Paul Verweij, arts-wetenschapper aan het Radboud Universitair Medisch Centrum, is gewend om met zeer zieke patiënten om te gaan. Als hoogleraar medische microbiologie is het zijn taak om gevaarlijke ziekteverwekkers op te sporen, zodat de juiste behandelingen kunnen worden voorgeschreven.
Een groep patiënten had het soort ernstige ziekten die veel voorkomen op een intensive care afdeling: bloedkanker, immuunstoornissen, longaandoeningen in het eindstadium. Maar, ze leden óók allemaal aan een snelgroeiende, levensbedreigende invasie van een omgevingsschimmel genaamd Aspergillus fumigatus. In het verleden genas een bepaald soort medicijnen (azolen) deze schimmel, maar Verweij zag dat zijn patiënten resistent waren tegen het geneesmiddel. Vijf van de zes patiënten stierven.
Revolutionair antischimmelmiddel
Een potentieel revolutionair antischimmelgeneesmiddel, olorofim genaamd, dreigt onwerkzaam te worden voordat het wordt vrijgegeven, als gevolg van het eerdere gebruik van een soortgelijke landbouwverbinding (ipflufenoquin). Olorofim, ontwikkeld door het Britse bedrijf F2G, richt zich op een nieuw mechanisme voor de behandeling van Aspergillus en valleikoorts. Ipflufenoquin, gemaakt door Nisso America, deelt echter dezelfde moleculaire route. Dit veroorzaakt zorgen over schimmelresistentie, aangezien schimmels zich snel aanpassen om zich tegen nieuwe behandelingen te beschermen.
Wereldwijd gaan er jaarlijks 1,5 miljoen mensen dood aan schimmelinfecties. Medische professionals staan dus te springen om nieuwe antischimmelmiddelen, aangezien de huidige opties beperkt en vaak toxisch zijn. De situatie onderstreept de dringende behoefte aan samenwerking tussen geneeskunde en landbouw om de doeltreffendheid van nieuwe antischimmelbehandelingen te garanderen, en de oprichting van een federaal agentschap of een internationaal orgaan dat de risico’s en prioriteiten beoordeelt.
Groeiende dreiging van schimmelresistentie
Schimmelinfecties zijn een belangrijk wereldwijd gezondheidsprobleem: elk jaar lopen minstens 300 miljoen mensen een infectie in deze soort op. Schimmels vormen een soortgelijke bedreiging als malaria of tuberculose, en het bereik ervan zal naar verwachting toenemen naarmate de aarde opwarmt. Alleen al in de VS zijn schimmelinfecties verantwoordelijk voor meer dan 75.000 ziekenhuisopnames en 7,2 miljard dollar aan gezondheidszorguitgaven per jaar.
Het ontwikkelen van geneesmiddelen tegen schimmels is een uitdagende taak, omdat schimmels veel cellulaire overeenkomsten met de mens delen. Dit maakt het moeilijk om geneesmiddelen te ontwikkelen die schimmels bestrijden zonder de mens te schaden en resulteert vaak in toxische bijwerkingen. Amfotericine B bijvoorbeeld, een ouder antischimmelmiddel, is berucht omdat het trillingen en koorts veroorzaakt bij patiënten.
Olorofim: Een veelbelovend nieuw antischimmelmedicijn
Olorofim, dat zich momenteel in fase 2 bevindt, vertegenwoordigt een nieuwe klasse antischimmelmiddelen, DHODH-remmers genaamd. Het middel is al meer dan tien jaar in ontwikkeling en heeft van de FDA het predikaat “doorbraaktherapie” gekregen, waardoor het versneld wordt ingezet om in een kritieke onbeantwoorde behoefte te voorzien. Medische professionals hebben reikhalzend uitgekeken naar olorofim, omdat het een nieuwe en effectieve behandeling belooft te bieden voor Aspergillus en dalkoorts, waaraan jaarlijks tot 150.000 mensen in de VS lijden.
Afgelopen zomer werd echter ontdekt dat olorofim niet de eerste DHODH-remmer was die in de VS werd geïntroduceerd. Het landbouwfungicide ipflufenoquin, dat dezelfde moleculaire route volgt als olorofim, werd door het US Environmental Protection Agency goedgekeurd. Dit leidde tot bezorgdheid bij de ontwikkelaars van olorofim dat de toepassing van de landbouwverbinding de doeltreffendheid van het geneesmiddel zou kunnen bedreigen nog voor het op de markt komt.
Een evenwicht vinden tussen geneeskunde en landbouw
Zowel de geneeskunde als de landbouw hebben behoefte aan nieuwe antischimmelbehandelingen, maar de introductie van nieuwe verbindingen leidt tot een race tegen de klok, aangezien schimmels zich snel aanpassen om zichzelf te beschermen. De eerste sector die een nieuwe behandeling inzet, zal het meest profiteren, maar er is momenteel geen federaal agentschap of internationaal orgaan dat de risico’s beoordeelt, prioriteiten stelt of zorgt voor samenwerking tussen de twee disciplines.
Nu de wereldwijde dreiging van resistentie tegen schimmels toeneemt, moeten geneeskunde en landbouw samenwerken om risicobeoordelingsmaatregelen en strategieën ter voorkoming van resistentie te ontwikkelen. Deze samenwerking is cruciaal in het kader van One Health, dat de onderlinge verbondenheid van de gezondheid van mens, dier en milieu benadrukt. Nu de Wereldgezondheidsorganisatie in 2022 haar allereerste lijst van prioritaire schimmelpathogenen heeft opgesteld, wordt de noodzaak van een gezamenlijke aanpak van de bestrijding van schimmelresistentie steeds dringender.