Of we nu teruggaan naar het leven zoals we gewend waren, of het ‘nieuwe normaal’ accepteren, de manier hoe we naar de wereld kijken is door corona veranderd. Welke lessen kunnen we uit de lockdown trekken? En heeft het onze kijk op technologie veranderd? Om op deze vragen een antwoord te krijgen organiseert Smart Cities innovation Space, een project van de Technische Universiteit Eindhoven samen met partners Brainport Smart District, Omines en Technobroker, een reeks lezingen. Hoe zien Smart Cities eruit na corona?
Dit artikel gaat over de kick-off van de reeks waarin gastsprekers ingaan op de ethische kaders voor een Smart City. In volgende lezingen komen onderwerpen als energie, vervoer, voedsel en gezondheid aan bod. Lees hier meer over het project
“Het virus heeft ons aan het denken gezet”, vertelt Sandra Peters, projectmanager bij TU/e innovation Space. “Want hoe wil je dat een Smart City er in de toekomst uitziet? Het doel is om het leven van inwoners te verbeteren met technologie. Voor corona dachten we dat zorgrobots in verzorgingshuizen best een oplossing zouden kunnen zijn. We waren vooral bezig met hoe je met technologie zaken zo efficiënt mogelijk kunt doen. Door corona is onze kijk veranderd. Het lijden van ouderen in quarantaine, zet ons aan het denken. We kunnen niet zonder menselijk contact, dat wordt door deze crisis nog zichtbaarder. Daarom is het goed om na te denken hoe we willen dat Smart Cities er in de toekomst uit gaan zien.”
In de eerste lezing op afstand (hier terug te kijken via IO-TV) ging het vooral om de ethische kaders. Hoe moet zo’n stad eruit zien? Wat willen we wel en vooral niet? Peters: “Hiermee willen we een discussie op gang brengen. De uitbraak van corona heeft ervoor gezorgd dat de snelheid waarin we normaal gesproken leven, flink is verlaagd. We gaan erover nadenken wat echt belangrijk is. Sociale contacten, vrienden en je gezin. Hoe kunnen we technologie inzetten om de balans te bewaren tussen het humane en efficiëntie. Misschien willen we wel helemaal niet terug naar die snelle pre-corona maatschappij.”
Veerkrachtige mensen
Marius Monen, wil met Smart Sustainable Farming technologie inzetten om de landbouw te verduurzamen. Ook hij ziet dat bepaalde sectoren door corona versneld veranderen. “De technologie voor onderwijs op afstand was er al, nu zie je ineens dat het snel gaat. Hetzelfde geldt voor thuiswerken. Ook zie je dat door corona de economie lokaler wordt”, legt hij via een digitale verbinding uit. Ook zonder corona hebben we genoeg problemen die opgelost moeten worden: “De gevolgen van klimaatverandering en de manier hoe we met onze aarde omgaan zijn problemen die op langere termijn van belang zijn. Nu gaat het vooral over het opvangen van de economische klap door corona.”
Monen blijft hoopvol: “Als iets blijkt in tijden van crisis is hoe veerkrachtig mensen zijn. Mensen zijn de basis van een stad, ook in een smart city. Met alle sensoren en technologie die hierbij hoort, kunnen we denk ik een heel eind komen. Kijk naar slimme manieren om afstand te houden tot elkaar. Of technieken waarbij je wordt ondergedompeld, waarbij het digitale bijna niet meer van de echte wereld te onderscheiden is. En uit verschillende sensoren kunnen we informatie halen om duurzamer te leven, dataverzameling speelt hier een belangrijke rol in. Maar de vraag is hoe ver we hier in willen gaan? Privacy en de bescherming van gegevens mogen we niet uit het oog verliezen. Zoals we er nu mee omgaan, stevenen we af op een situatie waarin we worden uitgebuit door het systeem. Het is heel terecht dat wetenschappers als Shoshana Zuboff (The age of Surveillance Capitalism) hiervoor waarschuwen.”
Data van iedereen?
Dit onderwerp speelt in Helmond in het Brainport Smart District een belangrijke rol. In deze wijk in aanbouw werken bewoners, de gemeente, twee universiteiten, woningbouw en installateurs samen aan een slimme woon-werkomgeving. Een living lab vol slimme technologie om de wijk duurzamer, leefbaarder en gezonder te maken. Carlien Roodink is projectleider data governance en legt uit dat niet alles in de GDPR-wetgeving is vastgelegd. “Toestemming is in deze wetgeving erg belangrijk, geheel terecht overigens. Bewoners moeten zelf kunnen bepalen wat er met hun data gebeurt. Maar als je naar het grote plaatje kijkt, is er nog veel onduidelijk. Hoe is het monetiseren van data geregeld? In de discussies gaat het vaak over wie de eigenaar is van data. Maar data kun je niet bezitten, Kevin Kelly legt dat ook uit in zijn boek The Inevitable. Om dit allemaal in juiste banen te leiden hebben we een team dat met alle betrokken partijen in de wijk in gesprek gaat.”
Ook Niels Keurentjes van internetbureau Omines sluit zich hierbij aan: “In een ideale wereld wil je dat burgers iets te zeggen hebben over data. Maar als ik voorbij een bewegingssensor loop, weet die sensor niet dat ik het ben. Pas wanneer alle gegevens bij elkaar komen, kun je zeggen dat ik het ben. Maar daar zit ook gelijk het probleem.”
Volgens Keurentjes zijn we op een punt beland waar de ontwikkeling van technologie zo snel gaat dat de samenleving het niet meer aankan. “We weten nog niet eens zeker of we de technologie die voortkomt uit al die data, wel willen gebruiken. En als we het al willen gebruiken, waar trekken we dan de grens? Hier zit een potentieel probleem, want we hebben het al jaren over de machtspositie van Google en het mogelijk opsplitsen van het bedrijf. De discussie of we deze grote hoeveelheden gegevens aan Big Tech blijven toevertrouwen zal de komende tijd alleen maar toenemen.”