Wetenschappers aan de Universiteit van Manchester hebben moleculen gevonden in talg, die verantwoordelijk zijn voor een unieke geur bij mensen met Parkinson. Talg zou ook kunnen helpen bij het opsporen van andere aandoeningen, waaronder Covid-19.
De Britse Joy Milne was tien jaar getrouwd met haar 31-jarige man toen ze op een dag merkte dat haar man een muffe geur om zich heen had. Een geur die voorheen niet bij hem hoorde. Deze ging niet meer weg en werd met het jaar intensiever. Het stel had er geen verklaring voor. Ruim tien jaar later werd bij Joys man de ziekte van Parkinson geconstateerd. Joy en haar (inmiddels overleden) man, die beiden in de gezondheidszorg werkten, begrepen instinctief dat de geur van doen had met de ziekte.
Veranderde niveaus van neurotransmitters
Het vermoeden dat Parkinson een geur heeft werd vorig jaar wetenschappelijk aangetoond. Onderzoekers van onder andere het Manchester Institute of Biotechnology (MIB) gebruikten massaspectrometrie om de moleculaire verbindingen te identificeren die deze unieke geur veroorzaken. Om erachter te komen wat deze geur maakt, verzamelden de onderzoekers talgmonsters van meer dan 60 proefpersonen, zowel Parkinsonpatiënten als mensen zonder die aandoening. Vervolgens analyseerden ze de gegevens van de monsters op moleculair niveau en vonden ze bij alleen de Parkinsonpatiënten de aanwezigheid van onder andere hippuurzuur, eicosaan en octadecanal. Dat zijn biomarkers die wijzen op veranderde niveaus van neurotransmitters die bij Parkinsonpatiënten worden gevonden.
Joy Milne ‘controleerde’ de resultaten met haar reukorgaan. Het onderzoek werd gepubliceerd in ACS Central Science, een Amerikaans wetenschappelijk (open source) tijdschrift met een goede reputatie.
Diagnostische test op Parkinson
Het onderzoek van het MIB, dat onderdeel is van de Universiteit van Manchester, moet leiden tot de ontwikkeling van een diagnostische test om Parkinson in een vroeg stadium op te sporen. Zo’n test zou elke huisarts kunnen laten uitvoeren bij degene die bij de praktijk aanklopt en klaagt over stijfheid, bewegingstraagheid en reukverlies, symptomen die kunnen wijzen op het vroege stadium van Parkinson. Nu worden zulke symptomen er vaak niet aan toegeschreven, zeker als het jonge mensen betreft. “Het is extreem belangrijk om Parkinson vroeg op te sporen, zeker bij jonge mensen,” zegt Perdita Barran, hoogleraar massaspectrometrie bij het MIB, een van de auteurs van de onderzoekspaper. “De eerste symptomen van Parkinson zijn beperkt en moeilijk herkenbaar. Mede daardoor wordt de ziekte niet zo snel gediagnosticeerd.”
Met een moleculaire test zou de ziekte in een vroeg stadium kunnen worden ontdekt. De ziekte, hoewel niet te genezen, kan dan ook beter onder controle worden gehouden. Miljoenen mensen kunnen er baat bij hebben. In Nederland hebben ruim 35.000 mensen de aandoening. Momenteel is Barran en haar team bezig met een onderzoek onder 2000 mensen die symptomen hebben zoals die voortkomen bij de ziekte van Parkinson, maar bij wie de ziekte niet is vastgesteld.
Ook bruikbaar voor diagnosticeren van andere ziektes
Dat talg en de geur van talg voorspellende, diagnostische kwaliteiten heeft, is tamelijk nieuw. En het blijft niet beperkt tot het opsporen van de ziekte van Parkinson. “We verkennen tal van andere ziektes, waaronder Covid-19,” verklaart Barran enthousiast. “De resultaten zijn heel goed, maar moeten nog gepubliceerd worden.” Een patent op het intellectueel eigendom is echter al aangevraagd, zegt de hoogleraar. “We hebben zoveel mensen op Parkinson gescreend, waarvan sommigen ook andere aandoeningen hebben, zoals diabetes, hoge druk, overgewicht. En ook die aandoeningen zijn we in staat te onderscheiden.” Volgens Perdita Barran is het BIM het enige wetenschappelijke instituut ter wereld dat onderzoek doet naar talg als diagnostische factor.
Met talg als indicator wordt de toekomst voor diagnostiek op zijn kop gezet. “Talg biedt een eenvoudige manier voor analyse, het is veel gemakkelijker en goedkoper talg af te nemen dan bloed en urine, de gewoonlijke manieren om tot een diagnose te komen.” Bij afgenomen bloed moeten proteïnen worden toegevoegd, het moet gekoeld bewaard worden en vrijwel onmiddellijk verwerkt worden zodat de samenstelling niet verandert. Voor urine geldt hetzelfde. Bij een talgstaat is tijd een onbelangrijke factor. Moleculen zijn stabiel. Je hebt ook geen naald nodig.
Betere verklikker dan urine of bloed
Het mag een verrassing heten dat talg eigenlijk nooit eerder op diagnostisch vlak is aangewend. “Talg wordt wetenschappelijk wel bestudeerd, maar voor 99 procent alleen op het terrein van dermatologie en huidaandoeningen,” zegt de hoogleraar. Talg is een betere verklikker dan urine of bloed, vindt Barran. Omdat de moleculaire substantie in talg bewaard blijft is het ook te verklaren dat de geur afkomstig van talg een bijna blijvende dimensie heeft. Het is zoals de jas van grootmoeder, die ook al is ze er al jaren niet meer, de speciale geur van haar behoudt.
Barran denkt dat over vijf jaar een diagnostische test beschikbaar komt.