Speelgoed is niet alleen leuk, maar ook noodzakelijk voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Het meeste speelgoed van vandaag de dag is echter minder gezond voor de planeet. 80 procent belandt op een vuilnisbelt of verdwijnt in een verbrandingsoven. “Dat is niet meer van deze tijd”, vindt Bas Roelofs, die jaren werkzaam was in de speelgoedbranche. Dus besloot hij, samen met Emile Kalis, voorzitter van stichting Speelgoed Nederland (SGN) het initiatief ‘Toys That Last’ te lanceren. Doel: bedrijven in de speelgoedbranche stimuleren om concreet aan de slag te gaan met het ontwikkelen van circulair speelgoed.
Hoe staat het er op dit moment voor met circulariteit in de speelgoedbranche?
“Laat ik het zo zeggen: het valt mij niet mee. Vorige week was ik na een afwezigheid van bijna 10 jaar weer op de Spielwarenmesse in Nürnberg, ‘s werelds grootste speelgoedbeurs. Daar kwam ik allerlei duurzaamheidsclaims tegen. Die bij doorvragen toch vooral lege taal bleken te zijn.
Ook als je de speelgoedbranche vergelijkt met andere branches, zoals de autobranche, de foodindustrie of zelfs de bouwsector, dan kom je tot de conclusie dat er sprake is van een behoorlijke achterstand. ‘Sell more, sell faster’ is nog steeds de norm. Kinderen krijgen gemiddeld voor honderden euro’s per jaar aan speelgoed. Dit speelgoed is van slechte kwaliteit waardoor het maar heel kort wordt gebruikt en in 90 procent van de gevallen gemaakt is van ‘virgin’ plastic.
Gelukkig zie ik wel dat duurzaamheid steeds meer onderwerp van gesprek wordt bij producenten. Dat is het goede nieuws. Nu nog de vertaalslag maken naar concrete actie. Daar dragen wij graag aan bij.”
Hoe ben je op het idee gekomen om Toys That Last in leven te roepen?
“Toen ik eind jaren nul voor mijn werk als hoofd productontwikkeling bij een fabrikant van skelters en trampolines vaak in China was om daar een productielijn te helpen opzetten, was ik verbijsterd over de milieu- en arbeidsomstandigheden die ik daar zag. Situaties die we toen al decennia niet meer in Nederland accepteerden. Maar daar is het ver weg, buiten beeld en blijkbaar goed genoeg voor veel wegwerp-handel die hier in Nederland gretig aftrek vindt. Dat was toen zo, en nu nog steeds. Gek eigenlijk, want we willen veranderen richting een duurzame maatschappij zonder afval.
Sinds 2015 begeleid ik daarom bedrijven met het ontwikkelen van duurzame producten en diensten en ben ik trainer bij Circo (een circulair design programma voor bedrijven). Toen ik Emile van SGN sprak kwamen we er op dat er in de speelgoedsector, op een paar mooie uitzonderingen na, in wezen weinig veranderd is op gebied van duurzaamheid ten opzichte van 10 jaar geleden. Zodoende ontstond het idee van Toys that Last. De link naar Circo was snel gelegd. Met een eerste serie circulair ontwerp trainingen willen we een aantal front runners in de speelgoedsector op weg helpen met het ontwikkelen van circulair speelgoed.”
Welk type speelgoed moet en kan duurzamer?
“Het gaat om speelgoed in alle soorten en maten. Van buitenspeelgoed zoals skelters tot aan knutselspeelgoed voor in de woonkamer, zoals strijkkralen.”
Hoe helpt Toys That Last speelgoedbedrijven precies met verduurzamen?
“Veel bedrijven zien in dat zij moeten verduurzamen, maar weten vervolgens niet waar ze moeten beginnen. Wij analyseren samen met de bedrijven door middel van o.a. het Circo trainingsprogramma, waarmee alleen al in Nederland 1500 bedrijven in allerhande sectoren op weg zijn geholpen, de gehele waardeketen van een product dat zij verkopen. Daarbij beginnen we helemaal aan het begin, bij de grondstoffen. Kunnen de producten anders gemaakt worden of met minder materiaal? Zijn biobased materialen een oplossing? Vervolgens kijken we telkens een stap verder: naar het productieproces, de distributie, naar de verkoopfase, gebruiksfase tot en met einde levensduur. Waar gaat de ecologische of economische waarde verloren?
Altijd vinden we wel blinde vlekken van producenten, die toch vooral bezig zijn met het reduceren van waardeverliezen binnen hun eigen muren. Hoe groter de blinde vlek, hoe groter het waardeverlies hoe groter de kans om hier iets mee te doen (en ook een verdienmodel rondom te ontwerpen). Het kan per bedrijf en per product verschillen wat de beste aanpak is. Wij stimuleren ze om in ieder geval één doel te stellen en er concreet mee aan de slag te gaan.”
Heb je een voorbeeld van een bedrijf dat jullie al hebben geholpen?
PLAN toys uit Thailand nam deel aan een eerste Circo track in Thailand. Ondanks dat zij al ver voorop lopen op gebied van de ontwikkeling van duurzaam speelgoed traceerden zij ook verschillende businesskansen die ze nu oppakken. Zo experimenteren zij op dit moment in New York met een partij die speelgoed verhuurt in plaats van verkoopt, waardoor er minder niet gebruikt speelgoed ophoopt in lades en kinderen vaker iets nieuws kunnen proberen tegen minder kosten.”
Kunnen bedrijven een goede boterham verdienen met duurzaam speelgoed?
“Jazeker. Er liggen hier enorme businesskansen. Neem bijvoorbeeld skelters of trampolines. Het zijn in principe heel duurzame producten. Ze gaan langer mee dan kinderen er mee spelen. Op dit moment werkt de industrie vrijwel uitsluitend met een lineair model. Als kinderen er klaar mee zijn dan belandt zo’n skelter of trampoline in een schuur, op marktplaats of uiteindelijk op de vuilnisbelt. Maar je creëert als producent een nieuw verdienmodel als je circulair te werk gaat, door bijvoorbeeld een terugkoopgarantie te bieden en het gebruikte speelgoed als basis te gebruiken voor nieuwe producten. Ook kunnen bedrijven bijvoorbeeld een reparatieservice aanbieden en daarmee een tweede of derde keer wat verdienen aan hetzelfde product.”
Hoe ziet de speelgoedbranche van de toekomst eruit?
“Ik ben zeker niet anti-speelgoed en ook niet tegen geld verdienen. Maar laten we in de toekomst zoveel mogelijk inzetten op speelgoed waarbij er is nagedacht over de impact ervan op de aarde. Er worden geen onnodige prulletjes verkocht. Gebruikte materialen zijn duurzaam, producten zijn repareerbaar en als kinderen er genoeg van hebben of hun speelgoed zijn ontgroeid dan krijgt het speelgoed een tweede, derde of zoveelste leven bij een volgend kind. Zo kunnen kinderen over de hele wereld lekker van speelgoed blijven genieten, want het is en blijft ontzettend belangrijk voor hun ontwikkeling.”