(c) Squad Mobility
Author profile picture

Hun droom is om vervoer op zonne-energie voor iedereen beschikbaar te maken. Zonneauto’s hoeven niet duur te zijn. Dat is de gedachte achter Squad Mobility. In september komt de Bredase start-up met zijn eerste Solar City Car. Op dit moment wordt nog hard aan het definitieve ontwerp gewerkt. De bedoeling is dat de zonnekarretjes vanaf 2022 te koop zijn voor rond de 6.000 euro.

“Toevallig zijn de zonnepanelen gisteren binnengekomen”, vertelt CEO Robert Hoevers vanuit hun kantoor/werkplaats in Breda, waar hij samen met chief of design Chris Klok alles in elkaar sleutelt. Onderdelen komen vanuit alle delen van de wereld binnen. De zonnepanelen uit China, het aluminium frame uit Polen en batterijen uit Korea. “Wij ontwerpen in Nederland alle onderdelen en vervolgens gaan producenten aan de slag met deze tekeningen. De eindassemblage doen we weer hier.”

Hoevers en Klok zijn allebei geen vreemden in de wereld van mobiliteit. Zo werkte Klok mee aan de Pal-V, een vliegende auto en ontwikkelde hij bromfietsen voor Piaggio in Italië. Hoevers stond aan de wieg van de Formule E en was een van de oprichters van het China Racing Team dat meedeed in deze racecompetitie voor elektrische auto’s. Bij Lightyear kwamen ze elkaar tegen en besloten zelf iets op te zetten.

Lees hier meer over Lightyear

Nog geen grote internationale spelers op de markt

Hoevers: “Lightyear is natuurlijk een prachtig mooi project. Maar het nadeel is dat deze zonneauto maar voor een kleine groep mensen is. Simpelweg omdat niet iedereen hem kan betalen. Zonnepanelen zijn helemaal niet zo duur. En voertuigen die hiermee rijden hoeven dat ook niet te zijn. Hierin zagen wij een uitgelezen kans om betaalbare en schone mobiliteit mogelijk te maken.”

Het zonnekarretje waar Hoevers en Klok aan werken, heeft een actieradius van 100 kilometer door de verwisselbare batterijen. En automatisch opladen via de zonnepanelen op het dak, levert nog eens extra 20 kilometer op. Er is plaats voor twee passagiers met bagageruimte achterin. Met zijn 45 km/u gaat hij harder dan de meeste scooters, maar minder snel dan een echte auto. Dat is een bewuste keuze volgens Hoevers. “Als start-up is het lastig concurreren tegen miljardenbedrijven als Mercedes. Ook zijn we geen brommobiel, zoals de Biro dat bijvoorbeeld wel is. Ons segment, de lichte elektrische voertuigen, is nog vol in ontwikkeling. Er zijn nog geen grote internationale spelers, maar er is wel veel vraag naar dit soort oplossingen. Zeker in stedelijk gebied.”

Niet in de soep lopen

De uitdaging voor Squad Mobility zit niet alleen in het goedkoop houden van de voertuigen, maar ook in het feit dat de onderdelen overal vandaan moeten komen. Timing is hierbij essentieel, volgens Hoevers. “Het spannende is dat het een groot project is met veel verschillende onderdelen die we laten maken of los inkopen. Je moet dat goed managen, zeker als we straks naar massaproductie gaan. De software om ervoor te zorgen dat dit goed verloopt, is al helemaal operationeel. Hierdoor kunnen we gecontroleerd groeien, zonder dat alles in de soep loopt.”

Bang dat onderdelen niet op tijd komen, is Hoevers niet. “Vertragingen liggen altijd op de loer. Maar productiecapaciteit vind je overal. Er zijn altijd wel bedrijven te vinden die iets kunnen lassen en buigen. Veel belangrijker is om de juiste informatie – ontwerpen en bedrijfsprocessen – op tijd op de juiste plek te krijgen.”

Autonoom een plekje in de zon zoeken

De Solar City Car is voor iedereen bedoeld, maar de start-up richt zich nu vooral op deelplatformen en steden. “Gemeenten zoeken naar alternatieven die duurzaam zijn. Voor elektrische oplossingen zijn laadpalen nodig, het is een extra belasting op het lokale net. Bovendien nemen auto’s veel ruimte in en staan lang stil. Wij lossen dit op. Met het gratis opladen via de zon of verwisselen van batterijen, heb je geen extra laadpalen nodig. Door de batterij gebruik je de tijd dat je stilstaat nuttig. En op één parkeerplaats passen makkelijk drie Squads. Als je met z’n tweeën reist, gebruikt een Squad ongeveer 1m2 per persoon. Dat is vergelijkbaar met een fiets. Maar wel een stuk sneller en comfortabeler.”

Het zonnevoertuig is uitgerust met allerlei sensoren zodat een eigenaar van een deelplatform precies weet waar een voertuig staat, hoe hoog de bandenspanning is en of de batterij nog in goede staat is. Ook heeft het zonnekarretje een camera aan de voor- en achterkant. Voor autonoom rijden in de toekomst, volgens Hoevers. “Zo ver zijn we nog niet hoor. Maar met AI kunnen we inspelen op gebruikersgedrag, dat is geen rocket science. Dus dat aan het eind van de dag Squads autonoom naar bijvoorbeeld de Zuidas in Amsterdam rijden zodat er een voertuig klaar staat. Of dat een Squad die in de schaduw van een flat staat, gedurende de dag steeds een klein stukje opschuift om toch zon te pakken.”

Maar nu zijn de camera’s vooral ter ondersteuning van de chauffeur, als parkeerhulp bijvoorbeeld. Of een deelplatform kan er verkeerd geparkeerde voertuigen op afstand mee verplaatsen. “Nu moet er iemand naartoe om zo’n voertuig op de juiste plek te zetten. Straks kan een operator bij een deelplatform vanuit zijn werkplek een voertuig verplaatsen.”

Overal Squads in Barcelona of Parijs?

Het bedrijf krijgt interesse uit allerlei delen van de wereld en is met verschillende deelplatformen in gesprek. Volgens Hoevers gaat het verschillende landen in Europa, India en zonnige delen van de VS. Ook komt er volgens hem opvallend veel interesse vanuit eilanden en vakantie-achtige resorts. De eindassemblage wil het bedrijf daar doen waar de markt is. Hoevers: “We zullen dat in het begin vooral in Breda doen. Maar omdat het frame in Polen gemaakt wordt, zou het ook best kunnen zijn dat we de eindassemblage daar gaan doen. Hetzelfde geldt voor de Amerikaanse markt en de Aziatische markt, we gaan geen voertuigen over zee verschepen. We willen onze ecologische footprint niet groter maken.”

De CEO verwacht binnenkort de eerste orders binnen te halen. Daar stopt het niet want Hoevers verwacht meer. “Ik zou er gelukkig van worden als ik ergens in een stad als Parijs of Barcelona kom en ik zie overal Squads rijden. Dat zou me zeker het gevoel geven dat we zijn geslaagd.”