Piet Hein Eek heeft vlak voor de Dutch Design Week vele ballen in de lucht. De vraag is: zijn het er misschien te veel?
Het was voor Piet Hein Eek niet de bedoeling om heel groot uit te pakken dit jaar maar op de valreep blijkt het toch weer een race tegen de klok te gaan worden. “Wat we in gedachten hadden blijkt toch best wat om het lijf te hebben, zowel wat werk betreft – vandaar de onzekerheid over het welslagen van de plannen – als de impact ervan, want we moeten weer de hele showroom overhoop gooien om ruimte te bieden aan de nieuwe ideeën en producten.”
In de zomer tekende Eek al een serie producten voor de DDW, dik op tijd zou je denken. “Maar als er dan heel veel opdrachten zijn en ook nog eens niet alles in een keer goed gaat verdwijnt de tijd als sneeuw voor de zon en zitten we exact in dezelfde situatie als altijd. Want zoals elk jaar zijn we van alles aan het klaarmaken voor de DDW en is het, een week voordat we klaar moeten zijn, nog volstrekt onduidelijk wat er wel of niet gaat lukken”, zo legt hij zijn volgers uit in de nieuwsbrief van zijn bedrijf.
Wat in elk geval wel af is zijn de vazen gemaakt van thermoskainhouden die Eek ooit in de inboedel van een oud huis vond.
Daarnaast zijn enkele prototypes te zien van de nieuwe collectie die Piet Hein Eek voor Ikea maakte. Aankomend voorjaar wordt de Industriell-collectie geïntroduceerd. Een collectie met als belangrijkste thema ‘handmade-serial produced’; in grote aantallen geproduceerde ogenschijnlijk hand gemaakt producten. “Een ander thema was ‘niet weggooien’. Als je 35.000 kasten maakt en bij de productie van deze kasten niets anders dan zaagsel weggooit, dan gooi je dus een berg afval niet weg. Honderd procent materiaalgebruik is voor ons een nobel streven maar voor IKEA, met een enorme productie, maakt het echt een verschil.”
Een ander thema tijdens de DDW wordt, als alles goed gaat, het watertorenhout uit New York, dat Eek samen met Diederick Kraaijeveld kocht. Vorig jaar was het al goed voor een NYC watertorenmeubelcollectie. “Diederick opperde om een container watertorenhout, wat normaal wordt weggegooid, naar Eindhoven te halen. Hij zou met het hout schilderijen gaan maken en wij producten. Anders dan wij, figuurzaagt hij van het sloophout figuratief werk. Nu heeft hij heeft van het hout van de watertorens uit Manhattan een net zo figuratief als abstract schaalmodel van Manhattan gemaakt.”
En alsof hij het met zijn eigen productie nog niet druk genoeg heeft, vormt de DDW voor nog een ander project ook de deadline. Eek: “Ondanks dat ik bijna altijd zeg dat de DDW niet leidend is en we het ook niet moeten overdrijven tuinen we elk jaar weer in de DDW-val. Dit jaar was de grote valstrik dat we ateliers gaan verhuren aan de Halvemaanstraat, aan de voorzijde van het pand. De ruimte waar deze ateliers momenteel worden gerealiseerd was in gebruik als opslag maar kreeg meer de functie van vuilnisbelt voor kostbare zaken. De aanleiding om te gaan verhuren was dat deze kant van het pand nogal doods was. Er gebeurde te weinig. Met nieuwe huurders met hun eigen voordeuren in de gevel zou dat probleem in één keer opgelost worden. Zonder al te veel moeite verhuurden we de ateliers. De huurders waren heel flexibel maar vonden het toch wel fijn en sommige vonden het echt heel erg fijn als ze er met de DDW in konden. Dit is het moment om je te presenteren aan het grote publiek en geef ze eens ongelijk. Dus wederom een mission impossible die moet slagen. Het lijkt net als alle andere zaken die we ons op de hals hebben gehaald een heel eind te gaan lukken.”
Meer weten over de plannen van Piet Hein Eek tijdens DDW? Lees hier zijn volledige nieuwsbrief.