Rudy van Belkom in Pakhuis De Zwijger
Author profile picture

De somberheid en zorgen over de staat van onze (digitale) democratie wil hij allerminst wegpoetsen, maar als er één doel is verbonden aan Rudy van Belkoms boek ‘Alive and Clicking’ dan is het wel dat er ook alle reden voor hoop is. Dat het beeld altijd genuanceerd is en dat er in veel gesignaleerde risico’s ook aanknopingspunten voor een oplossing zitten. Maar om die te bereiken moet de oudere generatie wel het heft meer in handen van de digital natives durven geven. “We moeten jongeren veel serieuzer nemen.”

Democratie en technologie

Het voorbije decennium heeft Van Belkom zich beziggehouden met democratische vernieuwing (‘Het Nieuwe Kiezen’) en met de invloed van technologie op onze samenleving. Sinds 2019 werkt hij als toekomstonderzoeker bij STT, waar hij inmiddels directeur is. Zijn eerste onderzoek ging over de impact van kunstmatige intelligentie op de toekomst van besluitvorming. Met dit boek komen die twee werelden samen: democratie en technologie. “Het resultaat is er voor iedereen die het gevoel heeft dat de democratie verloren is, dat technologie een alsmaar groter wordende bedreiging vormt en dat de huidige generatie jongeren niet in staat is om het tij te keren. Maar zeker ook voor iedereen die hoop heeft op een democratie waarin de kloof tussen burgers en politici kleiner is. Waar technologie juist kan helpen om meer burgerinspraak en participatie mogelijk te maken.”

Rudy van Belkom © Stephanie Elmensdorp

Vandaar ook dat Van Belkom zijn boek in eerste instantie heeft gericht op iedereen die met jongeren werkt. Daarbinnen ziet hij twee hoofddoelgroepen: het onderwijs en de (lokale) overheid. “Voor die eerste groep geldt dat ze de digitalisering geleidelijk aan het klaslokaal in hebben zien sluipen. Ze zijn zich bewust van het belang van mediawijsheid maar weten zich ook niet goed raad met de manier waarop hun leerlingen bijna vastgeplakt zitten aan de schermpjes van hun smartphones. Hoe moet je nu die mensen die zijn opgegroeid met internet geloofwaardig uitleggen hoe het internet werkt?”

De aanzet tot een antwoord op die vraag heeft hij ook: “Waarom laat je die jongeren niet zelf de lessen maken over mediawijsheid? Waarschijnlijk hebben zij zelf meer antwoorden dan de docenten die niet in een digitale context zijn opgegroeid.”

Het belang van de tweede doelgroep – lokale overheden – ligt vooral in hun worsteling rond het participatievraagstuk in het digitale domein. “Op grond van de opkomst bij verkiezingen zou je het niet zeggen, maar in de lokale democratie is de afstand tot de burger kleiner, hun belevingswereld is herkenbaarder en ambtenaren voelen dat ook. Dat maakt deze groep ontvankelijk voor oplossingen.”

De aanzet daartoe hoopt Van Belkom te geven met zijn acht aanbevelingen ‘voor een inclusieve en rechtvaardige digitale democratie’, helemaal achterin zijn boek. Daarbij onder meer de oproep om onvrede serieus te nemen, de burger vooral te vertrouwen, inclusiviteit te borgen en technologie – inclusief ‘Big Tech’ – niet blind te volgen. “Die aanbevelingen zouden een startpunt kunnen zijn voor het gesprek dat je als gemeente met je burgers gaat voeren. Alles draait daarbij om het creëren van draagvlak. En daarbij hoort ook de acceptatie dat niet alles wat je voorstelt wordt omarmd, of dat je burgers met betere oplossingen komen. Stel je dus vooral niet te ‘volmaakt’ op in je vraagstelling.”

Zaklamp

Een deel van de huidige kritiek op onderdelen van onze democratie houdt verband met de manier waarop we er, los van het geheel, een zaklamp op zetten. Van Belkom laat zien dat daardoor het zicht op de context verloren gaat. “Ik probeer met dit boek dus de lichtschakelaar aan te zetten, zodat we beter zicht krijgen op het geheel. Op sommige vlakken wordt de invloed van bijvoorbeeld desinformatie overschat, maar op andere vlakken juist onderschat.”

Naast de onderwijswereld en de overheid kan er nog een derde doelgroep voor zijn boek zijn, zegt Van Belkom. “Al die mensen die zich nu druk maken over de uitvoering van burgerfora en burgerberaden. Er zijn pleitbezorgers die geloven dat je je met 50 of 100 gelote burgers vertegenwoordigd zou kunnen voelen. Dat is echt een misvatting. Een orgaan dat namens mij spreekt, of dat nu gekozen of geloot is, is geen alternatief als ik mij niet gehoord voel. Het enige dat echt helpt is een manier om mezelf wel te laten horen. En het mooie is: digitalisering kan veel van die manco’s makkelijk oplossen. Het is schaalbaar, representatief en inclusief.”

Dat wil trouwens niet zeggen dat techniek de enige factor is, waarschuwt Van Belkom direct. Het gaat ook om de uitvoering en een culturele omslag die daarbij nodig is. “Het ministerie van BZK gaat nu concreet nadenken over de gewenste digitale democratische infrastructuur. Er zijn veel open source platforms die je kunt inzetten, maar alles begint met vertrouwen in de burger.”

vTaiwan

We hoeven ook wat dat betreft het wiel niet helemaal zelf uit te vinden. In zijn boek gaat Van Belkom uitgebreid in op het voorbeeld van vTaiwan, waar de digitale democratisering begon met activisme en een groep civic hackers. Op een gegeven moment werd zelfs het parlement bezet en in plaats van deze groep met geweld de deur uit te gooien gingen de machthebbers er te rade. “Help ons, zeiden ze. En dat deden ze. De leider van de groep is nu minister van digitale zaken en alle andere ministeries hebben een participatie-afdeling gekregen. Het toont aan dat je door op een andere manier naar mensen te kijken fundamentele stappen kunt zetten. Neem onvrede serieus!”

Op die manier kun je ook beter achterhalen waar de specifieke behoeften liggen van de burgers. “Daar weten we eigenlijk nog maar weinig van. Welke specifieke digitale tools kunnen we inzetten? Het moet in elk geval een heel palet zijn, de democratie vraagt om maatwerk. Mensen voelen zich niet gehoord, je moet dus naar ze luisteren, met digitale inspraak kan dat het meest direct. Soms door even op standpunten te stemmen, of juist door nieuwe standpunten te formuleren. Die behoefte moeten we goed in kaart brengen en daar het systeem op bouwen. Welke tool kan voor welke doelgroep voor welk moment in proces het beste werken? Je wilt diversiteit, maar geen ratjetoe.” 

Betrokkenheid

Het schrijven van het boek heeft ook iets met Van Belkom zelf gedaan. “Mijn betrokkenheid bij deze thema’s was er natuurlijk altijd al, maar die was op de eerste plaats professioneel. Al schrijvende merkte ik ook een persoonlijke drive, vandaar ook dat de ‘ik’ in het boek geregeld terugkomt. Ik begon somber, mede door wat ik in de Netflix-documentaire The Social Dilemma allemaal zag. Maar gaandeweg werd ik hoopvoller. Hoe mooi zou het zijn als lezers diezelfde ontwikkeling doormaken als ze mijn boek gelezen hebben.”