Het programma Driving Dutch Design (DDD) bestaat vijf jaar en heeft al meerdere succesvolle ontwerpers voortgebracht. Het programma is een initiatief van ABN AMRO, de Dutch Design Foundation (DDF) en de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers (BNO). Het programma is in 2012 in het leven geroepen om ontwerpers te helpen betere ondernemers te worden. Aan DDD doen elk jaar vijftien tot twintig designers mee die in een programma van elf maanden workshops krijgen om meer te leren over communicatie, financiering en profilering. Daarnaast krijgen de designers vanuit ABN AMRO gedurende dit gehele traject een persoonlijke coach. Marsha Simon (BNO), Martijn Paulen (DDF) en Ilona Roolvink (ABN AMRO) blikken terug op vijf jaar Driving Dutch Design en geven hun blik op de toekomst van het programma.
Waarom zijn jullie vijf jaar geleden begonnen met dit programma?
“Ondernemen zit bij ons in het DNA, we merkten bij jonge designers dat ze hele mooie producten maken, maar moeite hebben om dat te vermarkten en brood op de plank te krijgen. Met dit programma willen we ze de handvatten bieden voor het ondernemerschap.” Aldus Roolvink. Ook Paulen merkte dit probleem op: “Wij zagen bij ontwerpers de ondersteuningsvraag voor ontwikkeling bij hun professionalisering, daarom hebben we als drie partijen gezegd: ‘Zullen we eens een programma ontwikkelen om die professionele ondersteuning te bieden?’” Simon legt uit waarom BNO hieraan begon: “Wij hebben een heel groot netwerk van designers, in alle soorten en maten en daarnaast ook een groot netwerk van trainers en kennispartners. Ik denk dat dat heel mooi aansloot bij wat de DDF en ABN AMRO al hadden. Het is voor ons als beroepsorganisatie belangrijk dat de kwaliteit van het werkveld hoog wordt gehouden. Als er veel jonge ontwerpers zijn die in het begin het moeilijk hebben en veel fouten maken is het belangrijk dat we die mensen bereiken, weten te vinden en dat ze goed op worden geleid in het werkveld. Natuurlijk is het voor ons ook belangrijk om bij te blijven bij de jongere generatie en er aansluiting bij te vinden.”
“Het programma is langzamerhand vanuit ons sterker geworden, maar ook echt vanuit de deelnemers zelf, die ook elke keer zich lieten inspireren en dachten: ‘hier zouden wij ook nog een stapje extra kunnen zetten.’”Martijn Paulen, Directeur Dutch Design Foundation
Hoe kijken jullie terug op vijf jaar Driving Dutch Design?
Paulen is hier heel positief over: “Je ziet dat de groepen elkaar steeds weer inspireren, ze willen het net weer iets beter doen dan de groep van vorig jaar. Op een gegeven moment ontstond bijvoorbeeld bij een groep het idee om deel te nemen aan Dutch Design Week, het jaar daarop was het vanzelfsprekend dat ze daaraan mee zouden doen. Nu is er een film, een boek en een ontmoeting met het bedrijfsleven waarin ze pitchen. Zo is het programma langzamerhand vanuit ons sterker worden en gegroeid, maar ook echt vanuit de deelnemers zelf, die ook elke keer zich lieten inspireren en dachten: ‘hier zouden wij ook nog een stapje extra kunnen zetten.’” Ook Roolvink ziet dat het programma gegroeid is: “Het is zeker geslaagd, toen we hiermee begonnen moesten we zelf designers gaan zoeken en nu merken we dat designers zelf naar het programma toe komen om deel te nemen. Het feit dat de mond-tot-mondreclame binnen de designerwereld er al is, vind ik wel geslaagd. Daarnaast merken we dat het programma steeds uitgebreider wordt en veel deelnemers blij zijn dat er nu steeds meer aandacht is voor presenteren en pitchen. Ook komen er nu ook gewoon opdrachten uit voort voor de ontwerpers en dat is natuurlijk waar je het voor doet.” Simon voegt hieraan toe: “In het hele werkveld is er meer focus op het ondernemerschap gekomen in de afgelopen vijf jaar. Het is niet voor niks van de grond gekomen, dit programma. Het is mooi om te zien dat de designers leren ondernemen en dat die zakelijke wereld ook dichterbij de creatieveling komt te staan. Een onderdeel van het programma zijn nu: een expositie, een pitchpresentatie en een publicatie. Dat was in het begin niet zo, terwijl als je vanuit een ontwerper denkt, het juist tof is om naar een expositie toe te werken. Omdat ze zelf hebben aangegeven dat ze dat wilden doen en daar energie in hebben gestoken, heeft het nu zijn plek gekregen. Het programma is natuurlijk ontwikkeld vanuit de zakelijke wereld en is nu meer een samensmelting van twee werelden geworden.”
Wat is jullie hoop voor Driving Dutch Design over vijf jaar?
Het ultieme doel van Roolvink is dat het programma dan niet meer bestaat: “Dat klinkt misschien een beetje gek, maar dit programma is eigenlijk ontstaan omdat op academies heel veel tijd wordt besteed aan de creatieve kant, maar veel te weinig aan ondernemen. Het verbetert wel overigens, dat merken we ook, maar er is nog steeds behoeft aan het programma dat we hebben opgezet. Mijn ultieme doel zou zijn dat het niet meer nodig is, dat het meer opgenomen wordt in de opleidingen, waarbij je gebruik zou kunnen maken van de partijen die er nu bij betrokken zijn, bijvoorbeeld door gastcolleges of gastsprekers in te laten vliegen, in elk geval dat het wel onderdeel wordt van de opleidingen.” Simon deelt deze hoop: “Ik hoop dat het dan niet meer nodig is doordat de academies zelf begrijpen dat het een essentieel onderdeel is van de opleiding, of iemand nu voor zichzelf gaat beginnen of bij een bureau aan de slag gaat. Ontwerpers zijn nu bijna een jaar lang bezig met een intensief programma. Ik geloof dat als mensen al beter voorbereid worden tijdens hun studie, ze dan aan hier en daar een keer een workshop of een masterclass ook genoeg hebben.”
Naar aanleiding van vijf jaar Driving Dutch Design volgen er nog twee portretten van oud deelnemers.
Fotocredits: Jeroen van der Wielen