Een seintje over onze activiteit als we nog geen tienduizend stappen hebben gezet, een VAR die meekijkt of het buitenspel was, elektrische fietsen die het rijden vergemakkelijken. Allemaal innovaties in de sport om het bewegen aan te moedigen zodat we fit blijven, of om de sport objectiever te maken. Maar waar ligt de grens van het aanvaardbare? Wanneer leidt technologie tot manipulatie in de sport? Tijdens een openbaar Fontys-college op 10 oktober belichten Colette Cuijpers, lector Recht en Digitale Technologie, en Steven Vos, lector Move to Be, vanuit hun invalshoek de vraag: Technologie in de sport: een vloek of een zegen?
“We gebruiken allerlei apps en apparaten, zoals Fitbits, om onze sportprestaties te meten en te delen. Dat begint bij stappen tellen, om te bepalen of je wel actief genoeg bent geweest op een dag. Maar er zijn ook studies die laten zien dat allerlei emoties afgeleid kunnen worden met die technologie.” Cuijpers constateert dat we vaak bij die apps klakkeloos de algemene voorwaarden accepteren, waarmee we toestemming geven om die gegevens met derde partijen te delen. “Wat als die partijen advertenties gaan sturen gericht op jouw emotie? Of als die app niet alleen zegt dat je nieuwe hardloopschoenen moet gaan kopen, maar ook nog eens waar en van welk merk? Kan dat dan zomaar en mag dat dan zomaar?”
Met technologie kun je ook je lichaam aanpassen en daardoor je sportprestaties verbeteren, gaat Cuijpers verder. Bijvoorbeeld bionische benen die beter worden dan de benen waarmee we geboren zijn, zoals Hugh Herr in zijn Ted Talk verwoordt. “Ja, manipulatie van het menselijk lichaam, hoe ver mag dat gaan? Dat je eigenlijk niet meer in een gewone competitie zou mogen participeren omdat je jezelf dusdanig hebt verbeterd dat het geen eerlijke strijd meer is? Wanneer wordt technologie doping?”
Of de VAR? Brengt die rechtvaardigheid in het voetbal? “De VAR is nu nog een ondersteunende tool die de scheidsrechter helpt. Die scheidsrechter neemt op dit moment nog altijd de uiteindelijke beslissing. Maar kijk je naar de Hawkeye in tennis, dan zegt die technologie al of de bal in of uit is. Dat wordt gevolgd en niet overruled door een scheidsrechter.” Klinkt als objectief, maar naast een heel andere sportbeleving, heb je ook het risico dat zo’n systeem gehackt kan worden, vertelt Cuijpers. “In een sport als voetbal waar veel geld omgaat in sportweddenschappen kan manipuleren van die technologie wel heel lucratief zijn.”
Het is een ingewikkeld verhaal met naast een blik op mogelijke manipulatie, ook aandacht voor argumenten die technologie juist rechtvaardigen. Technologie biedt mensen immers de mogelijkheid om te sporten en een deel van de ongewenste subjectiviteit haal je eruit. “Het is zeker geen negatief verhaal, we laten beide kanten zien”, vertelt Steven Vos. “Ik bekijk het vanuit de bewegingswetenschappelijke en psychologische kant en vanuit industrieel ontwerp. Colette belicht het vanuit de juridische kant. We willen prikkelen en verschillende perspectieven tonen.”
Als voorbeeld noemt Vos de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), Europese wetgeving die in mei 2018 de bescherming van persoonsgegevens op scherp zette. “Iedereen schoot in paniek. Het is ook lastig want de techniek loopt voor op de wettelijke kaders. Er was bijvoorbeeld een voetbalelftal dat alle spelers 24/7 wilde monitoren. Zodat ze gericht rust konden nemen en hun trainingen konden individualiseren. Maar mag dat en wie doet dat? Bekeken vanuit de club zijn het duurbetaalde spelers die je optimaal wilt inzetten. Maar volgens de Europese wetgeving mag het niet. Terwijl een individuele atleet juist alle baat heeft bij een individueel aangepaste training om blessures en overbelasting te voorkomen.”
“Sport heeft van zichzelf al ongelijkheid in zich”, vertelt Vos. Bovendien worden spelers ook nu al volop ‘gestuurd’. “Kijk bijvoorbeeld naar wielrennen, de ploegleider neemt op de limiet nog een beslissing in de wagen. Hoe autonoom is de renner dan nog?”
De lectoren sluiten af met een reeks tips, bijvoorbeeld over hoe je je privacy bewaakt bij dataverzameling. Maar het gaat vooral om bewustwording, zeggen beide lectoren. Vos: “We willen meerdere kanten belichten en een realistisch verhaal neerzetten.”
Het college is op 10 oktober, van 19.30 – 21.00 in het Fontysgebouw TQ op Strijp T, in Eindhoven.
Steven Vos
Steven Vos is lector Move to Be binnen Fontys Sporthogeschool (Eindhoven). Hij richt zich in zijn praktijkgericht onderzoek op slimme oplossingen om verantwoord en duurzaam te sporten en te bewegen. Van het kind dat geïnspireerd wordt door het bewegingsonderwijs tot de senior die het plezier in sport en bewegen (opnieuw) ontdekt. Vos is eveneens deeltijd hoogleraar aan de Faculteit Industrial Design van de Technische Universiteit Eindhoven en is daarnaast ook verbonden aan de Onderzoeksgroep Sport- & Bewegingsbeleid van de Faculteit Bewegings- & Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven.
Colette Cuijpers
Colette Cuijpers is als lector Recht en Digitale Technologie verbonden aan de Juridische Hogeschool Avans – Fontys. Daarnaast is ze universitair hoofddocent aan het Tilburg Institute for Law, Technology and Society van Tilburg University. Cuijpers is een gepromoveerd jurist en heeft een zeer brede onderzoeks- en onderwijservaring op het gebied van recht en digitale technologie. Naast onderwerpen als e-overheid, e-commerce, intellectuele eigendom en cybercrime ligt haar focus in onderzoek en onderwijs met name op het gebied van privacy en gegevensbescherming.