Author profile picture

Eindhoven is van de vijf grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven) de gemeente met het laagste aandeel huishoudens met risico op armoede (12,3 procent). In Utrecht is dit aandeel met 12,6 procent maar nipt hoger. De twee steden liggen wat dit betreft op grote afstand van Den Haag (16,6 procent), Amsterdam (18,2 procent) en Rotterdam (18,7 procent). In alle vijf steden ligt het aandeel huishoudens met risico op armoede boven het landelijk gemiddelde (10,3 procent).

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.


Lees ook: Urban Data Center, de stad gevangen in cijfers


Ook wat het risico op langdurige armoede betreft liggen Eindhoven en Utrecht met beide 3,7 procent onder de drie andere steden maar boven het landelijk gemiddelde (3,0 procent). Dit risico ligt met 6,8 procent het hoogste in Amsterdam, gevolgd door Rotterdam (6,7 procent) en Den Haag (5,6 procent). Van risico op langdurige armoede wordt gesproken als huishoudens tenminste vier jaar van een laag inkomen moeten rondkomen.

Voor het afbakenen van armoede maakt CBS gebruik van de lage-inkomensgrens. Deze vertegenwoordigt een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks alleen voor de prijsontwikkeling aangepast. In prijzen van het jaar 2013 bedroeg de lage-inkomensgrens voor een alleenstaande 1010 euro per maand. Voor meerpersoonshuishoudens is de lage-inkomensgrens aangepast voor de omvang en samenstelling van het huishouden en aldus vergelijkbaar gemaakt met het welvaartsniveau van een alleenstaande.

Hoger aandeel inkomen uit arbeid

In Eindhoven was in 2013 het inkomen uit arbeid voor 53,8 procent van de huishoudens de belangrijkste bron van inkomen. Dat is boven het landelijk gemiddelde van 51,2 procent. Tevens lag het aandeel werknemersinkomens er zo’n 2 à 3 procentpunt hoger dan in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Utrecht stond aan kop, daar betrokken zes op de tien huishoudens hun inkomen vooral uit arbeid.

bijstand

In de crisisjaren is het aandeel huishoudens dat merendeels moest rondkomen van een bijstandsuitkering gaandeweg toegenomen, zowel landelijk als in de vijf grote steden. Wel zijn er aanzienlijke verschillen in niveau. In Eindhoven en Utrecht lag het aandeel in 2013 rond het landelijk gemiddelde van vier procent. Amsterdam en Den Haag kwamen bijna twee keer zo hoog uit. Rotterdam spande de kroon: in deze gemeente was één op de tien huishoudens hoofdzakelijk aangewezen op bijstand.