De regionale afdelingen van de Sociaal-Economische Raad (SER) in Brabant, Noord-Nederland, Overijssel en Zeeland dringen er op aan om het streven naar een brede welvaartsgroei centraal te stellen in een nieuwe Kabinetsperiode. Dat hebben de regionals SERs landelijk voorzitter Mariëtte Hamer laten weten. “Een meer gelijke verdeling van de brede welvaart over de regio’s is alleen maar mogelijk als er in het nieuwe Kabinetsbeleid ruimte is voor specifiek regionaal beleid.”
De regionale SERs constateren dat het huidige landelijke beleid vaak teveel toegesneden is op de situatie in dichtbevolkte gebieden, zoals de Randstad. “Zo pakt bijvoorbeeld de huidige bekostigingsmethodiek in de zorg en in het onderwijs niet gunstig uit voor de dunbevolkte regio’s”, zegt Harry Webers, voorzitter van SER Overijssel. De regio’s willen dat er in de beleidsvorming meer rekening wordt gehouden met specifieke karakteristieken van de verschillende regio’s. “Het landelijke beleid dient alle regio’s in staat te stellen een brede welvaartsgroei te realiseren, zodat het landelijke gemiddelde ook hoger wordt.”
Mariëtte Hamer kan zich wel vinden in het advies. “Ook de ‘Haagse’ SER streeft naar brede welvaart voor zoveel mogelijk mensen”, zegt ze in een reactie. “Vanuit de landelijke politiek wordt vaak vergeten dat nationaal beleid op regionaal niveau heel verschillend kan uitwerken. Dat is terecht de rode draad van dit advies. Veel van de aanbevelingen die de regionale SER’en doen, passen goed bij de lopende trajecten en komen terug in ons eigen middellangetermijnadvies. We zullen daar dan ook zeker gebruik van maken”.
Duurzaamheid
Op het gebied van duurzame ontwikkeling roepen de SER-regio’s op tot een consistent landelijk beleid, waarbinnen de regio’s en ondernemers hun duurzame projecten en plannen kunnen ontwikkelen. “De coronacrisis kan geen excuus zijn om de teugels te laten vieren”, zegt Elphi Nelissen, voorzitter van SER-Brabant. “Doelen op het gebied van klimaatadaptatie, verduurzaming van de energievoorziening en hergebruik van grondstoffen dienen overeind te blijven.” Zij vraagt in het bijzonder aandacht voor de personeelsvoorziening. “Deze maatschappelijke transities vergen het uiterste van de regionale arbeidsmarkten. Er zullen niet alleen meer arbeidskrachten nodig zijn, maar er worden van medewerkers ook andere competenties vereist”. Er zijn diverse fondsen aanwezig om werknemers te om-, bij- en herscholen, zodat zij vitaal blijven voor de arbeidsmarkt. Maar in de praktijk is bundeling van fondsen niet altijd eenvoudig. Daarom roepen de regionale SER’en op om regionale pilots met het bundelen van fondsen en regelingen mogelijk te maken.
Drie speerpunten
In het advies verduidelijken de regionale voorzitters hun boodschap aan de hand van drie speerpunten: structurele inzet op een duurzame economie, een wendbare en inclusieve arbeidsmarkt en extra aandacht voor de kwaliteit van leven. Het streven naar een meer gelijke brede welvaartsgroei loopt als een rode draad door het advies. “Bij brede welvaart gaat het niet alleen om economische groei, maar ook om de sociale en ecologische aspecten. Er is pas sprake van brede welvaartsgroei als er op al deze drie aspecten positief gescoord wordt”, zegt Luit Ezinga, voorzitter van SER-Zeeland.
De regio’s stellen voor om in enkele gebieden ervaring op te doen met een brede aanpak. “Steeds meer vraagstukken op het vlak van economie, arbeidsmarkt, milieu, woningbouw, leefbaarheid spelen zich af in de regio”, zegt Elphi Nelissen. “Alleen door een integrale aanpak van deze vraagstukken en betrokkenheid van alle belanghebbenden zijn structurele oplossingen mogelijk. Dit vraagt om regionaal maatwerk.”