Al tijdens het hardlopen je looptechniek meten met je schoen. De droom van menig sporter – en dit jaar nog werkelijkheid dankzij de Runalyser. De Eindhovense startup Ato-gear brengt tegen die tijd een flinterdunne zool met druksensoren op de markt. Andrew Statham is initiatiefnemer van het in 2014 als spin-out van TNO gestarte bedrijf.
Acht jaar geleden startte TNO met onderzoek naar de vraag wat de effecten van verschillende hardlooptechnieken zijn. De Engelse Statham werkt sinds 2008 bij TNO. Een van zijn eerste projecten was deze Runalyser. In dat jaar al testte de burgemeester van Eindhoven Rob van Gijzel, een eerste versie. Het ‘proefkonijn’ droeg de zolen en verschillende zenders tijdens de halve marathon van Eindhoven. Dit leidde tot positieve resultaten en positieve reacties. Toen ontstond het idee om het op de markt te brengen. Eind 2015 wordt dit werkelijkheid. Waarom het zo lang duurde? Volgens Statham was er simpelweg veel meer onderzoek en tijd nodig om een betrouwbaar en gebruiksvriendelijk systeem te ontwikkelen.
Omdat TNO zelf geen producten op de markt brengt maar vooral een onderzoeksorganisatie is, maakte Statham vorig jaar de stap om dit zelf te gaan doen. Hij kocht de rechten over de Runalyser en ging aan de slag om de techniek verder te ontwikkelen en klaar te maken voor de markt, zo vertelt de ondernemer.
Sensoren
“De sensoren in de zool meten elke beweging die de voet maakt.” Ook de tijd dat de voet de grond raakt en de duur dat iemand zweeft, worden opgenomen door de sensoren. Een klip op de schoen slaat de gegevens op en zendt dit door naar een app of een polsband. “Hiermee krijgen hardlopers direct feedback over hun looptechniek.”
Deze feedback is bruikbaar voor de hardloper zelf maar ook voor wetenschappelijk onderzoek. Op 6 juli promoveerde Robert Mann aan de Universiteit van Maastricht. De wetenschapper onderzocht de oorzaken van blessures en hij maakte hierbij gebruik van de Runalyser.
Uit Manns onderzoek blijkt dat lopers die vaker van sportschoen wisselen minder snel een blessure oplopen. Ook ontdekte hij dat er minder blessures ontstaan als mensen naast hardlopen een andere sport beoefenen. Mann noemt zijn onderzoek een kleine stap naar een blessurevrij hardlopen. Hij werd vanuit TNO, gedurende de vier jaar van zijn onderzoek, ondersteund door Statham.
In oktober vorig jaar won Statham met dit technisch vernuft de door het Eindhovens InnoSportLab Sport&Beweeg! georganiseerde Sprint14 Hackaton. Zo vond hij ook een deel van zijn team. Gaandeweg breidde hij dit team uit met mensen die elk een eigen kwaliteit hebben om het high tech product verder te ontwikkelen. Momenteel zijn ze met elf personen. Er is een web- & een appontwikkelaar, een grafisch ontwerper, een marketeer en een ingenieur en samen brengen zij “de hardware naar een hoger niveau”, aldus Statham.
Eindhoven
Even twijfelde hij nog over de locatie. Naast Eindhoven behoorden Silicon Valley en Londen tot de mogelijke standplaatsen. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, is de nabijheid van zowel technische bedrijven als getalenteerde ontwerpers. Met een werklocatie op Strijp-S en de High Tech Campus is Eindhoven als standplaats ideaal.
Jeroen van Duursen, bestuurslid Stichting Topatletiek Eindhoven, kijkt uit naar de slimme zool. De meetgegevens zijn volgens hem zeker interessant voor mensen die voor zichzelf trainen. “Die kunnen hun looptechniek stapsgewijs aanpassen.” Coaches kunnen met de informatie inzicht krijgen in wat er met de voet gebeurt als hun pupillen moe worden, meent Van Duursen.
Hoogleraar klinische sportgeneeskunde, professor Ron Diercks, zegt nieuwsgierig te zijn naar de Runalyser. “Als het product doet wat Statham zegt dan is een belangrijke ontwikkeling.” Vanuit het Universitair Medisch Centrum in Groningen onderzoekt Diercks het effect van de loopstijl op bijvoorbeeld de voeten van diabetici. Volgens hem is de technologie op zich niet nieuw, “nieuw is het in het dagelijks leven kan worden gebruikt”.