Drie prototypes voor lokale City Games
Voor de eerste keer ter wereld vond op vrijdag 21 april bij Het Nieuwe Instituut in Rotterdam een internationale conferentie plaats die exclusief gewijd was aan city games. Een conferentie met een bijzonder Eindhovens tintje. Sprekers en bezoekers van over de hele wereld namen de bezoekers mee in de mogelijkheden van serious games for cities. Bijvoorbeeld de Italiaan Paolo Pedercini, bekend van de game Nova Alea, vertelde over de krachten die steden vormgeven en de Amerikaan Eric Gordon, van Engagement Lab in Boston, nam ons mee in games met sociale doelstellingen. Naast de indrukwekkende internationale presentaties werd ook een van de drie prototypes gepresenteerd voor een city game die momenteel door de DATAstudio wordt ontwikkeld om gespeeld te worden in Woensel-Noord.
“De drie ontwikkelde spelconcepten proberen alledrie op eigen wijze een context voor betekenisvol contact te creëren”,
Strenge regels vs speelsheid
City games zijn meestal serious games ofwel applied games, zoals ze tegenwoordig meer genoemd worden. Ze zijn niet alléén bedoeld om plezier aan te beleven, maar ook om een maatschappelijk effect buiten het spel te hebben. Het Nederlandse veld van game ontwikkelaars is voor ongeveer 50% gericht op de ontwikkeling van serious games, het hoogste aandeel ter wereld. Het is dus geen toeval dat deze conferentie in Nederland werd gehouden. De conferentie is een initiatief van Games for Cities, een samenwerkingsverband van Play the City met de Hogeschool van Amsterdam, waar Eindhoven via de DATAstudio mee samenwerkt.
City games kunnen eindeloos veel mogelijke onderwerpen hebben: het ontwerpen van wijken of parken, het nader uitwerken van bestemmingsplannen, rollenspellen over crisissituaties, puzzelen met infrastructuur, de (her)inrichting van gebouwen etcetera.
City games zijn in het algemeen goed in twee soorten dingen. Ze kunnen complexe stedelijke situaties effectief simuleren in beperkte ruimte en tijd, zodat er verschillende scenario’s kunnen worden bedacht èn getest op hun effecten.
Een andere belangrijke rol is meer sociaal van aard: spellen –als ze echt leuk zijn– kunnen op een fantastische manier gesprekken en creativiteit op gang brengen tussen mensen die elkaar niet goed kennen maar die wel moeten (gaan) samenwerken.
Die twee doelstellingen kunnen wel in elkaars vaarwater zitten. Een simulatie vraagt om realisme en om strenge regels over wat er wel en niet mogelijk is. Dat kan ten koste gaan van de speelsheid. De sociale, creatieve rol van city games is juist gebaat bij meer fantasie en meer openheid in de regels. Beide aspecten zijn overigens essentieel in een city game. Pure simulaties zijn meestal niet leuk om te spelen. Pure fantasiegames lenen zich slecht om een realiteit buiten het spel mee te onderzoeken. Het is voor ontwikkelaars dus altijd zoeken naar de goede balans.
De spelconcepten die door de DATAstudio werden gepresenteerd op de conferentie, zijn ontwikkeld in een gamejam in samenwerking met Games for Cities en Play the City in het bijzonder, burgers van Woensel-Noord en verschillende specialisten. Het centrale vertrekpunt bestond uit de vraag hoe verhalen via een game kunnen worden opgehaald. En meer concreet uit het probleem van eenzaamheid onder ouderen, een verschijnsel dat in beeld kwam uit de opgehaalde verhalen en dat uitvoerig is besproken tijdens de workshop DATAwoestijnen tijdens de laatste Dutch Design Week. Over kwantiteit van sociaal contact is tot op zekere hoogte stedelijke data beschikbaar, maar over gevoelens van eenzaamheid niet.
En de kern van eenzaamheid is niet het gebrek aan sociaal contact, maar gebrek aan betekenisvol contact, zo leerden de deelnemers aan de gamejam van een ouderdom-onderzoeker die een introducerende lezing gaf. Ook vertelde hij dat eenzaamheid eigenlijk een groter probleem is onder pubers dan onder ouderen.
Drie concepten voor Woensel
De drie ontwikkelde spelconcepten proberen alledrie op eigen wijze een context voor betekenisvol contact te creëren, zonder direct de problematiek van eenzaamheid centraal te stellen. Een spel moet namelijk in de eerste plaats leuk zijn om te spelen.
Eén van de concepten is een game waarmee bewoners alternatieve scenario’s voor het gebruik van hun woning, tuin of straat kunnen testen. Dit spel bouwt voort op het concept van Woensel-Noord, dat ontwikkeld werd in de Cloud-Atlas workshop van DATAstudio met Dan Hill van Arup Digital Studio. Dit concept leunt op simulatie, maar draait vooral om gesprekken over wat wel en niet mogelijk en gewenst zou kunnen zijn in het huis en op straat. Een tweede spel gebruikt de context van de supermarkt als laagdrempelig begin voor het koken van gezamenlijke maaltijden. Het derde concept is De TienDuizend, een wekelijks te spelen rollenspel in afleveringen over hoe de bewoners van de wijken aan het Henri Dunant park zouden willen samenleven als er op een nacht een geheimzinnige muur verschijnt waardoor het negen jaar lang onmogelijk wordt de wijken te verlaten. Dit laatste concept leunt sterk op fantasie en creativiteit en maakt het mogelijk mensen op onvoorspelbare manier goed te leren kennen.
Eén van de drie concepten zal worden uitgewerkt om in Woensel-Noord en tijdens de komende Dutch Design Week gespeeld te kunnen worden.