Fontys is niet alleen een onderwijsinstelling maar ook een organisatie die nadrukkelijk wil bijdragen aan de kwaliteit en concurrentiekracht van de Brainport regio. Veel van de projecten die hieruit voortvloeien blijven echter verborgen voor een breed publiek. Om die reden verzorgt het lectoraat De Ondernemende Regio van Fontys Hogescholen elke 14 dagen een column op E52 dieper ingaat op de projecten waar ook Eindhoven voordeel bij heeft. Vandaag Marc Glaudemans over het paradijs waarin we leven.
Afgelopen week was ik Londen, als cursist in het Executive Masters programma aan de LSE (London School of Economics). Onze opdracht is het adviseren van YCDC (Yangon City Development Committee), over strategische planning voor de komende dertig jaar. De hoofdstad van Myanmar verwacht een groei van de huidige 5,1 tot ruim 13 miljoen inwoners in 2050. Ons internationale team werkte met 2 YCDC-stafleden en LSE-experts aan verstedelijkingsscenario’s onder verschillende economische groeipaden.
We zijn verbijsterd als we vernemen dat YCDC – zeg, de lokale Dienst Ruimtelijke Ordening – bestaat uit slechts 5 personen (!): 1 planner, 3 architecten en een technische ondersteuner. Zij worden geacht zicht te hebben op de ruimtelijke ontwikkeling van een miljoenenstad, zonder functionerend kadaster, zonder zoneringsplan en met enkele bizarre relicten regelgeving, zoals een verbod op tweewielers (inclusief fietsen!) in het centrum. 7% van de woningen in Yangon is aangesloten op een rioleringssysteem, nog daterend uit de Britse koloniale periode. Ongeveer de helft heeft een aansluiting op de waterleiding.
Ondertussen wordt de stad geconfronteerd met veelal op eigenbelang gerichte masterplannen, ontwikkeld door buitenlandse overheden en bedrijven. Deze stellen grootschalige uitbreidingen en kritische infrastructuur voor, vaak achteloos gepland in de delta die in 2008 nog getroffen werd door een van de dodelijkste overstromingen in de geschiedenis.
“We kunnen hier bouwen aan sociaal en economisch sterke, duurzame en in cultureel opzicht rijke steden.”Marc Glaudemans, Fontys
Direct na afloop van de cursus vlieg ik van Londen naar Kopenhagen en breng het weekeinde door in de fietshoofdstad van de wereld. Op nagenoeg alle aspecten scoort Kopenhagen hoog op leefbaarheid. Het is het onvergelijkbaar met het verre Yangon, behalve dan in de universele aspiratie van hun inwoners om in hoge dichtheden met elkaar samen te leven en daarmee bij te dragen aan de stedelijke economie. Londen zelf is beslist minder leefbaar dan Kopenhagen, met tal van problematieken die samenhangen met Londens enorme aantrekkingskracht op internationaal menselijk en financieel kapitaal. Maar juist die grootstedelijke eigenschappen maken het ook een onweerstaanbare plek met een niet aflatende dynamiek en een permanent ‘living lab’.
Zo’n internationale week nodigt uit tot reflectie op het thuisfront. Onze Brabantse steden ondergaan elk op hun eigen manier een stedelijke opleving. Internationaal talent trekt naar Eindhoven (en in mindere mate naar Tilburg), Den Bosch heeft een ambitieus klimaatplan gelanceerd, en Breda kan trots zijn haar nieuwe station, onlangs uitgeroepen tot gebouw van het jaar. Alle zijn het leefbare steden, met interessante plannen voor sociale en stedelijke innovatie. Toch zijn we, vergeleken met Kopenhagen, nog te afhankelijk van de auto in onze uitgestrekte stedelijke regio. De dynamiek van Londen is onze middelgrote (maar eigenlijk ‘kleine’) steden niet gegeven; maar tegelijkertijd blijven ons daardoor ook veel grootstedelijke kwalen gespaard. En vergeleken met Yangon leven we in een paradijs, waar we helemaal boven in de piramide van Maslov kunnen bouwen aan sociaal en economisch sterke, duurzame en in cultureel opzicht rijke steden. Dat mag op deze plek ook weleens gezegd worden.
Marc Glaudemans is als lector ‘Stedelijke Strategieën’ werkzaam bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Tevens is hij in Eindhoven voorzitter van de Cultuurraad van Stichting Cultuur Eindhoven.