De culturele sector in Eindhoven heeft het zwaar. Het Muziekgebouw komt geld te kort en de directeur van het Centrum voor de Kunsten (CKE) is ontslagen. In beide gevallen zijn gekorte subsidies een groot probleem. Hoe anders is het verhaal van Hans van Heiningen, naast baritonzanger ook mede-initiatiefnemer van open podium Pand P. Hij doet het dan ook voorlopig zonder subsidie. “Het soort podium dat wij bieden spreekt een niche aan.”
In 2013 kwam het pand aan Leenderweg 65 leeg te staan toen Plaza Futura verhuisde naar Strijp S. De gemeente zette het te koop, met één duidelijke voorwaarde; de nieuwe koper moest er een culturele bestemming aan geven. Het Nieuwe Theater, Parktheater Eindhoven en jeugdtheatergezelschap Hetpaarddatvliegt richtten de coöperatie Pand P op. De doelstelling is een open podium te creëren dat laagdrempelig is voor zowel makers als bezoekers, en met een duidelijke buurtfunctie.
Het programma bestaat nu nog enkel uit verhuringen. “We hebben op dit moment zelf geen geld om te programmeren. Het Parktheater doet twaalf programmeringen per jaar en verder hebben we veel buurtprojecten. De inkomsten komen nu van het eetcafé en de verhuur van ruimte, we krijgen helemaal geen subsidie. We krijgen nu korting op de huur, maar over 2,5 jaar moeten we wel een marktconforme kale huur van 70.000 euro per jaar gaan betalen. Subsidie is welkom zodat we een eigen programmering kunnen doen. Maar we zoeken ook zeker naar andere manieren om het te redden.”
Van Heiningen ziet een verschuiving in de culturele sector, zowel in het aanbod en publiek als in het verkrijgen van inkomsten. ‘Er is steeds meer sprake van een transitie waarbij amateurs en professionals meer naar elkaar toe groeien en door elkaar heen werken. Wie bepaalt wat cultuur is? Ik hoorde laatst wat jongeren uit Woensel met prachtige raps. Waarom zouden die geen podium verdienen? De verschuiving zit ook steeds meer in het publiek. Die geven zelf wel aan wat ze willen in plaats van dat ze zich laten opleggen wat goed is. Het podium wordt minder interessant, het gaat veel meer om de kleinschaligheid, de marketing en de geschiedenis. Je ziet steeds meer laagdrempelige initiatieven, bijvoorbeeld theater De NWE vorst in Tilburg en de Verkadefabriek in Den Bosch. Als culturele instelling moet je meegaan in de veranderingen in de maatschappij om relevant te blijven.’
De frisse blik van Pand P blijkt goed te werken. Nog maar een paar weken open en op een stormachtige dinsdagmiddag zijn meerdere tafels bezet met lunchende mensen. De agenda is al aardig gevuld. ‘Het pand heeft veel goodwill. We hebben een leuke inrichting, het is een mooie plek, we serveren lekker eten. En het voelt vertrouwd: buurtbewoners weten ons al te vinden, die hebben het pand gemist in de tijd dat het dicht was. We hebben een breed aanbod van muziek, dans, toneel en aanverwanten. Ook jonge makers en amateurs weten ons al te vinden. Het soort podium dat wij bieden spreekt een niche aan. Die jonge makers kunnen gek genoeg niet terecht op Strijp S. En hoewel Parktheater erg open staat voor nieuw talent, zijn hun zalen daar niet geschikt voor. Wij hebben letterlijk geen drempel. Dat komt terug in de lage prijs van onze zaalverhuur en de samenwerking met buurtbewoners, maar je ziet het ook aan het publiek.’