Netcongestie – het elektriciteitsnet zit zo vol dat er opstoppingen ontstaan – raakt elk nieuw industrieterrein, elke gewenste bedrijfsuitbreiding en zelfs woningbouwprojecten lopen risico. De gevolgen zijn aan twee kanten merkbaar: er is geen elektriciteit beschikbaar op de momenten dat je het nodig hebt, maar ook teruglevering van zelf opgewekte energie is niet meer mogelijk.
Waarom je dit moet weten
Netcongestie – filevorming op het elektriciteitsnet – is een steeds vaker opspelend probleem, vooral voor groeiende bedrijven. Voltgoed heeft een systeem gebouwd dat op basis van een lange-termijnplanning in staat is daar wat tegen te doen.
Het probleem staat inmiddels vol op het netvlies van overheden en netbeheerders. Met hulp van partijen als Enexis en Liander zijn lokale energy hubs ontstaan die voor specifieke bedrijventerreinen de netcongestie kunnen oplossen. Het lijken druppels op een gloeiende plaat, maar inmiddels is er dankzij de pilots her en der in het land zoveel expertise ontstaan dat de druppels minder snel kunnen vervliegen. Toch is er meer nodig dan de medewerking van de netbeheerder, want ook die is weer afhankelijk van een hogere macht: het hoogspanningsnet van TenneT. Er is, kortom, niet alleen behoefte aan geduld en doorzettingsvermogen, maar ook aan heel veel creativiteit. En een heel strakke planning.
Bij Voltgoed hebben ze daar inmiddels ervaring mee. De op de High Tech Campus Eindhoven gevestigde start-up heeft een manier bedacht om ontwikkelaars en gebouweigenaren te ondersteunen in het verduurzamen van hun warmtebehoefte. En dat doen ze van start tot finish, zegt mede-oprichter Horst Fietje. “Daar zit ‘m precies ook het verschil met hoe anderen het aanpakken. In plaats van alleen een goed advies, begeleiden wij een gebouweigenaar vanaf de fase van ideevorming tot en met de exploitatie als alles klaar is.”
Netwerk
Dat klinkt logisch, maar tegelijk ook enorm ingewikkeld. Neemt Voltgoed – met intern zes medewerkers ook nog beperkt in capaciteit – niet teveel hooi op de vork? Fietje vindt van niet. “We kunnen dat garanderen dankzij ons netwerk van partners. De fases van haalbaarheidsstudies en ontwikkeling van het energiesysteem kunnen we grotendeels op eigen kracht doen. Voor de realisatie werken we samen met gespecialiseerde installatiebedrijven die het warmtesysteem kunnen aanleggen. Wij blijven natuurlijk kort aangesloten om ervoor te zorgen dat het systeem gerealiseerd wordt volgens het ontwerp. Zo kunnen we de energieprestaties tijdens de exploitatie garanderen.”
Behalve een strakke planning is het ook van belang ver vooruit te kijken, zegt Fietje. “Wat je nu vaak ziet is dat er tamelijk willekeurig wordt gezocht naar oplossingen die op de korte termijn lijken te helpen. Een gebouweigenaar die van het gas af wil gaat dus kijken wat isolatie oplevert en vervolgens wat het betekent als daar nog een warmtepomp aan gekoppeld wordt, en zo verder. Dat is allemaal niet verkeerd, maar door dat allemaal min of meer handmatig vanuit de huidige mogelijkheden te benaderen, kies je vaak niet voor de beste combinatie van maatregelen voor de lange termijn. Daarom werken wij met een datagedreven rekenkern die alle mogelijke scenario’s doorrekent en dus veel verder vooruit kijkt.”
Sterflat in Wageningen
Het jaar 2050 is daarbij, niet toevallig, het ijkpunt. In dat jaar moeten we immers volgens de klimaatdoelstellingen van Parijs een volledig CO2-neutraal bestaan hebben opgebouwd. “Juist vanwege de huidige netcongestie kun je niet alleen maar in het ‘nu’ denken. Wat wij dus doen is een energiesysteem opstellen dat met de jaren kan meegroeien met de behoeften en mogelijkheden. Dat doen we nu bijvoorbeeld voor de grote Sterflat in Wageningen met 400 woningen voorzien van blokverwarming op aardgas. Deze moet van het gas af en de woningcorporatie wil een hoger energielabel, maar daarbij lopen ze tegen capaciteitsproblemen aan voor het elektriciteitsnet. Dat betekent dat ze niet in één keer over kunnen op een collectieve warmtepomp. Wij hebben voor het project een plan gemaakt dat begint met isolatiemaatregelen en een hybride warmtepomp-opstelling. De komende jaren wordt dus ook nog gedeeltelijk gebruik gemaakt van aardgas maar de bouwkundige ingrepen zijn al wel voorbereid op all-electric. Over negen jaar, als naar verwachting netbeheerder TenneT weer ruimte heeft op het elektriciteitsnet, kunnen we de volgende stappen zetten – maar daar hebben we in de jaren daarvoor dus op voorgesorteerd.”
Een tweede cruciaal punt dat Voltgoed heeft ingebouwd is de financiering. Door gebruik te maken van beschikbare subsidies en financiering die bijvoorbeeld via het Energiefonds Brabant en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) worden geboden, kan Voltgoed investeren in de verduurzaming van de warmte-installatie. “We berekenen de Total Cost of Ownership over de hele periode tot 2050 en verder. Hiermee kwantificeren we dus hoe gunstig het is om bepaalde verduurzamingsstappen te zetten. We werken hiervoor samen met Ovvia, één van de ondernemingen van Jan van Hout uit Veldhoven. Het haakt in op het besef bij veel gebouweigenaren dat de energieprijzen blijven stijgen maar de drempel om te investeren desondanks groot is. Wij kunnen met Ovvia laten zien dat zo’n investering wel degelijk lonend is. Waarbij wij indien gewenst dus ook de investering in de verduurzaming op ons nemen. Zo heeft de gebouweigenaar lagere energielasten, een beter energielabel en is het pand ook nog meer waard geworden.”
Van nieuwbouw tot VvE
Dat werkt niet alleen voor beleggers, woningcorporaties of grote nieuwbouwprojecten, maar bijvoorbeeld ook voor een Vereniging van Eigenaren. “Stel dat er een VvE is die zegt oké wij moeten gaan verduurzamen. Wij willen van het gas af maar we kunnen dat nu nog niet zelf bekostigen. We hebben daar niet genoeg voor gespaard in de meerjarige onderhoudsbegroting. Dan kan Voltgoed dat financieren. We zorgen dan dat zo’n VvE nu van het gas af kan en in ruil daarvoor krijgen wij tot 2050 een bepaalde vergoeding.” Dat gebeurt in de vorm van een maandelijks energietarief, bestaande uit een deel vastrecht en een variabel tarief zodat minder energieverbruik ook wordt beloond. “Daardoor kun je wel nu al die stap zetten, zonder meteen de totale kosten voor je kiezen te krijgen.”
Of het nu een VvE is of een grote gebiedsontwikkeling, Voltgoed mikt erop van begin tot eind de regie te houden. Vanaf de haalbaarheidsstudie inclusief financieringsvraagstuk tot en met de exploitatie. De grote uitdaging voor de komende jaren zal hoe dan ook in de schaalbaarheid liggen. Want hoe groot de stappen van voorstudie, ontwikkeling en realisatie ook mogen lijken, die zijn in principe eenmalig en overzichtelijk. Dat geldt veel minder voor de exploitatie. Dat is een bedrijf op zichzelf. Fietje: “Inderdaad, we leveren de energie, we onderhouden het energiesysteem, we bemeteren het verbruik, we factureren, doen de klantenservice en alles wat daar verder nog bij komt kijken.”
Zorgen over de haalbaarheid van die fase heeft Fietje niet. Daarvoor is niet alleen het vertrouwen in Voltgoeds eigen prestaties te groot, maar vooral ook in dat van zijn partners en netwerk. “Alle benodigde processen zijn goed op elkaar ingericht en in de praktijk getoetst zoals het eigen monitoringsplatform dat met steun van Metropoolregio Eindhoven subsidie is ontwikkeld. En bovendien: de eerste projecten zijn al gerealiseerd en opgeleverd.”