We gebruiken steeds meer batterijen. In huis gebruiken we er gemiddeld 113 per jaar. Er is ook een toenemende vraag naar elektrische auto’s en fietsen. Daarnaast heeft de industrie batterijen nodig om te kunnen elektrificeren. Aan die toenemende vraag zitten twee ingewikkelde punten, zegt Dirk van Meer, oprichter van CORE Chemistry, een spin-off van Eindhovense studententeam CORE. “Batterijen recyclen doe je niet zomaar. Er is een groot gevaar voor batterijbranden.” Daar hebben de studenten nu iets op gevonden
Batterijen bestaan uit brandgevaarlijke stoffen, legt Van Meer uit. “Die stoffen zijn instabiel en kunnen bij hoge temperatuur afvalbranden veroorzaken.” Het aantal afvalbranden in Europa neemt toe, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In 49 van de 53 branden bij Europese e-waste recycling bedrijven, zijn batterijen de oorzaak. “Bij deze branden kunnen gevaarlijke stoffen vrijkomen, die omwonenden kunnen inademen.”
Het team werkte anderhalf jaar aan een oplossing voor de batterijbranden. Maandag onthulden de studenten hun uitvinding. Een shredder die volledig functioneert, de CORE Titan. Vol trots presenteerden, zowel de studenten van het oude team CORE als de nieuwe, de installatie. Elke jaar wisselt het studententeam van samenstelling.
Scheiden
Zo’n 60 mensen kwamen op de onthulling af. Partners die het mogelijk maakten, medestudenten van andere opleidingen, maar ook geïnteresseerden uit de afvalbranche. Zoals Hanneke Agterhuis, project manager business development bij afvalverwerker Renewi. “Voor mij is het een mooie eerste stap om een bestaand groot probleem op te lossen. Ik denk dat het een onderwerp is dat voor veel bedrijven belangrijk is, maar niet belangrijk genoeg om er een toegewijd team op te zetten. Ik ben blij dat deze studenten de eerste stappen hebben genomen.”
Lees ook: Ondernemende student verslaat professor met gemak
Ook voor Hugo Stijnen, business developer bij Bluetron is het een herkenbaar probleem. “De batterijstroom is gigantisch, maar vaak is het niet nodig om voedingen aan het einden van de levensduur weg te gooien. Bluetron geeft industriële voedingen aan het eind van hun levensduur een nieuw leven. Dat doen we voor onder meer partijen als IBM. Het is gaaf om te zien hoe CORE recycling heeft opgepakt. Ik ben benieuwd naar de volgende stap.”
Nieuwe materialen
Het is een eerste stap, want de snijmolen toont aan dat het veiliger is als je de batterijen in een bak zout water in stukken hakt. Dus minder kans op een afvalbrand. Met wat over blijft, willen de studenten nieuwe materialen maken. Of dat lukt, is een tweede, beaamt ook Gabby van Meer. Hij is de vader van student Dirk, die in 2018 het studententeam CORE oprichtte. Op jonge leeftijd raakte zoon Dirk al geïntrigeerd door de ongetemde ambitie van zijn vader om metalen te kunnen recycleren.
Die ambitie ontstond eigenlijk in 2002, vertelt Gabby van Meer. Door een medische misser was hij maandenlang uit de running. Hij ging naar het ziekenhuis om zijn amandelen te laten knippen en de arts “besloot mijn halsslagader door te snijden”. Er volgde een jaar van revalideren, opnieuw leren praten, zijn conditie weer terugkrijgen. Maar niet alleen dat. “De eerste vier jaar na mijn revalidatie waren een groot feest. Alles was blessuretijd. Ik had er niet meer kunnen zijn. Alle tijd was extra. Problemen waren er eigenlijk niet, want ik wist dat het eindig was.”
Relevant
Van Meer zegde zijn baan bij een Amerikaans productiebedrijf op. “Ik had er genoeg van, ik wilde iets maatschappelijk relevants doen.” Hij koos voor de publieke sector en werkte tien jaar voor Prorail en gaf zes jaar advies aan onder meer de provincies Noord-Brabant en Drenthe.
In 2006 begon zijn zoektocht naar een manier om metaal opnieuw te gebruiken, vorm te krijgen. Bij Prorail zorgde hij er onder meer voor dat de afgeschreven dwarsliggers van de rails netjes afgevoerd konden werden. “In België gingen ze de ovens in en in Engeland maakten ze er tuinmeubelen van. Als publiek bedrijf wil je zo niet omgaan met je afval. Dat moest anders.” Via onder meer Autorecycling Nederland (ARN) leerde hij over recycling. Ook ontmoette hij edelchemie-directeur Leo Nevels. Door hem kreeg Gabby van Meer een droom: een fabriek waar met smelttechnologie, gebaseerd op de werking van de aarde, metalen opnieuw gebruikt konden worden.
Nevels had bedacht hoe de aarde zijn moeilijke reststromen verwerkt, zo vertelt Van Meer-senior. “Die zware metalen vinden hun weg door vervuild slib naar de bodem van de ocean. Via een tektonische plaat komen ze in de kern van de aarde terecht waar het rustig is, warm en zuurstofarm. Alleen duurt dat proces eeuwen. Ik vond dat dat sneller moest kunnen. De maatschappij is daaraan toe.” Het verbaast Van Meer senior dat we in een wereld lijken te leven waarin we nooit iets afbreken. “Alsof er altijd voldoende bouwstenen zijn.” In 2011 richtte Gabby van Meer het Instituut Voor Elementaire Retractie op om die fabriek ooit te kunnen realiseren.
Lees hier meer over team CORE
Stapjes verder
Ondanks zijn eindeloze ambitie leek Gabby van Meer zijn droom op te moeten geven. Hij had het geld, de kennis en het netwerk niet om een fabriek te bouwen. Tot zoon Dirk zijn interesse toonde: “Hij zei stellig dat die fabriek er sowieso moest komen.” Dirk ging technische scheikunde studeren, zijn vader introduceerde hem bij zijn netwerk. Zo’n zes jaar later werd er gedokterd, nagedacht, geëxperimenteerd en onthuld. “Elke keer komen we weer stapjes verder.” Zo’n 100 studenten passeerden de revue, momenteel telt het team 22 studenten.
Lees hier meer over de ontwikkeling van de CORE’s oven
Van Meer-senior vindt het geweldig om te zien hoe de studenten samenwerken en gewoon de energie hebben om door te gaan. “Afgelopen zaterdag ging er op het laatste moment nog wat mis. Dan staan daar om half 11 ’s avonds nog twee studenten kei- en keihard te werken. Roemeense hiphop hard aan. Dat was wel even wennen, maar een small price to pay als je ziet was ze gebouwd hebben.”
Dirk studeerde afgelopen zomer af. Vader en zoon zijn nog altijd nauw bij het studententeam betrokken. Maar ze werken ook binnen de spin-off CORE Chemistry aan de fabriek, “die er ooit gaat komen”. Aanvankelijk lag Delfzijl in het verschiet, maar die business case deugde niet, bekent Gabby. “Beperkte capaciteit per jaar en een onhandige plek. Het is best lastig om het los te laten, maar als je in theorie er al elk jaar een paar ton bij moet doen, weet je dat het niet klopt.”
Eye-opener
Voor de Van Meers was het een einde, maar ook een begin. “We hebben veel geleerd van het proces. Van de toevoer en afvoer, hoe je de mensen moet opleiden. Maar we kwamen ook op de vraag hoe we ongesorteerde batterijen willen gaan verwerken. Wat is daarvoor nodig?”
Er kwam een shredder die in zoutwater werkt voorbij, zegt Gabby van Meer. “Een concept uit Oost-Europa. We hebben studenten gevraagd of zij daar onderzoek naar wilden doen. Zij kwamen terug met de mededeling dat het een goede eerste stap is, maar dat smelttechnologie geen goede volgende is.”
Dat was voor Gabby een eye-opener. “Ik was vooral bezig met een technische oplossing. Als werktuigbouwer ga ik voor de oplossing. Niet voor het probleem. Ik heb geleerd niet de techniek centraal te stellen. Het gaat erom de circulaire economie te versnellen.”
Als “optimist tot in de kist”, weet Gabby van Meer zeker dat de fabriek er ooit gaat komen. De plannen zijn van Delfzijl verschoven naar Moerdijk. Het is voor hem mooi om te zien dat met de installatie CORE Titan een fysieke stap is gezet. Dat Dirk het stokje toentertijd van hem overnam, verbaasde hem. “Maar mijn jongste zoon gaat nog een stapje verder. Die vroeg: weet je waarom de dingen die jij verzint nooit landen? Dat komt omdat je geen rekening houdt met de gebruikerskant. Het is alleen maar techniek. Hij studeert nu technische psychologie. Volgens hem kun je beter techniek ontwikkelen die gebruikt wordt, dan tien geniale ideeën hebben die nooit landen.”
Ook interessant: Lithium-ion batterijen afgeschreven? Drie ontwikkelingen die het tegendeel bewijzen