“Overheid wil geen regisseur zijn, maar wel de verbindende partij”
Op uitnodiging van wethouder Stijn Steenbakkers was staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken) vandaag in Eindhoven om de discussie over “behoorlijk datagebruik in de openbare ruimte” een nieuwe zwengel te geven. Hij opende in de Oude Rechtbank op het Stratumseind een dag voor belanghebbenden in de discussie rond maatschappelijk aanvaardbare grenzen aan digitale technologie.
Eindhoven experimenteert, net als Amsterdam en Groningen, op verschillende plekken in de stad met innovatie om stedelijke problematieken op te lossen. Het bekendste voorbeeld daarvan is Living Lab Stratumseind 2.0 waar verschillende partijen op het gebied van openbare orde en veiligheid al enkele jaren met elkaar aan een proeftuin bouwen. Niet verwonderlijk dus dat de denkdag en het bezoek van de staatssecretaris juist hier plaatsvinden. “Praten over wat kan, maar ook over wat we als maatschappij willen, is enorm belangrijk”, zegt Knops. “Alleen zo komen we erachter wat de normatieve kanten van de digitale samenleving zijn. De techniek schrijdt voort, zeker hier in Eindhoven. Dat maakt dit vraagstuk extra spannend en dat zorgt er ook voor dat er over dit onderwerp net zoveel meningen als mensen zijn. En ik mag er dan chocola van maken.”
Stof voor discussie is er inderdaad genoeg, zo blijkt. Wat doen we bijvoorbeeld met gegevens over passantenstromen? Die kunnen, behalve voor de openbare orde, ook interessant zijn voor de winkeliers, horeca, marketing en evenementen. Welke afspraken moeten er komen om dat op een verantwoorde en transparante wijze te kunnen doen? Niet iedereen vindt het prettig om onzichtbaar gevolgd te worden in de openbare ruimte, maar veel van diezelfde mensen delen wel hun hele hebben en houden op Facebook, zo constateert Knops fijntjes. “En die blauwe envelop die je hier net op de trap naar boven zag liggen, die kan ik zo openmaken zonder dat iemand erachter komt.” Ook in de niet-gedigitaliseerde wereld is privacy een issue, wil hij maar zeggen. “Deze week bij de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Duitsland zagen we nog hoe belangrijk een papiertje kan zijn in onze communicatie”, zegt Knops lachend. “Maar even serieus: heel veel mensen in onze samenleving zijn nog niet gewend aan digitaal. En die mensen kunnen niet zomaar even van overheid switchen zoals je van een provider verandert. Wij willen hoe dan ook een inclusieve samenleving.”
En dan zijn er nog zaken als cybercriminaliteit, verschuiving van macht naar bedrijven uit California en het risico van uitsluiting van minder digitale bewonersgroepen. Hoe vertalen we de spelregels die Amsterdam en Eindhoven bijvoorbeeld al hebben opgesteld naar concrete afspraken om niet alleen de digitale stad Eindhoven maar het hele land voor iedereen prettig en leefbaar te houden?
(tekst gaat verder onder de video)
Het is niet voor niets, zo zegt Knops, dat deze regering “met maar liefst drie verantwoordelijke bewindslieden” inzet op digitalisering: naast Knops zelf ook Mona Keijzer en Ferdinand Grapperhaus. “Digitalisering kan een gamechanger zijn. Het brengt ons internationaal ook verder.” Zelf zet Knops zich daarbij vooral in op de manier waarop de overheid als dienstverlener kan optreden. “Maar ook dat is een proces. We halen zoveel mogelijk informatie op, bij de overheid zelf, maar ook bij kennisinstellingen, bij het bedrijfsleven en bij de steeds mondiger wordende burgers. Nog dit jaar moet dat leiden tot een nationale data-agenda. Maar ook dat zal geen chirurgisch recept zijn, we blijven de normatieve discussies gewoon voeren.”
Het gesprek dat nu in Eindhoven plaatsvindt, krijgt binnenkort een vervolg in Amsterdam en Groningen, twee andere steden die vooruitlopen op het gebied van datagebruik in de openbare ruimte. Knops beseft ook dat het moment dat iemand in Den Haag een knoop zal moeten doorhakken dichterbij komt. “Het zal nooit zover komen dat we in deze discussie iedereen op één lijn hebben zitten, maar ik weet wel dat een goed debat de besluiten alleen maar beter maakt. En de overheid is ook niet de grote regisseur in dit verband, veel eerder een partij die de anderebetrokkenen met elkaar verbindt. Ziedaar ook het enorme belang van experimenten zoals hier op het Stratumseind.”
Hoofdfoto: Tinus Kanters legt de werking van de controlekamer van Stratumseind 2.0 uit aan staatssecretaris Raymond Knops