwe technologiën een kans te bieden. En dat kan TNO niet alleen is het idee achter het nieuwe centrum: “Dit kan in de vorm van een consortium, waarbij we goede afspraken moeten maken over IP, want dit moeten we wel respecteren. Maar we kunnen de faciliteiten ook beschikbaar stellen voor MKB’ers met een goed idee dat ze zelf willen testen. Het kan allemaal en we staan open voor nieuwe ideeën en samenwerkingen die ervoor zorgen dat we de doelstellingen van Parijs gaan halen.”