Ter ere van zijn 10-jarig bestaan organiseert Automotive Campus Helmond samen met TNO het mobiliteitsdebat “Realistische Routes naar Parijs”. In dat debat, op 3 december, discussiëren prominente gasten uit de politiek, wetenschap en de mobiliteitssector over een realistische manier om de akkoorden van Parijs te halen, zonder de maatschappij stil te zetten. De thema’s in het debat zijn personenvervoer en Heavy Duty. In twee delen blikken we vooruit op de discussie. Vandaag: Jan Ebbing over de uitdagingen rond heavy duty vervoer.
Elektrificering, brandstofcellen, hybride: ook in heavy duty vervoer zoals trucks voor lange afstand transport en bussen zijn alle opties nog open. Voor stadsdistributie lijkt elektrisch een logische keuze, maar wanneer kunnen we ook elektrisch rijden over verre grenzen, of worden toch de duurzame alternatieve brandstoffen de oplossing? Diesel lijkt vooralsnog onaantastbaar, maar onder de oppervlakte wordt al volop nagedacht over nieuwe infrastructuur en productiecapaciteit.
Voor Jan Ebbing, programmamanger bij TNO, is één ding duidelijk: “We moeten omlaag met de CO2-uitstoot, dat is een gegeven en dus zal ons debat op 3 december niet over die vraag gaan. Waar het wel om gaat is of er wel voldoende aandacht is voor heavy duty en hoe we daar wat aan kunnen doen. De overheid heeft volop ideeën rond personenvervoer, maar geldt dat ook voor bus- en vrachtvervoer? Daar ligt het echt anders.”
Want inderdaad, voor personenvervoer mag de focus inmiddels voor een belangrijk deel op elektrisch liggen, voor heavy duty ligt het genuanceerder. Ebbing: “Er zijn zeker ook partijen die e-trucks wel zien zitten, maar over de volle breedte is er veel scepsis. Het probleem van de transportsector is dat ze heel scherp aan de wind varen als het om tarieven gaat. De marges zijn klein; een truck die langer dan 10 minuten stil moet staan om te tanken brengt direct de business in gevaar, want een andere partij kan het sneller. Zelfs met fast charging wordt elektrisch rijden voor bepaalde toepassingen alleen al om die reden lastig.”
Zou een hybride oplossing dan uitkomst kunnen bieden? Elektrisch voor de steden en daarbuiten gewoon met de traditionele verbrandingsmotor. “Dat zou het probleem voor een deel oplossen”, zegt Ebbing. “Maar lange stukken op diesel blijft natuurlijk niet optimaal. We zullen naast hybride dus ook naar bijvoorbeeld dual fuel moeten kijken : diesel vermengd met een biobrandstof bijvoorbeeld.” Maar ook waterstofgas is volgens Ebbing niet ondenkbaar. “Met natural gas is ca. 20% reductie op je CO2-uitstoot te bereiken, dat is in de transitie een serieuse optie.
Trouwens, zo nuanceert Ebbing, het slechte imago van diesel is niet altijd meer terecht. “Zeker niet als het om de schone lucht in steden gaat. Als je met de modernste diesels door de ‘vieze’ stad rijdt, ben je in feite de lucht aan het zuiveren, zo schoon is die nu. Maar ja, daarmee los je het CO2-probleem natuurlijk niet op. Vandaar de gedachte om via dual fuel relatief snel een flinke slag te maken.”
En dan is er waterstof natuurlijk: de brandstof die voor heavy duty – vrachtwagens en bussen, maar ook scheepvaart – een logischere oplossing lijkt te bieden dan voor personenvervoer. “Inderdaad, waterstof brandstofcellen zou je je prima kunnen voorstellen bij vrachtwagens. Maar vanzelf gaat ook dat niet. Hoe gaan we bijvoorbeeld waterstof naar de tankstations transporteren? Het is een stof die onder hoge druk wordt opgeslagen, hetgeen veel vergt van de logistiek. Niet bij elke pomp zal een eigen verantwoorde waterstofproductie kunnen komen.”
Er is, kortom, nog geen heldere route bepaald richting 2030, laat staan 2050. Maar voor Ebbing betekent dat niet dat we niets kunnen doen. “Er zijn nog veel hobbels te nemen voordat we de definitieve oplossing hebben. Je kunt dan op je handen gaan zitten, maar dat wil je niet want dan haal je de doelstellingen niet. Bovendien: ieder jaar dat we de CO2-reductie niet halen, wordt de opgave voor de jaren erna nog groter!”
Er zijn volgens Ebbing stappen te nemen voor de korte en de lange termijn. Voor de korte termijn denkt hij aan het efficenter maken van motoren en daarnaast toepassen van low carbon en duurzame brandstoffen. “De ontwikkeling van de waterstofmotor zou echt een flinke boost kunnen krijgen. Dat zou in een paar jaar tijd resultaat moeten kunnen opleveren, daar zouden we ook bij TNO nog wel een bijdrage aan kunnen leveren. Alleen zijn er dan – parallel aan die ontwikkeling – ook nieuwe keuzes rond de opslag van waterstof nodig.”
Voor de lange termijn denkt Ebbing aan compleet nieuwe motoren. “Die liggen helaas nog niet op de plank. Ook de overheid zal hier een rol moeten spelen om die ontwikkeling te stimuleren.” Dit is ook een kans voor de BV Nederland. Al met al is het een complexe puzzel dus, maar, zo waarschuwt Ebbing, “dat mag ons niet in een patstelling brengen. We kennen de uitkomst over 25 jaar niet, maar we weten wel dat we de tijd die ons rest zo goed mogelijk moeten besteden.”
Kijk hier naar de deelnemers aan dit deel van het debat. Er zijn nog tickets beschikbaar: inschrijven kan hier.