Om gezonde druiven en appelen te telen, moet het wieden en sproeien tijdens het groeiproces verschillende keren worden herhaald. Afhankelijk van het jaar – en als zich een of andere plaag voordoet – zijn meer rondes nodig. Deze taken zijn niet alleen repetitief, maar ook duur – denk aan het bijtanken van tractoren en arbeidskosten – en tijdrovend. Geautomatiseerde robots bieden een oplossing voor deze problemen, door boeren te verlossen van herhaaltaken en deze te optimaliseren.
Robs4Crops is een door de EU gefinancierd project – via de Horizon-regeling – waarbij 16 partners uit heel Europa betrokken zijn. Universiteiten, landbouwrobotsbedrijven en landbouwers maken allemaal deel uit van het programma. Het project is in januari 2021 van start gegaan en wordt gecoördineerd door de Wageningen Universiteit. Verbetering van de productiviteit, vermindering van de milieu-impact van de landbouw en een verminderde afhankelijkheid van handarbeid zijn de belangrijkste doelstellingen. AI en robottechnologie kunnen worden ingezet om die doelen te bereiken.
Wat het project brengt is een robotplatform dat boeren kan helpen met verschillende taken, en dat ook kan worden aangepast aan verschillende omgevingen. Tijdens het twee jaar durende project wordt het instrument geperfectioneerd, zodat het voor iedereen in Europa beschikbaar kan worden gesteld zodra de proeven zijn afgerond. Om meer gegevens te verzamelen en de efficiëntie van het platform te verbeteren, bestrijkt het project vier jaar – om de robot in twee verschillende landbouwjaren uit te kunnen proberen. De proeven van dit jaar beginnen deze maand, op verschillende locaties in heel Europa – Spanje, Frankrijk, Griekenland en Nederland.
“Met Robs4Crops combineren we technologie en bedrijfsexpertise met de knowhow van telers op het veld. Zij zijn degenen die inzicht en input geven om het systeem te perfectioneren. Het idee is om alle leden van de waardeketen samen te brengen,” vertelde innovatie Origins Maja Žikić van Foodscale Hub, communicatiemanager voor het project.
Welke oplossingen brengt Robs4Crops naar boeren?
Robs4Crops wil twee soorten oplossingen beschikbaar stellen voor boeren. De eerste is volledig geautomatiseerd – met robots om onkruid te wieden en sproeitaken autonoom uit te voeren. De tweede oplossing is een slimme box voor op de tractor. Die moet processen automatiseren zonder dat daarvoor een extra werktuig nodig is.
Het Deense AgroIntelli levert de robots – zij hebben een autonome werktuigdraagrobot ontwikkeld – terwijl de smartbox wordt geleverd door het Franse AGreenCulture. Beide oplossingen zijn bedoeld om de automatisering van processen op twee manieren aan te pakken en toch hetzelfde doel na te streven.
Žikić: “Beide platforms zullen worden aangevuld met een aantal slimme werktuigen voor onkruid wieden en sproeien. Het doel is om boeren te helpen zich te ontdoen van repetitieve taken in verschillende omgevingen, van boomgaarden tot wijngaarden.”
Robots om verschillende uitdagingen aan te gaan
Mechanisch wieden in de wijngaarden van de Franse Loire is bijvoorbeeld niet zo handig, zowel wat betreft de kosten per hectare als het benodigde gereedschap. Robs4Crops test op lokatie Ceol, een robot die minder werkgangen per seizoen nodig heeft en ook goedkoper is. Het is de bedoeling het gebruik van chemicaliën en de arbeidskosten te verminderen. Modulariteit is een ander aspect dat wordt getest, waardoor het platform kan worden aangepast aan verschillende werkscenario’s.
Appelboomgaarden in Catalonië moeten elk jaar herhaaldelijk worden besproeid om het fruit te vrijwaren van schimmelziekten. Daarvoor moeten veel chemicaliën worden gebruikt, en ook veel arbeid. Met de huidige technieken wordt de medicatie van de gewassen uniform toegepast, ongeacht het groeistadium van de bomen en de ernst van de ziekte van plant tot plant. Evenzo is in de Griekse wijngaarden voor tafeldruiven een aantal besproeiingsgangen nodig om vruchten van hoge kwaliteit te produceren.
Robs4Crops pakt beide uitdagingen aan door het sproeiproces te automatiseren door verschillende hulpmiddelen van hun partners te combineren – namelijk precisiesproeiers van Teyme en een apparaat van AGreenCulture dat van mensen afhankelijke machines transformeert in autonome communicerende robots.
Gewasrotatie in aardappelteeltsystemen is een andere uitdaging die door het project wordt aangepakt. Nederland, de op drie na grootste aardappelproducent, is het land dat voor deze proef is gekozen. In dit geval zal een robot ook helpen bij verschillende taken – zaaien, wieden en oogsten, om er maar een paar te noemen.
Kwaliteit en veiligheid
“Robots kunnen boeren ontlasten door de dagelijkse taken te verminderen. Met robots op het land heb je meer tijd om je te richten op waardevollere taken – zoals productieanalyse”, aldus Žikić. Productkwaliteit zou dus een van de aspecten zijn die het meest van een dergelijke aanpak zouden profiteren.
Het delegeren van spuitroutines aan robots heeft ook nog een ander voordeel. “Boeren zullen minder worden blootgesteld aan gevaarlijke chemicaliën. Bovendien zijn er – in het licht van de beginselen van de Europese Green Deal – aanzienlijke besparingen mogelijk op het gebied van brandstof, water, pesticiden en emissies, wat de boeren in de EU helpt om groener te gaan werken”, aldus Žikić.
Zorgen van boeren
De integratie van robots in de landbouw verloopt echter niet zo vlekkeloos. Het gebruik van nieuwe soorten machines brengt ook verzekeringszorgen met zich mee – als er een ongeluk gebeurt, zullen verzekeringsmaatschappijen dan de kosten dekken?
“We houden nauw contact met onze landbouwers en we verzamelen dagelijks hun input, zowel over technische als meer algemene aspecten. Deze zorgen – en ook de ethische aspecten die erbij komen kijken – nemen we heel serieus. Ze staan er niet alleen voor. De proefmanagers zijn er om hen te helpen bij het veilig leren werken met de nieuwe instrumenten”, voegt Žikić eraan toe.
Aangezien de tests het ritme van de seizoenen zullen volgen, worden de verzamelde gegevens in de herfst en de winter geanalyseerd. De wetenschappers in de laboratoria zullen de robots dienovereenkomstig herinrichten en daarna gaan ze weer naar het veld, waar de tweede testronde van het project kan plaatsvinden.