Het Eindhoven Medtech Innovation Center (e/MTIC) wil medische innovaties en technische vernieuwing in de gezondheidszorg versnellen. Bijvoorbeeld door meer relevante data op een veilige manier te delen. Promovendi, experts en wetenschappers van het Catharine Ziekenhuis, TU Eindhoven, Máxima MC, Philips en het Kempenhaege epilepsie- en slaapcentrum kunnen daar hun innovatieve voordeel mee doen. Afgelopen vrijdag kwamen ze in conferentie bijeen in het Muziekgebouw Eindhoven.
Zo’n congres is een uitgelezen mogelijkheid om te leren van fouten en successen als het gaat om het eHealth, zeg maar digitale gezondheidszorg. Dat het menens is, bewijst dat de overheid 69 miljoen heeft gestoken in het Nationaal Groeifonds voor het opzetten van een landelijke infrastructuur voor zorgdata.
“Achttien jaar hebben we daar op moeten wachten”, hield Bas Bloem, de immer gedreven hoogleraar neurologie van de Radboud Universiteit in Nijmegen het gehoor voor. Bloem is een expert als het gaat om Parkinson, een chronische en progressieve bewegingsziekte.
Bas Bloem richtte in 2004, samen met dr. Marten Munneke, het internationaal veel geprezen ParkinsonNet op om kwaliteit van leven en behandeling te vergroten. Het is inmiddels een gewild exportproduct. Het verzamelen van relevante digitale data over de slopende ziekte en die te delen met wetenschappers, onderzoekers en behandelaren is van eminent belang.
Tien miljoen ziektes
“Dé ziekte van Parkinson bestaat niet. Er zijn zoveel ziekten als er mensen met Parkinson zijn”, stelt Bloem. Daarom zag hij als neuroloog steeds meer het belang in van maatwerk. Want iedere betroffene kampt met zijn eigen versie van de ziekte. De neuroloog probeerde in Eindhoven vooral te laten zien waar het vaak schort in de gezondheidszorg: patiënten gedragen zich in een ziekenhuis anders dan thuis. In een goed verlichte gang op slijtvast zeil in een ziekenhuis loopt een Parkinsonpatiënt anders dan wanneer deze thuis slalommend op een slecht verlichte overloop tussen kast en secretaire zijn weg naar het toilet moet vinden.
“Ze nemen zelfs extra medicatie om indruk op mij te maken. Waar ik echt in ben geïnteresseerd, zijn de problemen thuis die grotendeels onzichtbaar blijven als ze bij me komen in het ziekenhuis. Eigenlijk is het ziekenhuis de verkeerde plek om deze mensen te ontvangen. Zodra ze een dokter zien vertellen ze een ander verhaal.”
Het zette Bloem aan het denken. Hoe kom je aan data vanachter de voordeur? Zijn bevinding: combineer sociale netwerken met eHealth. Alhoewel hij daar meteen een disclaimer bijdoet: gebruik eHealth als een middel, niet als doel.
Netwerk
ParkinsonNet bleek een uitgelezen kans om vragen te stellen naar de behoeftes en noden van patiënten. “Zo konden we patiënten vragen naar hun topprioriteit. Daar kwam bijvoorbeeld uit: geef me een plek waar ik 24/7 terecht kan voor al mijn problemen die meteen opgelost kunnen worden. Of dat ze daar in elk geval daar kunnen vertellen waar ik moet zijn. Voor veel patiënten is de gezondheidszorg een jungle. Ze kunnen er echt in verdwalen en hebben geen idee waar naar toe te gaan.”
De efficiencyslag liet niet lang op zich wachten. Vervolgens werd er gezocht naar samenwerking. “Het idee was dat de patiënt niet naar het Radboud komt, maar dat Radboud kennis deelt met lokale ziekenhuizen om lokale teams beter te laten functioneren.”
Technische innovaties
eHealth werkt alleen maar als je dat koppelt aan de gepassioneerde professional, aldus Bloem. Dat zal niet veranderen door technologische innovaties. Als er maar genoeg betrouwbare informatie beschikbaar is dan kunnen patiënten ook zelf uit de voeten en hoeven ze niet te wachten op het medisch systeem.
“Mensen zijn meer dan hun ziekte, je moet contact met de medische stand zo klein mogelijk maken zodat je vrouw, man, vriendin, moeder en collega kan zijn. Als je jezelf elke dag meet dan ben je fulltime patiënt.”
Smartwatch
Een mooi hulpmiddel daarbij is een smartwatch die bijna 24/7 data verzamelt over een patiënt zonder dat er een dokter aan te pas komt. Bloem: “Wij baseren onze bevindingen op wat we in het ziekenhuis aan resultaten zien maar je ziet dat dat momentopnames zijn die niet corresponderen met de gegevens die we via het horloge aangereikt krijgen. Via een dashboard kunnen gebruikers eenvoudig zien of het goed gaat (groen licht) of ze de portal moeten bellen (geel licht) waar ze onmiddellijk worden doorverwezen of dat ze zo snel mogelijk actie moeten ondernemen. Zo zou het moeten zijn. Dan is de vraag: zal digitale technologie de dokter buitenspel zetten? Ik denk van niet.”
Inmiddels opereert ParkinsonNet landelijk en zijn er meer dan 3700 professionals opgeleid; van fysio’s tot verpleegkundigen. Er is een soort Facebook waardoor verschillende netwerken aansluiten en beter kunnen functioneren. Inmiddels kan elke Parkinsonpatiënt in Nederland via zijn postcode heel gemakkelijk zien waar welke hulp heel dichtbij aanwezig is. Ze krijgen een routekaartje en kunnen zien om welke artsen het gaat, hoe die eruit zien, wat ze hebben gedaan, hoe ze werken en hoeveel ervaring ze hebben.
De laatste studie, nog heel vers volgens Bloem, toont aan dat er behalve een landelijk netwerk ook nog zeventig regionale netwerken zijn. Onderzocht wordt hoe goed die netwerken op elkaar afgestemd zijn. Daar valt volgens Bas Bloem veel winst te halen. “Sommige ziekenhuizen bevinden zich op een eiland, andere denken veel meer multigedisciplineerd. Uiteindelijk gaat het om de persoonlijke wensen van de patiënt. Dat vergt precisiemanagement.”
Björk
Hij komt met twee voorbeelden die opgehaald zijn via digitaal onderzoek. Een man die beter loopt op de beats van Björk en een lotgenoot die in beweging schiet op de emotionele muziek uit de opera Orpheus en Euridice. De vraag van een patiënt van 87 of hij oefeningen moet doen, is volgens Bloem lastig te beantwoorden door een specialist. Maar als je de vraag van de patiënt en de kennis van de specialist koppelt aan grote hoeveelheden data, dan kunnen artsen betere conclusies trekken. Volgens professor Bas Bloem schuilt daar grote betekenis en progressie voor eHealth.