Author profile picture

Drie projecten van Fontys ontvangen grote, vierjarige subsidies binnen de regeling RAAK-PRO van Regieorgaan SIA. Het gaat om de projecten Verder komen met Elektrisch Transport in StedenPrinting makes Sense en e-Exercise lage rugpijn. Fontys diende zes volledige aanvragen in, landelijk waren dat er 64. 27 aanvragen werden gehonoreerd.

In een korte serie belichten we de drie succesvolle aanvragen. Vandaag: Printing Makes Sense.

Lees hier over alle gehonoreerde projecten van Fontys

“Lab-on-a-chip” technologieën maken diagnostische testen buiten het laboratorium mogelijk. Voor medische testen hoeven artsen geen monsters meer op te sturen naar een gespecialiseerd laboratorium en wachten op de uitslag, de gegevens kunnen meteen gelezen worden en eventuele therapie direct gestart of daarop aangepast worden. Maar, de toepassing van de “lab-on-a-chip” technologie loopt in de praktijk achter bij de verwachtingen. Printtechnologieën kunnen op dat punt een uitkomst bieden, zo werd bij Fontys bedacht. Inkjetprinten, plasmaprinten en 3D-printen zijn relatief eenvoudige, goedkope en flexibele technieken die bijna overal kunnen worden toegepast en ze zijn ook nog eens geschikt voor biologische materialen.

Het project Printing makes sense wil – onder leiding van lectoren dr. Jan Bernards en dr. Stephan Peters – met een combinatie van verschillende printtechnieken een platform genereren waarmee MKB’ers met prototypes de haalbaarheid van hun idee rond een bio(medische) sensor kunnen aantonen. Door gebruik te maken van een innovatieve detectiemethode, recent ontwikkeld aan de Technische Universiteit Eindhoven, willen de onderzoekers een volledig geprinte sensor produceren die met een smartphone uit te lezen is. Wanneer het onderzoek leidt tot een ‘proof of concept’, is dat niet alleen economisch zeer interessant voor printbedrijven in de regio, maar ook voor de gezondheidszorg. Peters: “Als wij kunnen aantonen dat het inderdaad mogelijk is om op die manier biomedische sensoren te maken, biedt dat interessante mogelijkheden voor de diagnostiek van zeldzame ziekten. Of voor diagnostiek in ontwikkelingslanden.”

Met deze methode wordt het laboratorium gedecentraliseerd, hetgeen wel extra zorg voor de uitvoering vergt. “De ontwikkelde sensor zal behoorlijk stabiel moeten zijn”, zegt collega Bernards. “En dus niet bij kleine verschillen in bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheid heel andere resultaten moeten geven. Uiteindelijk is dit natuurlijk de zorg voor de partij die een dergelijke sensor op de markt gaat brengen, maar het prototype moet wel in zich hebben dat robuuster maakbaarheid en stabiele resultaten mogelijk zijn.”

Er worden twee praktijkgerichte toepassingen uitgewerkt. Een sensor die een ernstige longontsteking van een onschuldige verkoudheid kan onderscheiden door detectie van het ontstekingseiwit ‘C-reactief eiwit’. En een sensor die snel en eenvoudig de spiegels van een nieuwe oncologische biomarker kan meten en gebruikt kan worden bij de diagnostiek van bepaalde soorten tumoren en het meten van de therapeutische respons. Bernards: “De twee genoemde toepassingen liggen behoorlijk ver uit elkaar, maar wij willen aantonen dat met dezelfde technieken verschillende typen sensoren gemaakt kunnen worden. Op hoofdlijnen zullen de sensoren overigens vergelijkbaar zijn, maar op detailniveau zullen ze verschillend zijn. Voor de toepassing werken we met verschillende specialisten, maar voor de opbouw van de sensoren zijn dit voor de verschillende toepassingen toch dezelfde specialisten.”

Het Fontys-initiatief drijft deels op een geconstateerde behoefte binnen het MKB. Bernards: “Er zijn allerlei bedrijven actief op dit gebied die voor elke nieuwe sensor opnieuw het wiel uit proberen te vinden, maar vaak ook het geld niet hebben om hun idee voor een sensor te testen. Voor deze partijen proberen wij een platform te vinden en als dat er is zal de behoefte om er gebruik van te maken kunnen groeien.”

Praktijkgericht onderzoek aan hogescholen
RAAK-PRO richt zich op het versterken van het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen, in samenwerking met de beroepspraktijk, en op het intensiveren van de relaties met andere kennisinstellingen.

Het beschikbare budget voor deze call was € 9,8 miljoen en per RAAK-PRO project kon maximaal € 700.000,- worden aangevraagd. Regieorgaan SIA heeft besloten naar aanleiding van de hoeveelheid kwalitatief goede aanvragen het budget van de call op te hogen naar € 17,5 miljoen, waardoor er 25 onderzoeksvoorstellen gehonoreerd konden worden.