Avantium opent in 2024 ‘s werelds eerste commerciële fabriek voor de productie van het bioplastic PEF in Delfzijl. De pilot plant is vol operationeel op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. “We kunnen nog veel goed doen voor komende generaties.”
“We believe in a fossil-free world, let’s go!” Het statement op de website van het beursgenoteerde Avantium laat aan duidelijkheid niets te wensen over. “Wij maken bioplastic uit plantaardige grondstoffen, dus niet uit aardolie”, legt Patrick van den Berg, Plant Manager van Avantium op de campus in Geleen uit. “En daarmee streven we naar een wereld waarin chemische producten niet meer worden gemaakt uit fossiele grondstoffen.”
De pilot plant op de Brightlands Chemelot Campus werd in 2011, een jaartje voor de komst van Van den Berg geopend. Naar eigen zeggen stapte hij in een fantastisch avontuur. Bovendien belandde hij na DSM in een platte, jonge organisatie waar de lijntjes kort waren. “Dat je van scratch iets kunt gaan opzetten leek me heel mooi.”
Bioplastic
Duurzaamheid was toen nog niet echt een issue. “De urgentie was er wel maar werd maatschappelijk nog niet echt gevoeld. Het avontuurlijke zat hem toen in het ontdekken wat de mogelijkheden zijn van een geweldige en veelbelovende chemische bouwsteen FDCA (furaandicarbonzuur) dat nodig is om ons bioplastic PEF (polyethyleenfuraanoaat) te maken. We ontdekken nog steeds nieuwe, verrassende eigenschappen. De toepassingen van PEF zijn heel interessant dus het wordt alleen maar mooier en leuker.”
De pilot plant van Avantium landde in 2011 in Geleen. “Omdat we hier in een gespreid bedje kwamen waardoor we snel aan de gang konden. Denk aan vergunningen, faciliteiten, de hele infrastructuur, alles is goed geregeld. Dat is belangrijk voor een scale-up en mkb-bedrijf als Avantium want dat zijn we in wezen nog steeds.”
De lijnen zijn kort en Brightlands heeft zich volgens Van den Berg ten goede ontwikkeld voor met name start-ups en scale-ups. “Het is niet zo dat we heel diep in elkaars keuken kunnen kijken. We zijn allemaal heel innovatief bezig en daarom wat voorzichtig om innovatieve ideeën en ontdekkingen te openbaren. We houden de kaarten op dat vlak vaak tegen de borst. Maar we helpen elkaar op het gebied van veiligheid, personeel, bepaalde diensten. En: we inspireren elkaar en dagen elkaar uit.”
Brightlands
In de pilot plant op de Brightlands Chemelot Campus wordt de complete technologie toegepast die straks in de commerciële fabriek in Delfzijl wordt uitgerold. In Geleen wordt nu al vele tonnen van de grondstof FDCA (furaandicarbonzuur) gemaakt die nodig is voor de productie van recycleerbare kunststof PEF. En als de commerciële fabriek in Delfzijl draait, blijft de pilot plant in Geleen draaien als een innovatiecentrum, waar bijvoorbeeld de technologie om FDCA en PEF te maken nog verder wordt verbeterd.
Lees ook: ‘Verduurzaming chemische industrie gaat hand in hand met circulaire economie’
Superieure eigenschappen
In Delfzijl zal straks de grootschalige productie van PEF opgestart worden. Van den Berg: “Ons bioplastic PEF lijkt op PET van de PET-flessen maar heeft een aantal superieure eigenschappen. Al doende hebben we ontdekt dat PEF een voor verpakkingen heel belangrijke eigenschap heeft. Namelijk een heel goede barrièrelaag om het product dat je wil verpakken te beschermen tegen met name zuurstof die naar binnen toe komt waardoor producten kunnen bederven. Maar ook koolzuur van bijvoorbeeld frisdrank of bier blijft beter behouden in een fles gemaakt van PEF”, zegt hij.
“PET-flessen, en dat realiseren veel mensen zich helemaal niet, bestaat niet altijd alleen maar uit PET. Soms wordt in gevallen waar een goede barrière nodig is een extra laag nylon toegevoegd. Bij PEF is zo’n extra laag niet nodig, ons bioplastic heeft die goede barrière-eigenschappen al in zich. De extra laagjes die nu in sommige PET-flessen zitten, zijn een uitdaging bij het recyclen. Een PEF fles kan echter heel goed gerecycled worden. Mechanisch recycleren van PEF lijkt sterk op het PET-recycling procedé; uit proeven is gebleken dat de bestaande recyclingsystemen verenigbaar zijn met PEF, zodat geen nieuwe systemen hoeven te worden ontwikkeld. Bovendien kan PEF gemakkelijk onderscheiden worden van PET en andere kunststoffen met behulp van veel toegepaste infrarood detectietechnieken. We hebben bovendien relatief recent ontdekt dat PEF afbreekt in de natuur als het daar onverhoopt in terechtkomt.” Een interessante bijvangst noemt Patrick van den Berg dat.
Bio-raffinaderij
Wat ziet Van den Berg als hij in de toekomst kijkt? “We zijn natuurlijk altijd bezig proberen om mooie dromen te verwezenlijken. The sky is the limit. Maar als ik vooruit kijk dan zie ik vooral een Avantium dat druk bezig is met nieuwe technologieën die de markt gaan veroveren. Zo hebben we ook een technologie ontwikkeld om plantaardige MEG (mono-etyleenglycol) te maken en we hebben een bio-raffinaderij waar we suikers uit niet-eetbare biomassa zoals houtsnippers halen. Dat heeft tijd nodig. Hopelijk vinden we over een paar jaar PEF-flessen en PEF in kleding allemaal heel normaal. Niemand weet dan hopelijk meer hoeveel tijd het kostte en wat we moesten overwinnen om zover te komen.”
Het zal nog even duren voordat de consument PEF-materiaal in de winkels aantreft. “De klant gaat waarschijnlijk eerst merken dat bepaalde verpakkingen al van PEF zijn gemaakt of een wat groener stempeltje krijgen – meer bio – omdat daar PEF in is gebruikt.” Als de fabriek in Delfzijl in 2024 gaat draaien, kan het snel gaan. “Dan willen we technologielicenties gaan verkopen aan bedrijven wereldwijd, waarmee deze bedrijven zelf FDCA-fabrieken kunnen bouwen.”
Klimaat-neutraal
De Brightlands Chemelot Campus wil in 2050 klimaat-neutraal zijn. Dat past bij een bedrijf als Avantium. Van den Berg vindt dit een goede ambitie. “Dit soort ambities moeten gesteld worden om erbij in de buurt te komen. Doe je dat niet dan wordt het niks. Avantium en Chemelot moeten ambitieuze doelen stellen. Dat kan soms gepaard gaan met vertraging en teleurstelling maar dat is inherent aan grote ambitieuze plannen. Als wij in 2011 geen ambitieuze plannen hadden gehad, hadden we vorige week niet kunnen aankondigen dat de aandeelhouders akkoord zijn gegaan met de bouw van een grote fabriek in Delfzijl.”
Patrick van den Berg gaf laatst een lezing bij het Vista College in Sittard om met operators gesprekken te voeren over duurzaamheid. Hij proefde aanvankelijk bravoure en argwaan. “Uiteindelijk merk je toch dat mensen zich zorgen maken over de toekomst en hoe het met de aarde in de toekomst zal gaan. Ik hoop dat ons verhaal hen kon inspireren. Hoewel mijn generatie veel dingen niet goed heeft gedaan voor het klimaat kunnen we ook veel dingen goed doen voor de volgende generaties. We werken hard om die slag te maken. We kunnen trouwens ook niet meer terug, de bocht is gemaakt.”