Het SensUs-team van de TU/e (T.E.S.T.) gaat het collegejaar 2017 wijden aan de ontwikkeling van een sensor die hartfalen kan vaststellen door de concentratie van een bepaalde stof in bloedplasma te meten. De sensor van het Eindhovense SenSus moet dat sneller en met kleiner volume kunnen dan de huidige apparaten op de markt.
Met die uitdaging doet het team, bestaande uit twaalf studenten uit de biomedische en technisch natuurkundige hoek, mee aan de SensUs Student Competition, een wedstrijd georganiseerd door Eindhovense studenten, onder leiding van Menno Prins, hoogleraar binnen de faculteit Biomedische Technologie. Teams uit onder meer Amerika, Egypte, Zwitserland en België doen mee. Het TU/e-team vertegenwoordigt Nederland.
In september moeten de teams een prototype ontwikkeld hebben dat ter plekke een bloedmonster moet kunnen analyseren. Er zijn dan vier prijzen te winnen. Een creativiteitsprijs voor de meest originele innovatie, een analytische prijs voor de beste meetresultaten, er wordt gekeken naar het translatiepotentieel – of het product van meerwaarde heeft voor de gezondheidszorg en of de kosten in verhouding zijn met de markt – en er is een publieksprijs.
Bekendheid
Die laatste prijs maakt de wedstrijd net even anders dan andere competities, vindt Lotte Hagedoorn, studente Biomedical Engineering aan de TU/e. “Dat betekent dat we er zelf voor moeten zorgen dat we naamsbekendheid creeëren. We weten wel dat we nog niet zo bekend zijn als bijvoorbeeld het Solar-team.”
De tentamens zijn voorbij, daar hebben we nu extra tijd voor.
“Daar houdt het niet op. We moeten ook op zoek naar onze eigen sponsoren die aan dit project kunnen bijdragen”, zegt Hagedoorn. Daarvoor zat ze eind januari aan tafel met Frans Schmetz, Managing Director van de High Tech Campus. Die partij heeft toegezegd het team te sponsoren.
Maar sponsoring komt in alle soorten en maten. Zo sponsort Future Diagnostics uit Wijchen ook, maar niet in gelden, wel in kennis. “Want er ligt voor het team nog wel een uitdaging”, zegt Hagedoorn, “voordat we richting een prototype kunnen gaan.”
Die uitdaging ligt hem in het laten samenwerken van de verschillende –voor de competitie nieuw ontwikkelde- componenten. De uiteindelijke sensor moet bestaan uit een chemisch deel, een elektronisch deel en een uitleesprincipe, dat de bloedwaarden moet gaan vertalen. “Los van elkaar krijgen we die wel aan de praat, maar het vergt nog wat denkwerk om die componenten met elkaar te laten praten.”
Tentamens
Het team is sinds november 2016 bezig met het ontwikkelen van de sensor. Een eerste oriënterende fase voor de ontwikkeling van een prototype is inmiddels afgesloten. In de eerste helft van februari wil het team beginnen met experimenten in de praktijk. Dat kan nu, volgens Hagedoorn, want: “De tentamens zijn voorbij, daar hebben we nu extra tijd voor.”
Als alles voorbij is, begin september 2017, is het onzeker waar het resultaat van de challenge naartoe gaat. Na de editie van 2016 ging een onderzoeksgroep van de TU/e zelf verder met het werk dat het SensUs-team in dat jaar al had verricht voor de competitie. Voor dit jaar zou het zomaar kunnen dat er een onderneming voortvloeit uit het werk dat voor de wedstrijd gedaan wordt, al is dat geen uitgesproken ambitie van het team. “Klinkt leuk, maar de focus ligt nu nog op het ontwikkelen van een prototype.”
Als je dit artikel leuk vindt, lees dan ook:
