Nederland loopt in Europa niet voorop bij de productie van groene stroom. Toch stijgt het aandeel uit wind -en zonne-energie flink. De stijging gaat op sommige dagen zelfs zo hard dat er een overschot aan groene stroom is. Hier doen we nu niets mee. En omdat er de komende jaren steeds meer zonnepanelen en windmolens bijkomen, zullen dat soort momenten steeds vaker voorkomen. Dit terwijl gas -en kolencentrales op mindere dagen moeten bijspringen.
Volgens Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanze Hogeschool in Groningen en manager corporate strategy bij Gasunie, kan dit een stuk slimmer. Hiervoor richt hij zijn pijlen op Den Haag, waar ze volgens hem haast moeten maken met beleid.
Nederland haalt, volgens cijfers van het CBS uit 2020, ruim een kwart van de elektriciteit uit groene bronnen. “Op sommige dagen zie je al pieken”, doelt Visser op Tweede Paasdag van dit jaar, toen zo’n 60 procent van de stroom van zon en wind kwam.
Pieken zorgen nu al voor problemen
Dit zorgt op sommige plekken nu al voor problemen. Om overbelasting op het net te voorkomen worden zonnepanelen automatisch uitgeschakeld tijdens piekuren. Ze wekken geen stroom meer op en leveren niet terug aan het net. Terwijl de zon wel gewoon schijnt. Ook dit zal steeds vaker voorkomen, denkt Visser.
Zo wekken zonnepanelen op dit moment – op zonnige dagen – al bijna genoeg op voor een gemiddelde zondagmiddag. “We gebruiken in Nederland dan ongeveer 12 GW en wekken tussen de 8 en 9 GW op. Volgend jaar zal dat rond de 10 of 11 GW zijn. Het aantal geplaatste zonnepanelen stijgt jaarlijks met wel 30 procent. Dat tempo houden we de komende jaren vol en gaat tot meer overschot aan groene stroom leiden. Zeker op goede dagen”, zegt Visser.
Maar hoe gaan we die (toekomstige) overschotten opslaan? Batterijen misschien? Nauwelijks, denkt Visser. “Ik schat dat we nu in Nederland zo’n 50MWh aan elektriciteit in batterijen kunnen opslaan, dat is na een of twee uur alweer leeg. Ook zijn batterijen erg duur. Laten we zeggen dat je voor een batterij van zo’n 10 kWh zo’n 4000 euro betaalt. Dat is 400 euro per kWh. Je hebt al gauw zo’n 3000 kWh aan batterijen nodig om een energieneutraal huis in de winter – wanneer er nauwelijks zonkracht is – te kunnen verwarmen. Onmogelijk. Zo’n investering is nooit terug te verdienen.”
Anders denken over massa-opslag
Toch moeten we iets doen met dit (toekomstige) overschot. We willen in de toekomst op momenten zonder zon of wind, niet afhankelijk zijn van kolen- of gascentrales. Hiervoor is het, volgens Visser nodig dat we anders denken over massa-opslag. “Nu gaat het nog vaak om het rendement van technieken. Terwijl straks de kosten belangrijker worden. Er is dan immers ruim voldoende overschot aan zonne- en windenergie. Alleen, heb je er niets aan als deze stroom niet wordt gebruikt. We moeten deze overschotten dus tegen minimale kosten zo veel mogelijk kunnen gebruiken om periodes zonder wind of zon te overbruggen. Uit vrijwel alle studies ter wereld komt waterstof als een goede oplossing naar voren.”
Bovendien, zo legt hij uit, is waterstof ook nodig voor andere delen van de economie. Zoals onder andere staalproductie. “Je kunt het zowel goedkoop opslaan als transporteren in grote hoeveelheden door ondergrondse leidingen. Net zoals we nu met aardgas doen.”
Den Haag is aan de trage kant
Of het nu waterstof of een ander alternatief wordt, Visser verwacht meer regie vanuit Den Haag. “Als we in 2050 CO2-neutraal willen zijn, moeten we in 2030 toch zeker beginnen met de invoering van alternatieven. Met een groot project ben je toch al gauw 15 jaar bezig. Daar moet de overheid nu al op voorinvesteren met adequate regel -en wetgeving. We moeten zorgen dat de kosten van elektrolysers, net zo snel gaan dalen zoals gebeurt met zonnepanelen en windmolens. Dat vergt veel werk en geregel. Eerlijk gezegd zijn ze hier in Den Haag nogal aan de trage kant mee.”
Alternatieven die voorkomen dat de kolen- en gascentrales op een druilerige winterdag aan moeten, zijn er nog niet. “Terwijl we wel onze energievoorziening op peil moeten houden.” Visser haalt er een grafiek bij waarin hij laat zien dat meer dan 95 procent van alle energie op 6 september tussen tien en elf uur ‘s avonds van kolen en gas kwam. De rest kwam van afvalcentrales en biomassa.“De zon is dan al onder en het waaide niet. Nu gaan de kolen -en gascentrales nog aan. Maar hoe lossen we dat op als deze allemaal moeten sluiten?”
Om de tekorten uit zon en wind op te vangen, zeker op koude winterdagen, denkt hij dat aardgas de komende twintig jaar ontzettend belangrijk blijft. Visser rekent voor dat we op een koude winterdag zo’n acht keer meer gas verbruiken dan elektriciteit, omgerekend per MWh.“Dit vervangen kost ongelooflijk veel werk. Warmtepompen, warmtenetten of andere oplossingen om aan warmte te komen, zijn er niet zomaar. Den Haag heeft met fanfare ingezet op een wijkgerichte aanpak, maar die is inmiddels behoorlijk verstomd. Alternatieven voor aardgas, zoals kolen, verdwijnen. Ook neemt het gebruik van olie af omdat we elektrisch gaan rijden. We worden afhankelijker van aardgas de komende periode.”
Stijgende gasprijs
Maar het totale gebruik van aardgas zal wel dalen. Volgens cijfers uit het FitFor55 pakket, een tiental wetsvoorstellen van de Europese Commissie die ervoor moeten zorgen dat Europa in 2050 klimaatneutraal is, nemen we in 2030 20 procent minder aardgas af.
Visser: “Maar het belang van de overblijvende aardgasproductie neemt toe. Daarmee ook de Europese afhankelijkheid van producenten buiten Europa.”
Dat gebeurt nu al, benadrukt Visser. “De vraag is groter dan het aanbod, dus de prijzen stijgen. Zeker als we straks een koude winter krijgen, kan het best zijn dat gasprijzen door het dak schieten. Nu kunnen de kolencentrales nog extra draaien om aardgas vrij te spelen. Dat kan dan weer in bergingen, die leger zijn dan ooit. Zelfs onder het niveau waarop de EU haar leveringszekerheids analyses bepaalt. Bij een strenge winter kan dat spannend worden.”
Kolen als back-up?
Maar van kolen moeten we toch juist af? “Als je het over lange periode bekijkt zie je nog steeds een gestage daling in het gebruik van kolen. Ik maak me daar voor nu geen zorgen over. Maar om tekorten op te vangen zullen we een back-up moeten hebben. We kunnen heel veel alternatieven verzinnen waaronder waterstofcentrales en brandstofcellen. Maar er moet wel iets gebeuren. In Den Haag gaan ze er vanuit dat de markt dit wel oplost, maar daar twijfel ik aan. In België worden momenteel extra gascentrales bijgebouwd met subsidie om tekorten op te vangen. Hier moet de overheid ook in actie komen. We hebben snel wet- en regelgeving nodig voor waterstof of andere alternatieven. De overheid moet aanwijzen wie waarvoor verantwoordelijk is. Want CO2-neutraal in 2050 kan lukken, maar alleen als we dat echt prioriteit geven.”