Gevelpanelen waarmee je energie kunt opwekken, gemaakt van duurzame materialen en die er ook nog eens aantrekkelijk uitzien In plaats van glas en de gebruikelijke zwarte en blauwe zonnepanelen. Studio Solarix ontwerpt, ontwikkelt en realiseert zulke unieke panelen met verschillende kleuren en patronen. Ze kunnen worden toegepast in zowel nieuwbouw als herontwikkelingsprojecten.
Studio Solarix werd in 2016 opgericht door architecte Marloes van Heteren, afgestudeerd aan de TU Delft, en product-ontwerper en kunstenaar Reinier Bosch, alumnus van de Design Academy in Eindhoven. Betekende hun werkzaamheden voor Studio Solarix aanvankelijk nog een nevenactiviteit naast hun normale werk, vanaf 2018 is het een fulltime bezigheid. Het bedrijf bevindt zich momenteel in de fase van start-up naar scale-up, vertelt Van Heteren in haar werkkamer in het SDG House, het kantoorcomplex in het monumentale pand van het Tropeninstituut in Amsterdam waar Studio Solarix samen met tientallen andere duurzame ondernemingen en NGO’s is ondergebracht. ‘Wij hebben ondertussen enkele grote projecten gedaan, maar zitten nog steeds in een groeifase.’
Hoe zou je jullie product omschrijven?
‘Wij maken esthetische, duurzame en energieleverende gevels voor gebouwen. Dat doen wij van ontwerp tot en met realisatie. Het doel is dat gebouwen via hun architectonische huid energie opwekken. Wij willen laten zien dat dat er interessant uit kan zien en tegelijkertijd ook duurzame energie kan opwekken. Tegelijkertijd kijken we naar technische kant. Liggen panelen in de schaduw, dan heeft dat normaliter effect op hun opbrengst. Wat wij met onze gevelpanelen willen is meer vrijheid bij het ontwerpen. Dat kan doordat onze panelen zijn voorzien van een eigen optimizer. Wat in tegenstelling tot panelen die zijn gekoppeld binnen één systeem ruimte biedt voor unieke afmetingen en oriëntatie.
In de gevel van kantoorpanden zit veel glas. Ook in zonnepanelen is meestal een glasplaat verwerkt. Glas zorgt dankzij reflectie echter niet alleen voor meer opwarming, maar heeft ook harde uitstraling. Wij geven daarom de voorkeur aan een combinatie met zachte materialen, of waarbij wij de zonnecellen integreren in een ondergrond, gemaakt van een duurzaam materiaal. Zo werken wij met bio-composiet met dunne film-panelen. Ook gebruiken wij LED-verlichting voor meer sfeer en interactie met de omgeving.’
Wat zie je van dit alles terug in de gebouwen?
We hebben inmiddels twee projecten opgeleverd en zijn ook vervolgprojecten aan het bouwen en voorbereiden. Je ziet dat er interessante en duurzame gevels ontstaan die mooi zijn én energie opleveren: een combinatie van beauty and brains. Voor het gebouw Kuijpers in Helmond hebben wij naast de energie-opwekkende panelen LED-verlichting in de schil verwerkt die met de seizoenen meegaat. Je ziet in de winter sneeuwvlokjes aan de gevel oplichten en in de lente bloemetjes. Maar je kunt met behulp van software er ook voor zorgen dat het gebouw op de dag van de duurzaamheid helemaal groen kleurt. Bij een ander project hebben wij een ontwerp gemaakt waarbij, wanneer je de trap op loopt,
het licht je volgt. Door zulke extra ingrepen kun je echt een interactie aangaan met je omgeving. Zeker voor bedrijven is het interessant om een duurzame gevel te kunnen realiseren waar kleur en textuur en eventueel licht aan toegevoegd kan worden omdat ze er hun uitstraling mee kunnen bepalen.’
Welk probleem willen jullie oplossen?
Er is de laatste jaren heel veel nieuwe technologie ontwikkeld door wetenschappers en bedrijven. Tegelijkertijd heb je de noodzaak van de energietransitie, wat nog een enorme opgave is. Wat wij misten was een laag daartussen, evenals mooie voorbeelden. Wij willen de energietransitie verbinden aan de beleving van gebouwen: esthetiek, maar ook een beetje fun. Als die twee niet bij elkaar komen, wordt het niks. Zo zijn in de gevelelementen die wij ontwerpen zonnecellen geïntegreerd, en zijn de dragers gemaakt van duurzame materialen. We werken ook met een bio-composiet dat we zelf hebben ontwikkeld en die uit vezels en hars is samengesteld. Dat maakt dit materiaal behalve duurzaam ook buigzaam, zodat je er ook ronde vormen mee kunt maken. Dat zorgt wederom voor een zachtere uitstraling.
In welk opzicht onderscheiden jullie je van de concurrentie?
Anderen aanbieders nemen technologie als uitgangspunt, terwijl wij design en productontwikkeling als uitgangspunt nemen en daar de juiste techniek aan koppelen. En als die er niet is, dan bedenken we er wel wat op. Wat ons ook van anderen onderscheidt: doordat wij een achtergrond hebben in zowel productontwikkeling als architectuur kunnen wij alles zelf doen. Wij kunnen alle aspecten van A tot Z voor onze rekening nemen, dat wil zeggen van ontwerp en ontwikkeling tot en met realisatie. Zo ben ik bij het herontwikkelingsproject voor Pharos, een grote kantoortoren bij Hoofddorp, als hoofdarchitect aangesteld, maar ontwerpen en maken wij ook de innovatieve gevelelementen die voor een minder kille uitstraling van het gebouw moeten zorgen én voor duurzame energie zorgen.
Jullie start-up bestaat alweer drie jaar. Welke momenten waren het moeilijkst?
Je hebt altijd pioniers nodig die de stap durven te nemen. De bouwwereld is een hele behoudende club. Om zoveel mogelijk risico’s te vermijden gaan ze liever door op de ingeslagen weg dan dat ze nieuwe wegen inslaan. Het is daarom heel belangrijk dat er mensen zijn die in je product geloven en daarin willen investeren. Zoals Aukje Kuypers van installatiebedrijf Kuijpers. Zij zag ons ontwerp op de Dutch Design Week, waarmee wij in 2016 de prijs voor Solar Design Challenge wonnen, en kwam toen op ons af met: “Ik wil dit hebben voor mijn hoofdkantoor!” Ze waren toen bezig met de herontwikkeling van hun hoofdkantoor, en ze wilden daar ook meteen een statement mee maken. Dat was eigenlijk
ons eerste grote project. Daar hebben we heel veel reacties op gehad, ook van de pers. Zo’n eerste project is superbelangrijk, omdat je daarmee anderen, ook potentiële nieuwe opdrachtgevers, kunt laten zien wat je in huis hebt. Wij hebben ondertussen een aantal grote projecten gedaan, waarmee we al een aardig portfolio hebben opgebouwd. Wat altijd lastig blijft is om van projectvoorstel tot project te komen. Soms gaat een project namelijk niet door omdat de gemeente dwars ligt, of omdat de opdrachtgever er uiteindelijk toch van afziet.’
Heb je wel eens het gevoel gehad dat je anders werd benaderd omdat je een vrouw bent?
Ik ben opgeleid als architect en heb jarenlange ervaring binnen de bouwwereld. Ik denk dat de verhouding man-vrouw binnen mijn studie aan de TU Delft 50/50 was, bij de grote bureaus ook nog wel zo’n 60/40. Maar kom je echt op de bouw, dan zit je nog steeds tussen alleen maar mannen. Zo was ik afgelopen week bij een overleg met de opdrachtgever, aannemer, gevelinstallateur, kozijnen- en staalleverancier: allemaal mannen. Of ik daar als vrouw last van ondervind? Dat niet. Misschien kijken ze in het begin een beetje de kat uit de boom en moet je je bewijzen. Maar als je dan laat zien dat je weet waar je het over hebt, word je uiteindelijk wel serieus genomen.
Jullie hebben allerlei prijzen in de wacht gesleept, jij zelf bent door het blad De Ingenieur in 2018 zelfs uitgeroepen tot één van de meest veelbelovende ingenieurs van Nederland. Waar ben je het meest trots op?
Het realiseren van het Kuijpersgebouw. Dat was wel heel bijzonder, het besef ook hoe waardevol dat was voor het vertrouwen van opdrachtgevers. Het gebouw wekt bovendien zelfs meer energie op dan verwacht!
Wat zijn jullie plannen voor de komende jaren?
Op de korte termijn willen wij in Nederland nog een aantal projecten realiseren, wat meer voet aan de grond krijgen. Daarnaast willen wij doorontwikkelen en daartoe hebben wij verschillende subsidieaanvragen uitstaan. Wij hebben ook veel geloof in het bio-composiet met geïntegreerde dunne film zonnecellen dat wij zelf hebben ontwikkeld: het materiaal is uniek in de markt. Wij beseffen echter dat, willen wij uiteindelijk een winstgevend bedrijf worden, we toe zullen moeten naar meer standaardisering in plaats van allemaal unieke ontwerpen. En te zijner tijd willen wij daarnaast ook internationaal onze vleugel uitslaan.’