De een ontwikkelt moleculaire lijmen om moeilijk behandelbare vormen van kanker in de toekomst beter te kunnen behandelen. De ander is van plan in 2050 een gigaton aan CO2-uitstoot besparen met ijzerbrandstof. Wat hen bindt, is dat ze zich bezighouden met twee van de grootste maatschappelijke uitdagingen van deze tijd.
Ook wonnen de bedrijven waarvoor ze werken vorig jaar allebei een Gerard & Anton Award en zijn ze gehuisvest in een gebouw van Twice: een incubator die hightech start-ups voorziet van kantoor- en labruimte en begeleiding.
Loes Stevers, senior scientist bij Ambagon Therapeutics, en Mark Verhagen, CEO bij RIFT, ontmoeten elkaar in Catalyst op de TU/e Campus. Voor een gesprek over drijfveer, razendsnel groeien en de kansen die Twice de ondernemingen daarbij biedt.
Ambagon Therapeutics
Dit Nederlands-Amerikaanse bedrijf ontwikkelt ‘moleculaire lijm’-therapieën. De therapieën richten zich op voorheen ongemedicineerde of moeilijk te doseren eiwitten. Het bedrijf focust eerst op oncologie, maar wil uiteindelijk uitbreiden naar andere ziekten.
RIFT
Wat begon als TU/e studententeam SOLID is inmiddels uitgegroeid in spin-off Renewable Iron Fuel Technology (RIFT). De start-up ontwikkelt een circulaire ijzerbrandstof voor de zware industrie als alternatief voor gas.
Mark: “Ik wil eigenlijk eerst graag weten: wat is een moleculaire lijm?”
Loes: “Normaal gesproken binden moleculen in een medicijn zich aan een bepaald eiwit, waardoor er iets met het eiwit gebeurt. Wij maken moleculen die natuurlijke interacties tussen twee eiwitten versterken en zo een bepaald effect hebben op een cel. Zoals bijvoorbeeld het renderen van ‘slechte’ eiwitten. Dat noemen we de moleculaire lijm. Zo kunnen we de tumorgroei van verschillende, moeilijk behandelbare kankersoorten stagneren, zoals longkanker of leukemie.Dat trucje proberen we met verschillende eiwitten toe te passen, zodat je verschillende ziekten zou kunnen aanpakken.”
Mark: “Injecteer je die lijm dan?”
Loes: “Ja, de lijm is het medicijn. Hoe dat in het lichaam terecht komt, hangt af van het medicijn dat je maakt. Het kan geïnjecteerd worden, maar de ideale toedieningsvorm is een tablet. We proberen moleculen te vinden die daadwerkelijk het effect hebben dat ik net beschreef op eiwitten en cellen. Op dit moment zitten we in het begin van de medicijnontwikkeling. Het kan nog jaren duren voordat dit medicijn patiënten bereikt en we hen echt kunnen helpen. En jij? Ik moet zeggen dat ik bij een ijzerbrandstoffabriek eigenlijk ook niet echt een voorstelling heb.”
Mark: “Binnen de energietransitie zijn er twee opties: waterstof en elektriciteit. Maar in veel gevallen beschikt een elektriciteitskabel of waterstofnet niet over genoeg capaciteit voor de zware industrie. Terwijl die sector goed is voor 52 procent van alle CO2-uitstoot. IJzerbrandstof beschikt over meer capaciteit en kan bedrijven in de zware industrie helpen te verduurzamen. Dat doen we door energie te winnen uit de verbranding van ijzerpoeder. Daarbij komt veel warmte vrij die we gebruiken voor stoomproductie in industrie. Het verbrandingsproduct, roestpoeder, kunnen we met behulp van duurzame energie weer omzetten tot metaalpoeder.”
Loes: “En hoever zijn jullie daar nu mee?”
Mark: “We testen een productie-installatie in Arnhem, waar we de brandstof maken, en een installatie in Helmond, waar we de brandstof verbranden. Afgelopen zomer hebben we gedemonstreerd dat de meest kritische onderdelen van onze techniek werken. Toen hebben we een fellowship binnengesleept van Breakthrough Energy, de organisatie van Bill Gates. We hebben nu nog 1,5 jaar om ons prototype af te ronden. In 2024 moet de eerste commerciële implementatie beginnen. Toen we 2,5 jaar geleden begonnen, zijn we teruggegaan naar de basis. We wilden naar onze technologie kijken door een commerciële bril om zo de juiste richting te kiezen. Dat zul je vast herkennen: op technisch gebied zijn er zoveel afslagen die je kunt nemen. Het is lastig om te bepalen wat de goede afslag is.”
“Op technisch gebied zijn er zoveel afslagen die je kunt nemen. Het is lastig om te bepalen wat de goede afslag is.”
Mark Verhagen
Loes: “Ja, dat is soms lastig als je scientist bent. Je wilt het liefst alles weten over alles. Bij elk experiment los je één vraag op en komen er drie nieuwe vragen bij. Daarbij moet je altijd in het achterhoofd houden: hoe kom ik bij het einddoel dat onze investeerders willen zien en waar onze patiënten baat bij hebben? Je kan niet meer, zoals in een academisch lab, denken: dit is interessant, hier ga ik mee verder.”
Mark: “Nee, dan is er over honderd jaar nog geen product. De juiste prioriteiten stellen is de grootste uitdaging. Je hebt geen kans om twee of drie keer dezelfde fout te maken, want dan ben je door je geld heen gebrand. Hoe groter RIFT wordt, hoe meer ik moet laten liggen. Het is een kwestie van de goede mensen om je heen verzamelen. Daar kan Twice heel goed bij helpen; ze hebben een enorm netwerk.”
Loes: “Lukt dat een beetje; prioriteiten stellen?”
Mark (lacht): “Eigenlijk loop je constant van de ene pijn in de andere. Het is een leerproces, maar het gaat steeds beter. Je zou je af kunnen vragen: heeft het dan mijn prioriteit om een uur vrij te maken voor een interview, terwijl er op kantoor honderd dingen zijn die ik nog moet doen vandaag. Maar Twice is altijd heel flexibel en meedenkend. Dus: ja het is mijn prioriteit om hier te zitten. Twice geeft bedrijven de kans om low key te beginnen.”
“Bij elk experiment los je één vraag op en komen er drie nieuwe vragen bij.”
Loes Stevers
Loes: “Ja, dat is heel fijn aan Twice: je kunt klein beginnen, maar er is genoeg ruimte om groot te worden. Drie jaar geleden zaten we hier nog met z’n allen op onze knieën een vloer te leggen en Ikeameubels in elkaar te zetten. Inmiddels hebben we hier vijf kantoren en drie laboratoria. Ik heb natuurlijk een andere positie binnen het bedrijf dan jij. Maar ik ben wel al sinds het begin bij Ambagon betrokken en daardoor weet ik waarom welke keuzes zijn gemaakt.”
Mark: Wat vind je zo leuk aan het werken bij een start-up?
Loes: “Hiervoor heb ik bij een groter farmaceutisch bedrijf gewerkt. Daar merkte ik dat alles langzamer ging, bij een start-up worden heel snel keuzes gemaakt. Als scientist heb ik invloed op de koers die we als bedrijf varen. Als ik in de literatuur iets vind wat me interessant lijkt, dan is er ruimte om daar iets mee te doen. Daarbij komt dat iedereen uit ons team iets wil bijdragen aan de maatschappij. We werken aan iets waarvan we weten dat het de gezondheidszorg beter gaat maken. Dat is de grootste reden dat ik dit werk doe.”
Mark: “Ik was dit weekend op bezoek bij vrienden die kleine kinderen hebben. Dan besef ik des te meer: we moeten onze schouders onder uitdagingen als de energietransitie zetten. Anders schuiven we het probleem door naar de volgende generatie. Als niemand dat risico durft te nemen, wordt het nooit opgelost. Als je een team om je heen kan bouwen met mensen die allemaal diezelfde drijfveer voelen, is dat bijna iets magisch.”
Over Twice
Twice wil het klimaat voor hightech start-ups in de Brainportregio versterken. Dat doet de incubator onder andere door kantoren en labruimtes te verhuren en te helpen met advies en financiering. Daarnaast kunnen de jonge ondernemers ook intensieve begeleiding verwachten, waarbij ze geholpen worden om van hun idee of technologie een volwassen bedrijf te maken.
“We helpen ondernemers om hun bedrijf op een goede en gezonde manier te laten groeien. Dat doen we onder andere door ons netwerk open te stellen. We hebben bijvoorbeeld een afspraak met accountantskantoor EY die een speciale afdeling voor hightech start-ups hebben”, vertelt Marc Kuipers.
Kuipers is sinds februari vorig jaar directeur bij Twice. Hiervoor werkte hij in het commerciële vastgoed, maar hij was op zoek naar een functie met een groter maatschappelijk belang. “Dat heb ik bij Twice absoluut gevonden. Ik vind het fantastisch om hightech initiatieven te zien ontstaan, groeien en volgen. Het is heel mooi om als start-up incubator bij te kunnen dragen aan het succes van jonge bedrijven.”
Start-ups gaan in principe een huurcontract aan voor zeven jaar met een opzegtermijn van vier maanden. Aan de hand van een groeimodel bewegen ze zich door de zes gebouwen van Twice.
Ondernemers in spé met een idee kunnen terecht bij The Gate, een start loket waar ze gratis gebruik van kunnen maken. Vervolgens kan de start-up zich verder ontwikkelen in de Alpha hub, waar het eerste prototype en pilots tot stand komen. Zodra de eerste omzet wordt gemaakt, kan het doorgroeien naar Twinning. βèta, Mµ en Catalyst zijn er voor de laatste fase, waarin het bedrijf ondersteund wordt op weg naar volwassenheid. Kuipers: “Het mooiste is als we de bedrijven door onze gebouwen heen zien groeien. Van idee, naar een prototype, naar de eerste omzet en vervolgens een volwassen bedrijf.”