Tot 2022 zal het aantal werkenden in Nederland met ongeveer 520.000 groeien. Dat komt neer op een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 1% per jaar. Dat is goed nieuws voor werkzoekenden, maar kan een groot probleem worden voor bedrijven die op zoek zijn naar met name technisch personeel. Daar is het aanbod namelijk lang niet genoeg om aan de grote vraag te voldoen.
Dat stelt het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Hbo’ers en wo’ers hebben volgens ROA tot 2022 de beste arbeidsmarktperspectieven. Voor afgestudeerden met een opleiding in de techniek of zorg zijn de arbeidsmarktperspectieven (zeer) goed op alle niveaus, van mbo tot wo. Werkgevers zullen ook de komende jaren voornamelijk moeite hebben om vacatures in te vullen voor technisch en ICT personeel. De grootste werkgelegenheidsgroei wordt verwacht voor de zorg, groothandel, specialistische zakelijke dienstverlening, en de bouwnijverheid. De economische groei, vooral in de bouw, voedt de vraag naar technisch geschoold personeel.
Knelpunten blijven voor werkgevers in de techniek, ICT, zorg en onderwijs
Werkgevers moeten de komende 6 jaar rekening houden met grote knelpunten in de personeelsvoorziening van technische, ICT en pedagogische beroepen. Voor 87% van de vraag naar ICT’ers, voornamelijk op hogere niveaus zoals software- en applicatieontwikkelaars, worden grote knelpunten verwacht. Ook het vinden van leerkrachten in het basisonderwijs, waarvoor de behoefte aan vervanging van vertrekkend personeel groot is, wordt moeilijk. Binnen de technische beroepen zal het moeilijker worden om vacatures in te vullen voor bijvoorbeeld elektriciens en elektromonteurs, (elektrotechnisch) ingenieurs, architecten, en technici bouwkunde en natuur. Ondanks de groeiende toestroom van gediplomeerden uit de richtingen techniek en informatica, blijven de knelpunten groot. “Dit heeft er deels mee te maken dat lang niet alle technisch gediplomeerden een baan zoeken
in de techniek”, verklaart onderzoeksleider prof. dr. Didier Fouarge.
De arbeidsmarktperspectieven voor jongeren zijn de komende jaren gemiddeld genomen goed, maar er zijn grote verschillen naar opleidingsniveau en -richting. Over het algemeen hebben jongeren met een hoger opleidingsniveau betere arbeidsmarktperspectieven dan jongeren met een lager opleidingsniveau. Op wo-niveau heeft 50% van de gediplomeerden goede tot zeer goede perspectieven op een baan. Dit geldt vooral voor gediplomeerden met een wo achtergrond in techniek, onderwijs, medicijnen, gedrag en maatschappij. Op hbo-niveau heeft 43% van de gediplomeerden (zeer) goede arbeidsmarktperspectieven, voornamelijk de afgestudeerden met een hbo-diploma in de richtingen onderwijs, techniek, landbouw, of gezondheidszorg. “Ook op mbo-niveau zijn er richtingen die goede perspectieven op werk hebben”, zegt Fouarge. “Mbo 4 groen, zorg en techniek, en mbo 2/3 techniek bieden de beste kansen op werk.”
Bron: ROA