About Reducept
- Founders: Margryt Fennema en Louis Zantema
- Founded in: 2018
- Employees: 8-10
- Money raised: 1M investment, 400K subsidie
- Ultimate goal: De wereld bevrijden van chronische pijn
De Nederlandse start-up Reducept bestaat inmiddels alweer een paar jaar. Oprichters Margryt Fennema en Louis Zantema ontwikkelden samen de Reducept Methode. Hierbij worden wetenschappelijke inzichten over pijneducatie, psychologie en digitale therapie gecombineerd. Het is een complex, niet-invasief behandelprogramma gericht op het verminderen van chronische pijn zonder het gebruik van medicijnen. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van Virtual Reality. Louis Zantema vertelt voor deze aflevering van start-up-of-the-day meer over deze unieke methode.
Wat doet Reducept precies?
“Reducept heeft als missie de wereld te bevrijden van chronische pijn. We doen dat door het ontwikkelen van een digitale methode die patiënten in staat stelt hun pijn beter te begrijpen en zelf te leren beïnvloeden. In deze methode speelt onze Virtual Reality (VR) therapie Reducept een belangrijke rol. Pijn ontstaat namelijk altijd in de hersenen, en met Reducept trainen we de hersenen van mensen met langdurige pijnklachten.”
Hoe is dit idee ontstaan?
“In Nederland zijn gigantisch veel mensen met chronische pijnklachten. Naar schatting meer dan 2,7 miljoen. In mijn eigen werk met deze doelgroep merkte ik dat educatie en psychologische strategieën deze patiënten ontzettend kunnen helpen hun pijn te verminderen. Landelijk krijgt echter minder dan 2 procent van de patiënten dit soort interventies aangeboden. Er zijn simpelweg te weinig (pijn)psychologen en het vinden van de weg naar een psycholoog wordt door patiënten vaak ook als lastig ervaren.”
“Dit probleem werd pas echt helder toen ik Margryt Fennema in het Medisch Centrum Leeuwarden ontmoette en we gingen samenwerken voor een innovatieproject – de expertise van Margryt. Door het toepassen van de door haar geleerde ‘design research’ principes werd mij ook duidelijk hoe graag deze mensen alles willen doen om van hun pijn af te komen en dat wij daar meer in wilden bieden.”
Hoe zijn jullie daarna te werk gegaan?
“We zijn toen eigenlijk stapsgewijs hypotheses gaan testen en samen met patiënten gaan kijken waar hun behoeften liggen als het gaat om uitbreiding van pijnbehandeling. Er was al veel literatuur beschikbaar over VR bij acute pijn, maar in trials die we met patiënten met chronische pijn deden, ervoeren zij VR ook erg prettig als afleiding. Na verschillende VR-games met patiënten gespeeld te hebben, ontdekten wij steeds beter welke interventies zij prettig vonden. Zo legden we een basis voor een eigen VR-therapie. Daarbij wilden we niet slechts gebruik maken van afleiding om de pijn te verminderen. We wilden ook educatie bieden en patiënten strategieën leren om meer controle over hun pijn te ervaren.”
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
“Op dit moment breiden we Reducept gestaag uit. We werken bijvoorbeeld aan specifieke behandelprotocollen en hoe patiënten thuis informatie krijgen. Na het valideren van deze protocollen breiden we onze methode uit naar andere landen. Daarnaast werken we met onderzoekspartners aan de wetenschappelijke validatie van Reducept. Uiteindelijk hopen we dat Reducept voor chronische pijn vergoede richtlijnzorg wordt in Nederland en andere landen. Mocht dat succesvol verlopen, dan zou het mooi zijn om in de toekomst voor andere doelgroepen vergelijkbare digitale therapieën te ontwikkelen.”
Wat willen jullie verder nog bereiken?
“Onze hoop is dat we mensen bewust kunnen maken van de manier waarop lichaam en geest continu samenwerken en elkaar beïnvloeden. Ook bij ‘aandoeningen’ waar we vaak alleen een medische kijk op hebben. Wat je tegenwoordig veel ziet gebeuren is dat een klacht in het vakje ‘fysiek’ of ‘mentaal’ wordt geplaatst. Heb je een burn-out? Dan is het mentaal en ga je naar een psycholoog. Heb je lange tijd pijn? Dan is het fysiek en ga je naar een dokter. Terwijl fysieke sensaties samengaan met mentale klachten en vice versa. Het is mooi dat er minder taboe op mentale zorg rust dan een aantal decennia terug, maar nu wordt het tijd om mentaal en fysiek integraler te zien en behandelen.”