Als mensen al argumenten hebben om tegen de bouw van windmolens op zee te zijn, dan ligt er behalve de horizonvervuiling nog een voor de hand. De CO2-voetprint van elke molen als je emissies berekent die gepaard gaan met de bouw, vervoer en plaatsing in zee. Uitvinder Herm Bussemaker heeft aan dat laatste wat gedaan. Dankzij zijn alternatieve zwaartekrachtfundering is de CO2-voetprint van een molen een stuk kleiner.
Samen met Geert Jan Hoek richtte hij Monobase Wind op, het bedrijf dat deze fundering op de markt moet gaan brengen. Bussemaker en Hoek kenden elkaar al. Ze werkten beiden bij Heerema Marine Contractors, respectievelijk als maritiem engineer en projectmanager en general counsel.
Er is een aantal problemen in de offshore wind markt. Zo zijn het gebruik en de huur van kraanschepen erg duur en zijn deze kraanschepen niet overal beschikbaar. Monobase Wind is een ingenieursbureau dat geïntegreerde oplossingen ontwerpt op het gebied van fundering voor offshore windturbines. Ze hebben een oplossing die het mogelijk maakt om funderingen voor windturbines onshore en in de haven te assembleren, waardoor er, in plaats van dure kraanschepen, maar drie standaard sleepboten. nodig zijn.
Wat is Monobase Wind voor bedrijf?
,,Monobase Wind is een Nederlands ingenieursbureau gericht op de offshore windindustrie. Wij hebben een zogenoemde zwaartekrachtfundering ontwikkelt (GBF 2.0). Het is de enige geïntegreerde fundering in de industrie die het mogelijk maakt om windmolens, zonder kraanschepen te installeren op zee. Er zijn slechts drie standaard sleepboten nodig. De complete windturbine (fundering, toren, gondel en bladen) kan worden geassembleerd op land en in de haven. Dit zorgt voor lagere kosten en een reductie in CO2-emissie tijdens het transport en installatie. We zijn van plan dit jaar een modeltest te doen voor onze drijvende offshore windturbinefundering (floating foundations). We richten ons op de internationale markt, aangezien de offshore windindustrie wereldwijd exponentieel groeit en onze technologieproblemen kan oplossen in bijvoorbeeld Scandinavië, Europa, Noord en Zuid Amerika, het Verenigd Koninkrijk, en Azië.”
Hoe ontstond het idee voor het bedrijf?
,,Toen de plannen voor offshore windparken vorm begonnen aan te nemen, voorzag Herm Bussemaker (CTO) dat zich problemen zouden gaan voordoen op het gebied van funderingen. Met zijn ervaring in het ontwerpen en toepassen van maritieme en offshore technologie identificeerde hij de technische beperkingen van funderingen voor wat betreft waterdieptes, logistiek en kosten. Zo kwam hij op het idee van de Monobase ‘Integrated Gravity Base Foundation’. Een alternatief voor de bestaande funderingen.”
Is er veel concurrentie op dit gebied?
,,Er is niet veel concurrentie op dit gebied, omdat de industrie erg conservatief en zeer kapitaalintensief is, waardoor er niet veel innovatie plaatsvindt.”
Wat zijn de grootste obstakels waar je tegenaan loopt?
,,Het grootste obstakel is zonder meer de laatste drempel voorafgaand aan commercialisatie: het installeren van een prototype. Er zijn twee zaken die het lastig maken. Dat is de locatie en de financiering. Het grootste obstakel is het vinden van een geschikte locatie. We kunnen een turbine met onze fundering niet op elke willekeurige plek installeren. De locatie moet voldoen aan de volgende criteria; de juiste waterdiepte tot 40 meter, licentie van de betreffende overheid om te mogen installeren en er moet een beschikbare netaansluiting zijn.”
Wat voor oplossing biedt de Monobase?
,,De betonnen fundering van Monobase Wind kun je vergelijken met twee betonnen donuts. Ze zijn beide hol van binnen. De onderste betonnen donut laat je vollopen met water, zodat de fundering en de turbine naar de bodem zakt. Het bovenste gedeelte blijft drijven en dient als een soort zwemband, waardoor de toren en turbine onmogelijk kunnen omvallen. Wanneer het onderste gedeelte eenmaal op de bodem staat, wordt de bovenste betonnen caisson gevuld met water, waardoor ook die met behulp van zwaartekracht gecontroleerd naar de bodem zakt.
Daardoor is het mogelijk om zonder te heien, een windturbine te installeren op zee. Op sommige zeebodems, zoals rotsgronden, is het niet mogelijk om te heien en is dit dus een hele goede oplossing. Verder is de schade aan zeebodem en biodiversiteit veel kleiner dan bij bestaande funderingen en hoeft geen rekening te worden gehouden met voortplantingsseizoenen van vissoorten. Voor wat betreft CO2-uitstoot wordt vanwege de korte en goedkope installatie methode offshore een 90 procent besparing op CO2 uitstoot gerealiseerd ten opzichte van traditionele installatiemethoden. Tevens fungeert de betonnen fundering als kunstmatig rif, waardoor de biodiversiteit juist wordt ondersteund.”
Wat bespaar je met deze methode?
,,Monobase Wind heeft in overleg met Nederlandse kennisinstituten, waaronder ECN/TNO, en tests in het MARIN berekend dat er zeer waarschijnlijk een kostenreductie van 12 tot 15 procent per geïnstalleerde windturbine kan worden gerealiseerd. Dat bespaart ontwikkelaars en parkeigenaren zo € 800.000 per windturbine. Deze besparing zit in de wijze van bouwen en installeren, het feit dat er zeer zware turbines (12 MW+) op kunnen worden geplaatst (opschalen ofwel grotere turbines vergt minder torens ). Aan het einde van de levensduur van een installatie is deze gemakkelijk te verwijderen.
Door deze oplossing is het ook mogelijk om grotere en zwaardere turbines te plaatsen. Ook is het mogelijk om deze installatie op grotere dieptes te plaatsen. Terwijl er bij heien technische limieten zijn. Als het 40 meter diep is, dan moet er nog eens 30 meter geheid worden. Met de oplossing van Monowind kan de paal gewoon op het zeeoppervlak worden gezet tot 70 meter diep. Met traditionele methodes zijn deze dieptes niet te bereiken voor het installeren van windmolens.”
Waar zijn jullie trots op?
,,We zijn erg trots op de tot dusver al behaalde mijlpalen. Van het ontwikkelen van een gepatenteerd ontwerp tot het ophalen van financiering en het samenstellen van een consortium met steun van toonaangevende bedrijven. We hebben eerder de Vernufteling Award gewonnen en zijn ook recent genomineerd als een van de 25 beste innovaties in het thema Klimaat in de Blue Tulip Awards van Accenture (de finales moeten nog plaatsvinden).”
Wat zijn je plannen voor dit jaar?
,,We zijn nu bezig met de doorontwikkeling van onze gepatenteerde drijvende fundering. Daarvoor hopen we in het komende jaar een modeltest te kunnen doen. Verder zetten we de commercialisering van GBF 2.0 uiteraard voort. We hebben een aantal mooie demonstratie-locaties in het vizier en zijn gevorderd in gesprekken met de ontwikkelaars achter die projecten. Daarnaast hebben we besprekingen met een Nederlandse offshore-gigant over samenwerking.”
Wat is je doel voor de komende 5 jaar?
,,Ons doel voor de komende 5 jaar is het met succes commercialiseren van onze GBF 2.0 en de ‘floating fundation’ en daarmee het opschalen van ons bedrijf. Dat betekent dat beide technologieën toegepast worden bij grootschalige offshore windprojecten. We willen substantiële bedrijfsactiviteiten ontplooien in Europa, Noord en Zuid Amerika, en Azië.”
Meer artikelen over start-ups leest u hier.