De toenemende elektrificatie in de samenleving leidt tot hogere piekbelastingen op het elektriciteitsnet. Sommigen waarschuwen voor een te snelle energietransitie. Anderen hebben goede hoop op een volledig elektrische toekomst. In een rapport in opdracht van het Nederlandse Topsector Energie programma worden meer dan 100 potentiële oplossingen aangedragen, allemaal gericht op het maximaliseren van de capaciteit van het bestaande of toekomstige elektriciteitsnetwerk om de energietransitie te versnellen. In een 12-delige serie belicht Innovation Origins de twaalf meest belovende oplossingen. Dit is deel 6: Faciliteren van flexibiliteit in bedrijven en bedrijventerreinen.
- De Nederlandse Topsector Energie verzamelde 100 ideeën om de problemen rond netcongestie op te lossen.
- Een van de twaalf krachtigste ideeën gaat over het faciliteren van flexibiliteit bij bedrijven en bedrijventerreinen.
- Een obstakel is dat de huidige wettelijke regels en kaders dit niet toestaan.
Steeds meer bedrijven hebben te maken met volle netten, waardoor een bedrijfsuitbreiding of verduurzaming een uitdaging wordt. De aanleg van nieuwe verbindingen voor zowel verbruik als levering is onmogelijk of neemt veel tijd in beslag, soms wel vijf tot tien jaar voor grote verbruikers. Een alternatief voor nieuwe verbindingen is flexibel handelen binnen de mogelijkheden. Een actievere rol en meer samenwerking tussen bedrijven zijn essentieel om een dergelijke flexibiliteit te bereiken. Netwerkbeheerders en wetgevers moeten deze samenwerking en flexibiliteit echter praktisch en wettelijk faciliteren.
Gemotiveerd
Veel bedrijven zijn al gemotiveerd om te werken aan oplossingen voor een beter gebruik van het elektriciteitsnetwerk. Ze willen samenwerken en lokaal balanceren. Eén obstakel is dat de huidige wettelijke regels en kaders dit niet toestaan. Een ander probleem is dat de individuele business case voor slimme oplossingen niet altijd sterk is, ook al is er een goede collectieve of maatschappelijke business case. De oplossing sluit goed aan bij de behoefte aan meer zelforganisatie door bedrijven. Meer denken vanuit een basislastaansluiting dan vanuit pieklast stimuleert bedrijven om zelfstandig oplossingen te vinden voor hun pieken – met opslag – of met anderen – het delen van energie – zonder het netwerk overmatig te belasten.
Het afstemmen van opwekking en verbruik in tijd en plaats (local balancing) krijgt meer aandacht als oplossing voor congestie. Bedrijven kunnen hier een rol in spelen als ze kunnen samenwerken. De huidige regels beperken echter de mogelijkheden. Bedrijven mogen bijvoorbeeld niet rechtstreeks elektriciteit uitwisselen; dat moet via een contract met de netbeheerder. Soms is het zelfs binnen hetzelfde bedrijf (één locatie) onmogelijk om opwekking en verbruik in balans te brengen als deze op twee verschillende verbindingen plaatsvinden.
Oplossing
De oplossing is om bedrijven meer controle te geven over hun elektriciteitsbehoeften en hoe ze die dynamisch invullen. Ze hebben meestal een beter zicht op hun energieprofiel dan netbeheerders. Ook kunnen ze onderling veel sneller dingen regelen dan via de overheid of netwerkbeheerder.
Netbeheerders zijn echter ook beperkt in hun mogelijkheden. Er komen nieuwe contractvormen aan, zoals groepscontracten, maar dat kost tijd. De eerste belangrijke stap is om bedrijven te informeren over hun huidige opties. Bedrijven die willen samenwerken moeten hierbij actief ondersteund worden met kennis en ruimte om te experimenteren. Verder moeten bedrijven meer controle krijgen over hun elektriciteitsbehoeften en hoe ze die invullen.
Maar onder aan de streep blijft staan dat meer samenwerking vraagt om nieuwe wettelijke kaders en nieuwe organisatorische afspraken. Qua wet- en regelgeving is het nodig om ruimte te maken voor het uitwisselen van elektriciteit of het delen van aansluitcapaciteit. Voor het delen van energie wordt (Europese) regelgeving ontwikkeld waar bedrijven hun voordeel mee kunnen doen. Maar ook dat kost tijd.
Warmte, waterstof en (groen) gas
Idealiter wordt lokale samenwerking in de energiehuishouding holistisch bekeken, inclusief warmte, waterstof en (groen) gas. Dat geeft meer mogelijkheden, maar maakt het vraagstuk ook veel complexer. Experimenten in een eenvoudige context die vooral gericht zijn op elektriciteitsvoorziening zullen waarschijnlijk sneller leerpunten opleveren. Nieuwe experimenten met energiehubs geven bedrijven de ruimte om het zelf op te zetten. Om energierisico’s op de lange termijn te beperken, is het hoe dan ook nodig om nu actie te ondernemen voor lokale samenwerking; de capaciteit van het net zal voorlopig wel schaars blijven.