Timon Rupp, ceo en oprichter van The Drivery
Author profile picture

Eén centrale plek waar bedrijven en zelfstandigen uit de mobiliteitssector elkaar kunnen stimuleren en motiveren bij het ontwikkelen van concepten voor de toekomst. Een plek ook waar investeerders in een oogopslag kunnen zien wat Berlijn allemaal te bieden heeft aan start-ups op dit gebied. Dat was ongeveer het idee van Timon Rupp toen hij ruim een jaar geleden met zijn bedrijf The Drivery de eerste studio’s begon te verhuren in het Ullsteinhaus aan de Tempelhofer Hafen.

Het Ullsteinhaus, foto Maurits Kuypers

Het werd een succes. De meeste van de 30 studio’s zijn volgens Rupp verhuurd. Ongeveer 80 bedrijven hebben zich aangesloten. The Drivery heeft meer dan 500 leden. Toch is het ook in het Ullsteinhaus nu akelig stil in de gangen. Ruim 10.000 m2 heeft The Drivery tot zijn beschikking, verdeeld over meerdere verdiepingen in het gigantische gebouw. Normaal gesproken is het overal een drukte van belang, maar nu overheerst de stilte. Een lege kantine. Geen hackathons of verwoede discussies over waterstofauto’s en magneetbanen. Alleen een relatief klein aantal mensen achter computers en de ingenieurs van het bedrijf Enway die werken aan hun autonoom rijdende elektrische veegmachines voor de stadsreiniging.

The Drivery is in maart 2019 gestart met het verhuren van kantoor en andere werkruimte aan innovatieve bedrijven uit de mobiliteitssector. Het gaat hoofdzakelijk om jonge startende bedrijven zoals The Drivery zelf ook is. Maar in het Ullsteinhaus bevinden zich ook innovatieve afdelingen van grote technologiebedrijven zoals Siemens, Honda en Hella. In totaal hebben zich nu 80 bedrijven aangesloten verdeeld over 10.000 m2 aan kantooroppervlakte, productiehallen, recreatieruimtes en een congreszaal. Het qua werknemers grootste bedrijf is REE Technology.

“Het is zoals overal in de maatschappij. Er wordt door corona veel thuisgewerkt”, zegt Rupp. Grote zorgen over zijn vaste huurders maakt hij zich eigenlijk niet. Ook de investeerders achter The Drivery, zoals lichtproducent Hella, hebben geen terugtrekkende bewegingen gemaakt. Maar de nieuw ontstane ruimte in het pand heeft hem wel geïnspireerd tot een nieuw idee.

Het Buster programma

Jelbi is een van de partners van The Drivery. Het bedrijf laat in een app zien welke soorten mobiliteit er voor handen zijn,Foto Maurits Kuypers

Waarom niet een deel van de vrijgekomen ruimte aanbieden aan start-ups die het financieel echt moeilijk hebben door corona? Rupp: “Er zijn bij ons in het gebouw nog geen start-ups in de problemen gekomen, maar dat geldt wel voor veel andere start-ups in Berlijn. Ons idee is die bedrijven een handje te helpen.”

Rupp ontwikkelde daarom een maand geleden “het Buster Programma“. Dat bestaat uit gratis werkplekken voor een duur van voorlopig twee maanden. “Voorwaarde is wel dat het om een start-up of zelfstandige gaat afkomstig uit de mobiliteitssector die aantoonbaar krap bij kas zit.” Het is een soort duwtje in de rug, zegt Rupp, waarbij het zeker niet alleen gaat om een gratis werkplek. “Veel belangrijk is ons kenniscluster waar start-ups van kunnen profiteren.”

Volgens Rupp hebben zich inmiddels drie start-ups aangemeld. In totaal stelt The Drivery 3 studio’s (max. 20 mensen) voor het programma ter beschikking die normaal gesproken ongeveer €3000 per maand kosten. Er zijn bovendien ongeveer 200 flexibele werkplekken gecreëerd. Een en ander wordt gesteund door de investeerders achter The Drivery. Maar ook de Berlijnse senaat heeft al interesse getoond. En wil het concept mogelijk breder gaan steunen. “Zo hopen wij uiteindelijk als cluster sterker uit deze crisis te komen.”

Het Ullsteinhaus is niet zomaar een gebouw. Tot 1957 was het het hoogste kantoorgebouw van Duitsland. Het is gebouwd als hoofdkantoor en drukkerij voor de Joodse familie Ullstein, een van de grootste uitgevers van voor de Tweede Wereldoorlog. In 1934 werden zij gedwongen het voor een appel en een ei te verkopen aan de nazi’s die het omdoopten tot het “Deutsches Haus”. De familie ontvluchtte Duitsland, maar kreeg na de oorlog in 1952 zijn bezit weer terug. In 1960 verkochten ze het pand grotendeels aan een andere uitgeverijfamilie, Axel Springer. Springer bleef lange tijd een van de grootste huurders, maar het eigendom ging al snel over in handen van vastgoedinvesteerders. Vanaf de jaren tachtig veranderde het aangezicht van het pand steeds meer door de komst van verschillende kleine bedrijven. modewinkels. Er kwam ook een aanbouw. In 2015 kwam de grote coup van de gebroeders Samwer (Oliver, Marc en Alexander) die het gebouw voor een onbekend bedrag overnamen van vastgoedbelegger Becker en Kries. Sindsdien zijn er steeds meer start-ups in het gebouw gekomen, waaronder The Drivery. De gebroeders Samwer hebben de laatste jaren naam gemaakt met hun investeringsbedrijf Rocket Internet en succesvolle bedrijven als Zalando, Home24 en Hello Fresh. Minder bekend is dat ze ook grote vastgoedbeleggers zijn. Naast het Ullsteinhaus bezitten ze onder andere het Admiralspalast (een theater) en de oude Berlijnse centrale van chemieconcern Bayer. Volgens een bericht in Der Spiegel van vorig jaar bezitten ze in Berlijn voor tenminste 150 miljoen euro aan onroerend goed plus nog verschillende woningen. De exacte omvang van de vastgoedportefeuille is onbekend.
Meer artikelen over start-ups leest u hier.